Inleiding leesautobiografie 1eha1A) Nou, ik begin maar met het boek dat mij als eerste werd voorgelezen. Het heette de Gruffalo’s. Dat boek was echt mijn jeugd. Ik las het elke avond.
B)Toen ik klein was, werd er erg veel aan mij voorgelezen maar dat kwam alleen omdat mijn moeder bang was dat ik de taal niet zou leren. Ik moest ook zelf heel veel lezen. Waarschijnlijk is dat de reden dat ik lezen haat. Tja, wat kan ik zeggen: mijn moeder was een stresskip. Je kunt wel zien van wie ik het heb. Om eerlijk te zijn weet ik echt niet meer wat mij voorgelezen werd maar ik weet wel dat mijn moeder en mijn zus altijd voor lazen.
C) Ik ga schrijven over mijn leesgeschiedenis en wat ik nog weet. Toen ik heel klein was, lazen mijn ouders heel veel voor. Ze lazen vooral Jip en Janneke voor. Dat vond ik namelijk een heel leuk boek. Mijn ouders lazen ook prentenboeken voor van Nijntje. Dat vond ik ook heel leuk.
D) Vroeger las ik niet heel veel. Ik wou altijd naar buiten maar als ik ging lezen dan las ik altijd het boek Leven van een loser of De boomhut met 36 verdiepingen.