Start schooljaar

1 / 52
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Agenda
  1. Voorstellen en kennismaken 
  2. Planning schooljaar / periode 1 
  3. Start herhaling argumentatie
  4. Volgende les 

Slide 2 - Slide

Wie ben ik?
Mevrouw Van de Wetering
Contact via Teams 
Lessen in LU: 


Slide 3 - Slide

Jaarplanning
P1 ->gedocumenteerd betoog 
P1 -> examenvaardigheden argumentatie
 
P2 -> mondeling over 4 literaire werken
P2 -> examenvaardigheden 

P3 = examenvaardigheden 

Slide 4 - Slide

Periode 1 
  • Kies een (literair) boek, kijk op en kies via www.lezenvoordelijst.nl (15-18 jaar)
  • Periode 1 = gedocumenteerd betoog
  • Argumentatie/drogredenen
  • Neem je laptop mee, iedere les! 

Slide 5 - Slide

Argumentatie

Slide 6 - Mind map

Argumentatiestructuur

Slide 7 - Slide

Argumentatiestructuur
Verzwegen argumenten

Willem is thuis, want zijn auto staat voor de deur [en Willem is niet zonder auto weg].

Ze is een waardeloos politicus, want ze komt nooit na wat hij gezegd heeft. [?]

Slide 8 - Slide

Argumentatiestructuur
Verzwegen argumenten

The Crown is een saaie serie, want er gebeurt bijna niks in 


Als ..., dan ...


Slide 9 - Slide

Argumentatieschema's
3 soorten:
1) Argumentatie op basis van kenmerken
2) Argumentatie op basis van vergelijking
3) Argumentatie op basis van causaliteit

Slide 10 - Slide

Wat zijn drogredenen?
A
redenering met droge feiten
B
tegenargumenten
C
een reden die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
argumenten om je standpunt te onderbouwen

Slide 11 - Quiz

Welke hoort NIET in het rijtje thuis?
Als je een betoog op aanvaardbaarheid wilt controleren, let je op....
A
Welke argumenten zijn gebruikt?
B
Zijn het feitelijke of waarderende argumenten?
C
Zijn de argumenten geen drogredenen?
D
Is de schrijver betrouwbaar?

Slide 12 - Quiz

Welke goede argumenten kun je onderscheiden?
A
Feitelijke & wenselijke argumenten
B
Standpunten en drogredenen
C
Wenselijke & waarderende argumenten
D
Feitelijke & waarderende argumenten

Slide 13 - Quiz

Het is een goede beslissing geweest de scholen weer te openen. Onderwijs is belangrijk voor het welzijn, de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen en jongeren.

Is dit een drogreden of een redenering op basis van ...
A
kenmerken
B
oorzaak-gevolg
C
vergelijking
D
drogredenen

Slide 14 - Quiz

Iedereen weet toch dat Rutte weer premier wordt na de volgende verkiezingen.

Kies 2 drogredenen
A
bespelen van het publiek
B
overhaaste generalisatie
C
onjuiste oorzaak-gevolg-relatie/causaliteit
D
ontduiken bewijslast

Slide 15 - Quiz

Over welke drogredenen hebben wij het hier?

Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek
A
ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen standpunt

Slide 16 - Quiz

timer
1:00
Hulp?
Buur
LessonUp
Docent
 

Klaar?
Zoek informatie op over het mondeling over 4 literaire boeken

Opdracht 
Kies een stelling: https://www.schooldebatteren.nl/stellingen/?fwp_stellingen_evaringsniveau=3 

Je maakt vervolgens minstens 4 uitgewerkte argumenten (AUB). Laat mij nakijken. 

Slide 17 - Slide

Volgende les
Start gedocumenteerd betoog 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Agenda
  1. Startopdracht
  2. Start gedocumenteerd betoog 
  3. Volgende les 

Slide 20 - Slide

Stelling van de dag =
0 = oneens, 100 = eens
-2100

Slide 21 - Poll

Betoog

Slide 22 - Mind map

Gedocumenteerd betoog

Slide 23 - Mind map

Het doel van de lessen

  • Je leert hoe een goede tekst is opgebouwd;
  • Je leert wat een betoog is;
  • Je leert een goed bouwplan te maken;
  • Je kunt het geleerde toepassen en zelf een betoog schrijven.

Slide 24 - Slide

Betoog:
Met een betoog wil de schrijver zijn lezers overtuigen van de juistheid van zijn standpunt. 

Door argumenten en weerleggingen.

Slide 25 - Slide

Wat ga je doen
  • Deze periode is voor een groot deel bestemd om je, zelfstandig, voor te bereiden op de toets Gedocumenteerd Schrijven. Deze wordt afgenomen in de toetsweek. 


