Paragraaf 5.1.09

5.1.9 Internationale hulp
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.1.9 Internationale hulp

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de doelstelling van de millenniumdoelen op het gebied van armoede wel is gehaald, maar er toch evenveel mensen arm bleven.
  • Je kunt van elk van de duurzame ontwikkelingsdoelen uitleggen hoe ze bijdragen aan voedselzekerheid.
  • Je kunt zeven dingen noemen waardoor de FAO meewerkt aan het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen.
  • Je kunt vier problemen noemen waardoor het moeilijk is honger helemaal terug te dringen.
  • Je kunt beargumenteren waarom de bestrijding van armoede een duurzame oplossing is. 
  • Je kunt uitleggen waarom kwalitatieve honger moeilijker te bestrijden zal zijn dan kwantitatieve honger
  • Je weet welk vijf soorten internationale hulpverleners er zijn
  • Je kent drie soorten internationale hulp
  • Je kunt voorbeelden noemen van internationale hulpprogramma's die direct en indirect gericht zijn op voedselzekerheid en deze beoordelen op effectiviteit.

Slide 2 - Slide

Aantekening
  1. Welvarende mensen kunnen voldoende voedsel kopen
  2. Gezonde mensen kunnen meer voedsel produceren
  3. Beter klimaat = meer productie
  4. Minder mensen = minder consumptie
  5. Beter opgeleide mensen = meer productie
  6. Beter milieu = meer productie
  7. Goede overheid = (meer investeringen = meer productie
  8. Betere samenwerking = meer productie
  9. Lagere kosten = (meer investeringen = ) hogere productie

Slide 3 - Slide

Startopdracht
  • Schrijf achter aantekeningen de nummers van de vakjes van de duurzame ontwikkelingsdoelen voor 2030 (blz 36)
  • Vakjes mogen op meerdere plekken worden gebruikt
  • Controleer daarna of je alle vakjes een plek hebt kunnen geven.
  • Formuleer aanvullende stellingen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Tekstanalyse
Lees 'Soorten hulpverleners'. 
  • Schrijf de 5 soorten internationale hulpverleners op
  • Schrijf achter elke soort een definitie
  • Schrijf achter elk soort een (bekend) voorbeeld

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Formuleer een inzichtsvraag naar aanleiding van deze bron.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Tekstanalyse
Lees 'Verdwijnt honger uit de wereld' 
  • Benoem 4 problemen waarom het moeilijk is om honger helemaal terug te dringen.
  • Formuleer over de laatste alinea een goede toetsvraag (geen kennisvraag)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 3 en 6 uit paragraaf 1.9

Slide 15 - Slide

3 a Indicatoren maken de doelen concreet en meetbaar.
 b Door inflatie kun je met een dollar steeds minder kopen. Als de grens $ 1,25 was gebleven, zou de armoedegrens in feite steeds lager worden. Daardoor zou het lijken of mensen boven de armoedegrens uitkomen, terwijl ze nog steeds even arm zijn.

  – de kans op vluchtelingenstromen neemt af;
  – er komen meer exportmogelijkheden;
  – landen in de (semi)periferie kunnen bij een hogere welvaart meer bijdragen aan het verduurzamen van de economie.


Slide 16 - Slide

3c
 c De koopkracht alleen zegt niets over de toegang tot bijvoorbeeld voedsel, gezondheidszorg en onderwijs. Bovendien is de armoedegrens zeer kunstmatig. Je zou ook een grens van bijvoorbeeld $ 2,50 kunnen nemen, waardoor veel meer mensen onder de armoedegrens zouden zitten.
 

 c Voorbeelden van juiste redenen:
  – kleinere economische verschillen (en dus economische groei in de (semi)periferie) zorgen voor meer stabiliteit in de wereld;
  – de kans op conflicten neemt af;

Slide 17 - Slide

Opgave 3d
d Elk doel draagt op zijn beurt bij aan de doelen die boven aan de lijst staan. Bestrijding van honger gebeurt bijvoorbeeld ook door het onderwijs te verbeteren, klimaatverandering tegen te gaan en voor vrede en veiligheid te zorgen.

