Blok 2 Spelling M1A

Elke zin is een antwoord op de vraag:
wanneer? / Handeling? / Wie? / Waarover?/
Gisteren / struikelde / de clown /  over de emmer.
De werkwoorden staan niet altijd naast elkaar, ze vormen wel 1 zinsdeel:
Ga / je/ morgen /mijn vraag /beantwoorden?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Elke zin is een antwoord op de vraag:
wanneer? / Handeling? / Wie? / Waarover?/
Gisteren / struikelde / de clown /  over de emmer.
De werkwoorden staan niet altijd naast elkaar, ze vormen wel 1 zinsdeel:
Ga / je/ morgen /mijn vraag /beantwoorden?

Slide 1 - Slide

Mediatheek
max. 4 boeken

Online lessen

Opdrachten af, boekverslag

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm in de VT
VT= verleden tijd
Klankveranderende werkwoorden (sterke werkwoorden)
Infinitief: lopen
ik liep

Infinitief: vinden
Ik vond

Slide 3 - Slide

Zwakke werkwoorden
Klankvaste werkwoorden

Kloppen - ik klopte
boffen- wij boften
verbazen- ik verbaasde
antwoorden- ik antwoordde

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 5 - Slide

't sexy fokschaap 
  • Hele werkwoord        - en = de stam
  • Laatste letter van de stam:
    - wel in 't sexy fokschaap > + te (n)
    - niet in 't sexy fokschaap > de (n)

fiets te 
rem de 

Slide 6 - Slide

WERKWOORDSPELLING

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Voltooid deelwoord
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Slide

vandaag:
noteer in je logboek: donderdag  16 december:
SO Grammatica en Spelling BLOK 2
Huiswerk vrijdag:
Over Taal helemaal af. Plan dit in voor de komende week
vandaag :
Pak je leesboek en ga lezen
Zorg dat alles van grammatica en spelling af is.
Klaar? ga lezen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide