Grammatica-Bijvoeglijke bijzin

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bijvoeglijke bijzin

Programma

• Opening
• Lesdoelen
• Herhaling
• Theorie
• Verwerking
• Afsluiting

Omschrijf je vakantie in één woord...

Lesdoelen

• Aan het einde van de les kan je hoofd- en bijzinnen aanwijzen. 
• Aan het einde van de les kan je verschillende bijzinen waaronder de bijvoeglijke bijzin benoemen. 

De nieuwe docent is zoals onze mentor had beschreven.

1. Onderwerpszin
2. Gezegdezin
3. Lijdendvoorwerpszin
4. Meewerkendvoorwerpszin

Ik had wel verwacht dat ik een goed cijfer zou halen voor die toets.

1. Gezegdezin
2. Onderwerpszin
3. Lijdend voorwerpszin
4. Meewerkendvoorwerpszin

Wie zonder boek komt, krijgt straf.

1. Onderwerpszin
2. Bijwoordelijke bijzin
3. Lijdendvoorwerpszin
4. Voorzetselvoorwerpszin

Theorie - Bijvoeglijke bijzin

• Bijvoeglijk naamwoord: woord geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord.
• Bijvoeglijke bepaling: geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord en is onderdeel van een zinsdeel. 

Kenmerken

• Bijvoeglijke bijzin geeft extra informatie over het woord dat er voor staat.
• Bijvoeglijke bijzin is een deel van een zinsdeel.
• Begint meestal met betrekkelijk voornaamwoord, voorzetsel of bijwoord. 

Voorbeeld

De poes, die al twee weken vermist was, werd uiteindelijk in een schuurtje gevonden. 

-->De vermiste poes werd uiteindelijk in een schuurtje gevonden. 

• Extra informatie na zelfstandig naamwoord: Check!
• Onderdeel van een zinsdeel: Check!
• Start met betrekkelijk voornaamwoord: Check

Let op! Bijstelling vs. bijvoeglijke bepaling

• Bijstelling geeft informatie achter zelfstandig naamwoord en bijvoeglijke bepaling ervoor.
• Een bijstelling bevat nooit werkwoorden en een bijvoeglijke bepaling wel.
• Een bijstelling is een zinsdeel op zichzelf en een bijvoeglijke bepaling niet.

Waar zit de bijvoeglijke bijzin?
De lerares die daar werkt is zwanger.

Waar zit de bijvoeglijke bijzin?
De zon die daar schijnt is lekker warm.

Verwerking

• Wat? Opdrachten maken
• Hoe? Learnbeat grammatica 3.2 B of boek 3.4 opdrachten 2,3 en 4
• Hulp? Buur of docent
• Tijd? 3 minuten voor einde les
• Klaar? Lezen/ander schoolwerk

Hoe staan we er in?