Formatieve toets HFD 2.

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

De Gouden eeuw

Geschiedenis

Tijdvak 6: Regenten en Vorsten

HFD 2: De Gouden Eeuw

A2B & TA2A

Wat gaan we doen

• Leerdoelen vorige les 
• Test
• Verschillende soorten vragen
• Wat leren voor de repetitie

Leerdoel vorige les

• Je kunt uitleggen waarom de Engelse koning geen absolute macht had.       

Hoe heet het tijdvak die wij deze periode hebben besproken?

1. Steden en Staten
2. Regenten en Vorsten
3. Monniken en Ridders
4. Ontdekkers en Hervormers

Over welke periode gaat de Gouden eeuw?

1. 1400-1500
2. 1500-1600
3. 1600-1700
4. 1700-1800

Monniken en Ridders

Steden en Staten

Regenten en Vorsten

Ontdekkers en Hervormers

Wat is moedernegotie?

1. Slavenhandel door de WIC
2. Handel met specerijen uit Ned-Indie
3. Handel met Antwerpen
4. Handel met hout en graan uit het Oostzeegebied

Wat is verdraagzaamheid?

1. Het voor elkaar zorgen in voorspoed en tegensped
2. Het accepteren van mensen met een andere mening
3. Zorgen dat slaven levend aankomen in Amerika.
4. Een Calvinistische opvatting van hoe een goed Christen moet leven

Hij bedacht het slingeruurwerk, belangrijk voor de scheepsvaart

Uitvinder van de Microscoop

Had kritiek op God

Alle mensen bepaalde basisrechten

Hugo de Groot

Spinoza

Huygens

Van leeuwenhoek

Wat waren de tegengestelde belangen tussen de Stadhouder en Regenten?

Einde test

Verschillende soorten vragen

• Beschrijvende vraag: je wilt zoveel mogelijk info verzamelen
• VB: Hoe woonden de regenten in de Republiek?

• Verklarende vraag: Oorzaken en gevolgen van een gebeurtenis of voordeel en nadeel.
• VB: was het gunstig voor de stadhouder dat de 80-jarige oorlog was beëindigd?

• Vergelijkende vraag: je gaat gebeurtenissen met elkaar vergelijken.
• VB: Wat zijn de verschillen tussen de republiek en het Frankrijk van Lodewijk XIV?

Maak de test jezelf van paragraaf 1.1 en 1.2