This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
WERKOVERLEG
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van de les:
Weet je wat een werkoverleg is en wat het
doel is van een werkoverleg
Ben je op de hoogte van de verschillende rollen tijdens een werkoverleg
Kun je uitleggen wat het BOB-model inhoud
Ken je de mate van invloed van medewerkers
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Werkoverleg / vergadering
Het werkoverleg is een middel van interne communicatie om met de gehele afdeling te werken aan verbetering van de sfeer, een goede interne communicatie en vergroting van de productiviteit.
Slide 4 - Slide
Werkoverleg
Overleg over het werk:
- tussen medewerkers onderling
- tussen leidinggevende en medewerkers
* formeel = gepland, volgens vaste regels, regelmatig (vergadering)
* informeel = komt toevallig ter sprake
Slide 5 - Slide
Rollen werkoverleg
1 = voorzitter -> agenda maken, leiden,
2 = notulist -> notuleren = opschrijven wat er gezegd wordt.
* notulen = het geschreven document
3= deelnemer -> luisteren, mening
geven, uitleg vragen en meedenken
Slide 6 - Slide
Agenda
lijst met onderwerpen voor het werkoverleg.
- vaste agendapunten (staan er altijd op)
- variabele agendapunten (elke keer anders)
Slide 7 - Slide
Doelen werkoverleg
informatie delen
mening delen
advies geven
afspraken maken
problemen oplossen
goede werksfeer behouden
besluiten nemen
Slide 8 - Slide
Verslaglegging
Besluitenlijst = opsomming onderwerpen waar over een besluit is genomen.
Verslag = weergave van de voornaamste zaken die tijdens het overleg besproken zijn.
Actiepuntenlijst = opsomming van taken die medewerkers moeten verrichten voor de volgende vergadering.
Notulen = weergave van alle opmerkingen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
BOB-model
Vanuit de communicatietheorie staat BOB voor:
Beeldvorming,
Oordeelsvorming en
Besluitvorming.
- Helpt de kwaliteit van de besluitvorming te vergroten
- Zorgt voor meer draagvlak [zoveel mogelijk gezichtspunten worden meegenomen in het
besluit]
- Geeft een heldere structuur.
Slide 11 - Slide
Beeldvorming
Oordeelsvorming
Besluitvorming
Slide 12 - Slide
Mate van invloed van medewerkers
niet weten = medewerker hoeft geen kennis te hebben.
meeweten= de medewerker moet wel wat afweten.
meedenken = medewerker mag meepraten, maar is niet bij de besluitvorming betrokken.
meebeslissen = leidinggevende beslist in samenspraak met zijn medewerkers.
zelfbeslissen = beslissen zonder leidinggevende.
Slide 13 - Slide
Een overleg bij het kopieerapparaat is een voorbeeld van een ..... werkoverleg
A
Formeel
B
Informeel
Slide 14 - Quiz
Een werkoverleg met een agenda is een voorbeeld van een ..... werkoverleg
A
Formeel
B
Informeel
Slide 15 - Quiz
Een agenda maken hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer
Slide 16 - Quiz
Afspraken noteren hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer
Slide 17 - Quiz
Luisteren hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer
Slide 18 - Quiz
Het werkoverleg leiden hoort bij de rol van .....
A
voorzitter
B
notulist
C
deelnemer
Slide 19 - Quiz
Wat is géén onderdeel van de verslaglegging?
A
Tafelindeling
B
Besluitenlijst
C
Notulen
D
Actiepuntenlijst
Slide 20 - Quiz
Opdracht - notuleren
Geef antwoord op de vraag: hoe wordt pindakaas gemaakt?
Doe dit door de belangrijkste informatie uit het filmpje te noteren. Welke informatie geeft antwoord op de vraag?