Slide 18 - Slide

Opgave 6ab
6 a De meeste landen in de (semi)periferie groeien economisch veel sneller dan de centrumlanden. De economische verschillen worden daardoor kleiner.
 b De bevolkingsgroei is vooral in de periferie veel hoger dan in centrumlanden. Het bbp per hoofd groeit in de periferie daardoor veel minder snel dan het bbp.

Slide 19 - Slide

Huiswerk
  • Noteer in je online schrift de nieuwgeleerde begrippen en hun betekenis
  • Noteer in je online schrift  een korte samenvatting met de belangrijkste punten van deze les.

Slide 20 - Slide

4

Slide 21 - Video

00:24
Vraag
Schrijf op het whiteboard een omschrijving van de eerste groene revolutie op zoals deze in de video wordt uitgelegd:

Slide 22 - Slide

01:31
Lezen
Lees de eerste alinea van paragraaf 1.8 in je tekstboek en verbeter je definitie. Schrijf deze in je schrift!

Slide 23 - Slide

04:02
Vraag:
Welke problemen werden er genoemd?
Vul elkaar aan!

Slide 24 - Slide

01:31
Groene revolutie is:

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

1 a – Als landen bijvoorbeeld corrupt zijn, is de kans groot dat er hulpgeld verdwijnt, of dat de hulp niet goed uitgevoerd kan worden, omdat overheidsfunctionarissen steeds geld willen hebben.
  – Het is een drukmiddel om landen te stimuleren hun beleid te verbeteren.
 b A. Doordat er bij noodhulp sprake is van een noodsituatie, weegt het redden van levens zwaarder dan een goed beleid.
 c Voorbeelden van juiste redenen:
  – Particulieren hebben weinig met overheden te maken, omdat ze kleinschalige, rechtstreekse hulp bieden.
  – Particulieren hebben niet of nauwelijks invloed op het beleid van een land.
  – Particulieren geven soms juist hulp in landen met een slecht bestuur, omdat er anders geen hulp zou zijn voor de zwakkeren in die landen.
2 a Ngo’s zijn geen politieke organisaties, igo’s wel.
 b Overheden kunnen de meeste projecten niet zelf uitvoeren en moeten dus andere partijen inhuren. Ngo’s die gespecialiseerd zijn in ontwikkelingshulp en die met hun projecten aansluiten bij het overheidsbeleid, zijn geschikte partijen om indirect de doelen van dat beleid te halen.
 c Projecthulp: het gaat om een relatief kleinschalig en concreet project, dat gericht is op verbetering van de levensomstandigheden in een gebied.
 d Dankzij schoon drinkwater en toiletten neemt de kans op ziekten af. Hoe gezonder kinderen zijn, hoe kleiner de kans dat ze ondervoed raken. Ook verbeteren hierdoor hun schoolprestaties, zodat ze later meer kans hebben op werk en op voldoende voeding.

Slide 27 - Slide

6 a Voldoende toegang tot voedsel moet op een blijvende manier geregeld worden.
  Dat betekent dat de oplossingen structureel moeten zijn én geen nadelige gevolgen moeten hebben voor het milieu, zodat er ook in de verre toekomst nog genoeg voedsel geproduceerd kan worden.
 b Tal van oplossingen zijn mogelijk. Voorbeelden van juiste antwoorden:
  − economische groei stimuleren in de armste gebieden van de wereld;
  − de voedselproductiviteit verhogen in gebieden waar dat kan;
  − de voedselopslag in perifere landen verbeteren, enzovoort.


Slide 28 - Slide

Opdracht
  • Klas in 4 groepen:
  • Bereidt een pitch voor om een VN commissie van leeftijdsgenoten te overtuigen van jouw oplossing voor het wereldvoedselvraagstuk. 
  • De pitch mag ongeveer 3 minuten duren.
  • In het laatste kwartier pitchen we wat je hebt voorbereidt
  • Maak ook opdrachten 1 en 2
timer
12:00

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video