SLO Syllabus 4c

Opdracht
  • Klas in 4 groepen:
  • Bereidt een pitch voor om een VN commissie van leeftijdsgenoten te overtuigen van jouw oplossing voor het wereldvoedselvraagstuk. 
  • De pitch mag ongeveer 3 minuten duren.
  • In het laatste kwartier pitchen we wat je hebt voorbereidt

timer
12:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Opdracht
  • Klas in 4 groepen:
  • Bereidt een pitch voor om een VN commissie van leeftijdsgenoten te overtuigen van jouw oplossing voor het wereldvoedselvraagstuk. 
  • De pitch mag ongeveer 3 minuten duren.
  • In het laatste kwartier pitchen we wat je hebt voorbereidt

timer
12:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdrachten
Maken uit paragraaf 7 opdrachten 1 en 2

Slide 8 - Slide

Opgave 1ab
1 a Door ondervoeding zijn mensen vaker ziek en is hun productiviteit lager. Dit gaat ten koste van de productie en economische groeimogelijkheden van landen.
 b Voor veel landbouwtechnieken, zoals irrigatiesystemen of het gebruik van kunstmest, zijn investeringen nodig. Boeren moeten dus naast training toegang hebben tot krediet om dergelijke investeringen te kunnen doen.

Slide 9 - Slide

Opgave 1c
 c − Voor exportvalorisatie is kapitaal en kennis nodig. Dat is meestal onvoldoende aanwezig.
  − Bovendien is het moeilijk om te concurreren met moderne bedrijven die dezelfde producten al jarenlang op efficiënte wijze maken.

Slide 10 - Slide

Opgave 2a
2 a Multinationals hebben baat bij lage lonen, maar hebben daarnaast ook een goede infrastructuur, politieke stabiliteit en een redelijk goed opgeleide beroepsbevolking nodig. Dat is in de semiperiferie gemakkelijker te vinden dan in de periferie. In sommige sectoren waar lage lonen de doorslag geven, zoals de kledingindustrie, zijn de lonen zó laag, dat de levensstandaard nauwelijks toeneemt.

Slide 11 - Slide

Opgave 2b
 b – Economische reden: deze landen zijn vooral koloniën geweest omdat er grondstoffen en landbouwproducten te halen waren, die voor een belangrijk deel niet in de EU aanwezig of te verbouwen waren. De behoefte aan deze producten is blijven bestaan.
  – Politieke reden: na de dekolonisatie was een goede relatie met de ex-koloniën belangrijk om de verhoudingen in de wereld te stabiliseren (die verhoudingen waren tijdens de koloniale periode zeer scheef).

Slide 12 - Slide

Opdracht 2c
 c Als er coöperaties zijn, kunnen boeren de tussenhandel omzeilen. Ook staan boeren in een coöperatie sterker tegenover de inkopers, zodat ze betere prijzen kunnen bedingen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 3 en 6 uit paragraaf 1.9

Slide 20 - Slide

3 a Indicatoren maken de doelen concreet en meetbaar.
 b Door inflatie kun je met een dollar steeds minder kopen. Als de grens $ 1,25 was gebleven, zou de armoedegrens in feite steeds lager worden. Daardoor zou het lijken of mensen boven de armoedegrens uitkomen, terwijl ze nog steeds even arm zijn.

  – de kans op vluchtelingenstromen neemt af;
  – er komen meer exportmogelijkheden;
  – landen in de (semi)periferie kunnen bij een hogere welvaart meer bijdragen aan het verduurzamen van de economie.


Slide 21 - Slide

3c
 c De koopkracht alleen zegt niets over de toegang tot bijvoorbeeld voedsel, gezondheidszorg en onderwijs. Bovendien is de armoedegrens zeer kunstmatig. Je zou ook een grens van bijvoorbeeld $ 2,50 kunnen nemen, waardoor veel meer mensen onder de armoedegrens zouden zitten.
 

 c Voorbeelden van juiste redenen:
  – kleinere economische verschillen (en dus economische groei in de (semi)periferie) zorgen voor meer stabiliteit in de wereld;
  – de kans op conflicten neemt af;

Slide 22 - Slide

Opgave 3d
d Elk doel draagt op zijn beurt bij aan de doelen die boven aan de lijst staan. Bestrijding van honger gebeurt bijvoorbeeld ook door het onderwijs te verbeteren, klimaatverandering tegen te gaan en voor vrede en veiligheid te zorgen.

Slide 23 - Slide

Opgave 6ab
6 a De meeste landen in de (semi)periferie groeien economisch veel sneller dan de centrumlanden. De economische verschillen worden daardoor kleiner.
 b De bevolkingsgroei is vooral in de periferie veel hoger dan in centrumlanden. Het bbp per hoofd groeit in de periferie daardoor veel minder snel dan het bbp.

Slide 24 - Slide

Huiswerk
  • Noteer in je online schrift de nieuwgeleerde begrippen en hun betekenis
  • Noteer in je online schrift  een korte samenvatting met de belangrijkste punten van deze les.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Opdrachten
Maak opdracht 1 en 2 van paragraaf 9
Maak opdracht 5 van paragraaf 1 

Slide 29 - Slide

1 a – Als landen bijvoorbeeld corrupt zijn, is de kans groot dat er hulpgeld verdwijnt, of dat de hulp niet goed uitgevoerd kan worden, omdat overheidsfunctionarissen steeds geld willen hebben.
  – Het is een drukmiddel om landen te stimuleren hun beleid te verbeteren.
 b A. Doordat er bij noodhulp sprake is van een noodsituatie, weegt het redden van levens zwaarder dan een goed beleid.
 c Voorbeelden van juiste redenen:
  – Particulieren hebben weinig met overheden te maken, omdat ze kleinschalige, rechtstreekse hulp bieden.
  – Particulieren hebben niet of nauwelijks invloed op het beleid van een land.
  – Particulieren geven soms juist hulp in landen met een slecht bestuur, omdat er anders geen hulp zou zijn voor de zwakkeren in die landen.
2 a Ngo’s zijn geen politieke organisaties, igo’s wel.
 b Overheden kunnen de meeste projecten niet zelf uitvoeren en moeten dus andere partijen inhuren. Ngo’s die gespecialiseerd zijn in ontwikkelingshulp en die met hun projecten aansluiten bij het overheidsbeleid, zijn geschikte partijen om indirect de doelen van dat beleid te halen.
 c Projecthulp: het gaat om een relatief kleinschalig en concreet project, dat gericht is op verbetering van de levensomstandigheden in een gebied.
 d Dankzij schoon drinkwater en toiletten neemt de kans op ziekten af. Hoe gezonder kinderen zijn, hoe kleiner de kans dat ze ondervoed raken. Ook verbeteren hierdoor hun schoolprestaties, zodat ze later meer kans hebben op werk en op voldoende voeding.

Slide 30 - Slide

6 a Voldoende toegang tot voedsel moet op een blijvende manier geregeld worden.
  Dat betekent dat de oplossingen structureel moeten zijn én geen nadelige gevolgen moeten hebben voor het milieu, zodat er ook in de verre toekomst nog genoeg voedsel geproduceerd kan worden.
 b Tal van oplossingen zijn mogelijk. Voorbeelden van juiste antwoorden:
  − economische groei stimuleren in de armste gebieden van de wereld;
  − de voedselproductiviteit verhogen in gebieden waar dat kan;
  − de voedselopslag in perifere landen verbeteren, enzovoort.


Slide 31 - Slide