This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
2. Betekenis
3. Voorbeeld
4. Tegenstelling
5. Bekend woorddeel
6. Of je zoekt de betekenis op in een (online) woordenboek
VOORVOEGSELS
- je kent de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels
- woordraadstrategie voorvoegsels gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden
Sommige woorden bestaan uit een kernwoord en een voorvoegsel.
Het voorvoegsel is meestal geen echt woord, maar geeft het kernwoord een andere betekenis.
Bijvoorbeeld:
gebruiken - hergebruiken
a-: niet
anti-: tegen
non-: niet
mis-: verkeerd, fout
wan-: slecht, verkeerd
her-: weer, opnieuw
ex-: niet meer
mini-: heel klein
inter-: tussen 2 of meer gebieden
asociaal
antipthie
non-actief
misdragen
wantoestand
herinrichten
ex-man
minibus
interland