Pretérito Perfecto Hom 2 - P3-P4

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 2

El Pretérito Perfecto

Regular e irregular

9.03

Ik heb gekookt
(cocinar)

1. has cocinado
2. he cocinado
3. hemos cocinado
4. ha cocinado

Ik heb gewandeld
(pasear)

1. has paseado
2. ha paseada
3. he paseado
4. habéis paseado

Wij hebben gewerkt
(trabajar)

1. habéis trabajado
2. hemos trabajado
3. han trabajado
4. hemos trabado

Jij hebt gedronken
(beber)

1. has bebido
2. hemos bebido
3. has bebida
4. han bebidos

Ik heb geopend
(abrir = onregelmatig.)

1. he abrido
2. he abierto
3. he abuerto
4. he abrida

Jullie hebben geteld
(contar)

1. han contado
2. hemos contada
3. habéis contado
4. he contado

Hij heeft gegeten
(comer)

1. he comido
2. ha comido
3. has comado
4. hemos comido

Ik heb gekocht
(comprar)

1. has comprado
2. he comprado
3. habéis comparado
4. ha comprido

Zij heeft gereisd
(viajar)

1. ha viajado
2. he viajido
3. he viado
4. hemos viajado

Wij hebben gevlogen
(volar)

1. han volado
2. habéis volado
3. hemos volado
4. he volado

Ik heb verkocht
(vender)

1. hemos vendido
2. he visto
3. han vendido
4. he vendido

Jij hebt geholpen
(ayudar)

1. has ayudado
2. habéis ayudada
3. has ayudadas
4. habéis ayudado

Zij hebben geluncht
(almorzar)

1. han almuerzo
2. han almuerza
3. han almorzado
4. han almorzarado

Ik heb gezien (ver)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Jij hebt ontbeten (desayunar)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

U heeft gedaan (hacer)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Jullie hebben gezegd (decir)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Jij hebt gewacht (esperar)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Jullie hebben geschreven (escribir)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Wij zijn teruggegaan (volver)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Ik heb neergezet (poner)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Jij hebt gelopen (caminar)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

Ik heb gewoond (vivir)
Zonder persoonlijk voornaamwoord!

pretérito perfecto

Gracias 

Hasta la próxima clase.