V&U §4.4

V&U §4.4
Op tafel:
Laptop (ingelogd op deze lessonup)
Lesbrief
Iets om mee te schrijven
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

V&U §4.4
Op tafel:
Laptop (ingelogd op deze lessonup)
Lesbrief
Iets om mee te schrijven

Slide 1 - Slide

hoogconjunctuur
laagconjunctuur
hoge economische groei
lage economische groei
ruime arbeidsmarkt
krappe arbeidsmarkt
stijging inflatie
daling inflatie of deflatie
minder belastinginkomsten
stijgende import
laag consumenten en producentenvertrouwen
hoog consumenten en producentenvertrouwen
veel kredietverlening
weinig kredietverlening

Slide 2 - Drag question

Conjunctuur
Hoog conjunctuur > gaat goed met de economie

Laag conjunctuur > gaat minder goed met de economie

Slide 3 - Slide

Laag conjunctuur
  1.  bestedingen dalen
  2. minder verkopen van bedrijf
  3. Minder werk (ontslagen)
  4. mensen verdienen minder
  5. bestedingen gaan nog meer achteruit

Hoog conjunctuur
  1. Bestedingen stijgen 
  2. Verkopen van een bedrijf stijgen
  3. Meer werk (meer personeel)
  4. mensen verdienen meer
    --> Inflatie
  5. bestedingen gaan nog meer vooruit

Slide 4 - Slide

Bespreken:
4.9 + 4.12

Slide 5 - Slide

Monetair beleid & conjunctuur

Zowel het aanpassen van de geldhoeveelheid

als het aanpassen van de rente,

hebben invloed op de vraag

naar goederen en dus de

conjunctuur.



Slide 6 - Slide

Rente en de conjunctuur
De rente heeft invloed op de conjunctuur.
Rente daalt: lenen wordt goedkoper/aantrekkelijker. Consumenten lenen meer en bedrijven kunnen goedkoper investeren. Tegelijkertijd wordt sparen minder aantrekkelijk. De consumptie en investeringen stijgen, effectieve vraag stijgt en dus de productie stijgt. Conjunctuur verbetert.

Slide 7 - Slide

ECB-beleid bij laagconjunctuur
ECB-beleid bij hoogconjunctuur
rente verlagen
rente verhogen
lenen duurder
lenen goedkoper
sparen aantrekkelijk
sparen onaantrekkelijk

Slide 8 - Drag question

Aan de slag:
4.17, 4.18, 4.19

Klaar? --> verder met 4.20 en 4.21


timer
15:00

Slide 9 - Slide

Rente beleid ECB
Met nominale rente
hoogconjunctuur --> rente verhogen--> hogere rente is aantrekkelijker om te sparen -->  minder aantrekkelijk om te lenen (als je een hogere rente betaalt wordt lenen duurder) --> Mensen zullen zo minder snel geld gaan lenen en hun uitgaven zullen dalen --> conjunctuur wordt gedemotiveerd 

laagconjunctuur --> rente verlagen -->  minder aantrekkelijk om te sparen en aantrekkelijker om te lenen--> Mensen zullen zo meer geld gaan uitgeven-->de geaggregeerde vraag zal stijgen --> de conjunctuur wordt gestimuleerd

Slide 10 - Slide

In eigen woorden:
wat zal de ECB met de rente doen in tijden van hoogconjunctuur?

Slide 11 - Open question