Opdracht absurdisme
Speel de volgende scène met de handpoppen. Probeer de elementen van het absurdisme te verwerken.
A. Waar zou onze kleine vriend Elmo toch zijn?
B. We moesten wachten bij deze boom, dan zou hij ook komen. Maar hij is er niet.
A: Maar denk toch eens, als Elmo strakjes komt en we gaan spelen, dan zijn we zo blij! Hahahah!
B: Maar als je we hier dagen moeten wachten, en hij komt helemaal niet?
A. Ooh... dan zijn we heel boos. Hoe durft hij ons hier zo te laten wachten...wachten...wachten.... eens even kijken, misschien komt hij eraan?B: Hij is er niet, wat moeten we nou doen? Wat moeten we nou doen?
A: weetje, ik kan weggaan, en jij wacht op Elmo.
B: Maar dan ben ik alleen en dat wordt ik treurig. Heel erg.
A: Wat erg! Wachten in je eentje bij een boom. Alleen. Wachten...wachten....wachten...