VMBO 3 - Energie samenvatting

Samenvatting hoofdstuk 3
Energie opwekken
Energie soorten
Groene energie
rendement
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samenvatting hoofdstuk 3
Energie opwekken
Energie soorten
Groene energie
rendement

Slide 1 - Slide

Plan van aanpak
Hierna volgen vragen vergelijkbaar met een oefentoets.
Alle antwoorden worden natuurlijk besproken.
Wees er op voorbereid dat ik jullie ook vraag uit te leggen hoe je op het antwoord bent gekomen.

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1.

Energie uit brandstof

Slide 3 - Slide

Vermogen
Energie
Rendement
massa
hoogte
gravitatie - constante
1.Koppel de juiste grootheid (rechts)
Aan de juiste eenheid (links)
Meter
Joule
Kilogram
Meter per seconde ,per seconde
Procent
Watt

Slide 4 - Drag question

Antwoord vraag 1.
BiNaS tabel 6
(BiNaS is legaal op de toets, mooi gebruik van maken)

Slide 5 - Slide

2. Leg met behulp van de termen "brandstof", "stoomturbine" en "generator" uit hoe een gasgestookte elektriciteitscentrale elektriciteit opwekt.

Slide 6 - Open question

Antwoord vraag 2.
Een gasgestookte elektriciteitscentrale ontsteekt brandstof en verwarmt hiermee water.
Dit water wordt verwarmt tot 100 graden celsius waarbij het gaat koken en stoom ontstaat. De stoom wordt onder hoge druk een stoomturbine in geleid.
De as in de turbine draait en dezelfde as zit ook in een generator.
Deze generator wekt hiermee stroom op.

Slide 7 - Slide

3. Bekijk BiNaS tabel 19. Hoeveel Joule warmte komt vrij bij de verbranding van 12 kubieke centimeter aardgas?

Slide 8 - Open question

Antwoord vraag 3.
Binas tabel 19:
Aardgas geeft 32 Joule energie per kubieke centimeter.
Berekening:
Wij hebben niet 1 maar 12 kubieke centimeter.


Dus geeft 12 kubieke centimeter aardgas 384 Joule aan energie.
1232=384Joule

Slide 9 - Slide

4. Bekijk BiNaS tabel 19. Hoeveel Joule warmte komt vrij bij de verbranding van 200 mg hout?

Slide 10 - Open question

Antwoord vraag 4.
Binas tabel 19:
hout geeft 16.000 Joule energie per gram.
Berekening:
Wij hebben niet 1 maar 200 milligram. Dit geeft 0,2 gram.


Dus geeft 200 mg hout 3200 Joule aan energie.
16.0000,2=3200Joule

Slide 11 - Slide

5. Stel jij bezit een fabriek waarbij een hoop afvalwarmte ontstaat. ongeveer 50% van je totale energie wordt omgezet in afvalwarmte en wordt via de lucht afgegeven. Hoe zou je deze warmte kunnen hergebruiken?

Slide 12 - Open question

Antwoord vraag 5.
-Verwarmen van huizen en faciliteiten in de buurt
-warmte gebruiken op een vergelijkbare manier als de gasgestookte centrales om elektriciteit te leveren.
-Verwarmen van groente en fruit kassen.

Slide 13 - Slide

Paragraaf 2.

Windenergie

Slide 14 - Slide

6.Welke factoren spelen een rol in hoe groot de bewegingsenergie van een voorwerp is?

Slide 15 - Open question

Antwoord vraag 6.
Massa en snelheid
Ook te vinden in BiNaS tabel 7.13, formule voor bewegingsenergie
De formule voor bewegingsenergie is:

m = massa, v = snelheid

Ek=0,5mv2

Slide 16 - Slide

7. Benoem 2 mogelijke milieugevolgen van een energiebron.

Slide 17 - Open question

Antwoord vraag 7.
-Uitstootgassen
-Horizonvervuiling
-geluidshinder
-radioactief afval (kernenergie)

