1. Ik vertel in eigen woorden waar het vak economie over gaat.
2. Ik geef 3 voorbeelden van wat ik met economie heb te maken.
3. Ik leg uit in eigen woorden hoe bedrijven en de overheid met economie te maken hebben.
4. Ik kan een geldopdracht op de juiste manier noteren én uitspreken.