Slide 18 - Slide

8. Waarom heeft een windturbine een maximaal vermogen?

Slide 19 - Open question

Antwoord vraag 8.
Om te voorkomen dat de turbine zichzelf niet kapot draait als het te hard waait.
oftewel volgens je tekstboek:
voorkomen dat de turbine op hol slaat.
korter samengevat:
uit veiligheidsredenen
nog korter:
mand

Slide 20 - Slide

gasgestookte centrale
9. Sleep de energiebron naar de juiste term.
Is de energiebron eindig of oneindig?
Oneindig?
Eindig

Slide 21 - Drag question

10. Wat zou een andere reden naast milieugevolgen kunnen zijn om niet in windenergie te investeren?

Slide 22 - Open question

Antwoord vraag 10.
-Windenergie is niet 24/7 beschikbaar
-Windenergie is duur om neer te zetten.
-Windenergie is..

Slide 23 - Slide

Paragraaf 3.

Zonne-energie

Slide 24 - Slide

11. Beschrijf het verschil tussen een zonnepaneel en een zonnecollector.

Slide 25 - Open question

antwoord vraag 11.
zonnecollector: stralingsenergie -> warmte energie
Zonnepaneel/zonnecel: stralingsenergie -> elektrische energie

Slide 26 - Slide

12. Meneer Kort krijgt 600 J stralingsenergie binnen op de zonnecollector. 500 J wordt in huis nuttig gebruikt. Hoe groot is zijn rendement?

Slide 27 - Open question

antwoord vraag 12
totale energie = 600 J
Nuttige energie = 500 J

Rendement=600500100=83,33

Slide 28 - Slide

13. Ik verbrand 30.000 Joule aan hout op een kampvuur. ongeveer 1500 Joule bereikt vanaf dit vuur mijn lichaam. Bereken het rendement van mijn kampvuur.

Slide 29 - Open question

antwoord vraag 13.
totaal = 30.000 J
nuttig = 1500 J
Rendement=30.0001500100=5

Slide 30 - Slide

14. een fabriek heeft 7000 Joule aan afvalwarmte nuttig weten te investeren in nabijgelegen huizen. Hoe groot is nu het rendement?

Slide 31 - Open question

antwoord vraag 14
Als alle energie nuttig wordt gebruikt betekent dit dat het rendement 100% is.

Slide 32 - Slide

15. Welke energieovergang vindt er plaats in een zonnecel?

Slide 33 - Open question

antwoord vraag 15.
Eerder behandeld bij opgave 11.
Stralingsenergie -> elektrische energie

Slide 34 - Slide

Paragraaf 4.

Waterkracht

Slide 35 - Slide

16. van welke factoren is waterkracht afhankelijk?

Slide 36 - Open question

Antwoord vraag 16
Massa, gravitatie, en hoogte
Ook terug te vinden in BiNaS tabel 7.13

Slide 37 - Slide

16a. Hoe zouden we g (de gravitatieconstante) kunnen veranderen?

Slide 38 - Open question

Antwoord vraag 16a
g is afhankelijk van de planeet waar je op aanwezig bent. Dus dan zouden wij een andere planeet moeten bezoeken.

(niet heel belangrijk voor de toets, meer voor de leuk)

Slide 39 - Slide

17. Joes schopt met zijn volle verstand een voetbal van 450 gram 17 meter de lucht in. Hoeveel zwaarte energie heeft de bal halverwege?

Slide 40 - Open question

Antwoord vraag 17
Ez=mgh
Ez=0,5108,5
Ez=42,5Joule

Slide 41 - Slide

17a. in welke energiesoort zal de andere helft van de energie in verstopt zitten?

Slide 42 - Open question

Antwoord vraag 17a
De bal is halverwege en beweegt dus nog omhoog. Dat betekent dat 50% van de energie opgebouwd is tot zwaarte-energie en 50% van de energie neemt de vorm van bewegingsenergie aan.

Slide 43 - Slide

18. 5.500.000 kg water valt vanaf 50 meter hoog per seconde van de niagara watervallen. Hoeveel zwaarteenergie zouden wij hier uit kunnen halen?

Slide 44 - Open question

Antwoord vraag 18
Ez=mgh
Ez=5.500.001050
Ez=55.000.00050
Ez=2.750.000.000

Slide 45 - Slide