  • Tijdens deze toets schrijf je een zakelijke tekst (betoog van minimaal 500 woorden) over een door jou gekozen onderwerp uit de lijst van de leerlinginstructie.



 

Slide 26 - Slide

Documentatiemap en bouwplan
  • Om mee te mogen doen aan de toets moet je van te voren een 
       goedgekeurd( e) documentatiemap met bronnenlijst inleveren.
  • Maak thuis alvast een bouwplan (=schrijfplan). Zo kun je thuis je betoog al min of meer voorbereiden.

  • Bij de beoordeling wordt o.a. gelet op netheid van presentatie, correcte bronvermelding, spelling en stijl. Vermeld altijd het aantal woorden onderaan je tekst.

Slide 27 - Slide

Documentatiemap 
  1. Een titelblad. Vermeld hierop behalve de naam van je onderwerp ook je naam, klas en de datum.
  2. Een inhoudsopgave. Zorg voor een doorlopende nummering van de pagina’s. Zet achter ieder onderdeel het juiste paginanummer.
  3. Een voorwoord met jouw motivatie:
    • Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
    • Wat is de stelling en ben je voor of tegen?
  4. Een alfabetisch opgestelde bronnenlijst (APA) met alle geraadpleegde literatuur. Zie de andere LessonUp voor de regels voor bronvermelding.

Slide 28 - Slide

Documentatiemap (vervolg)
5. Kopieën van gebruikte artikelen of pagina’s van een boek. De documentatiemap bevat minimaal 7 bronnen. Wanneer je een audiovisuele bron gebruikt, maak je van de hoofdzaken daarvan een verslag. Dat verslag neem je op in je map.
6. Je verwerkt de bronnen als volgt:
• Je onderstreept op kopieën de passages (voorbeelden, feiten, argumenten) die van belang zijn voor de argumentatie.

Slide 29 - Slide

Voorbereiding
  1. Kies een geschikt onderwerp uit de leerlinginstructie (deze is uitgedeeld en staat in Teams)
  2. Bepaal schrijfdoel en tekstsoort. -> Betoog/overtuigen.
  3. Bepaal hoofdgedachte en deelonderwerpen. Perk je onderwerp in. 
  4. Stel een aantal (tenminste 5) goede vragen (bepaal je deelonderwerpen) bij je onderwerp (belangrijk)* 
  5. Zoek 5 inhoudelijk goede en betrouwbare bronnen en kopieer deze.* 

Slide 30 - Slide

Voorbereiding (vervolg)
6Markeer de antwoorden op de onderzoeksvragen (onderstrepen of markeren met         verschillende kleuren) en maak de bronverslagen*(parafraseer de delen die je gemarkeerd hebt).
7. Denk na over een goede inleiding, een passend slot en de opbouw van het middendeel. Vul je schrijfplan in. 
8.In een apart mapje, voorzien van je naam, klas en docent, neem je de brontkesten en je literatuurlijst op. Zorg voor een goede inhoudsopgave en dat het voldoet aan de eisen van de documentatiemap. Dit mapje moet eind september ingeleverd worden en goedgekeurd zijn door je docent. Je krijgt het bij de toets terug. De gebruikte en bewerkte bronnen (eveneens met inhoudsopgave) lever je via Magister in.

Slide 31 - Slide

Betrouwbare bronnen:

Voorbeelden:
  • de Volkskrant
  • Trouw
  • NRC Handelsblad
  • Elsevier
  • De Groene Amsterdammer
  • Google Scholar
  • Nederlands Dagblad
  • Het Parool
  • ...

Slide 32 - Slide

Bouwplan/ Schrijfplan [48]
NOTEER:
  • ... het onderwerp van de tekst;
  • ... het publiek;
  • ... de hoofdgedachte;
  • ... het schrijfdoel: ;
  • ... de tekstsoort: betoog
  • ... de tekststructuur;
  • ... de titel.

Slide 33 - Slide

Theorie: tekstdoel
  • Het tekstdoel van een betoog is dus overtuigen;
  • Je noemt argumenten die jouw mening verdedigen;
  • Je kan ook een tegenargument ontkrachten;
  • De lezer neemt jouw mening over en is het eens met jouw stelling;
  • Je gaat een betoog schrijven waarin minimaal drie verschillende argumenten de lezer overtuigen van jouw stelling/mening/standpunt;

Slide 34 - Slide

Theorie: hoofdgedachte
  • Bepaal eerst de hoofdgedachte: Het belangrijkste wat je over het onderwerp wilt vertellen in één zin.
  • Precies...je stelling dus!
  • Enkele voorbeelden:

* Nederland moet veel meer vluchtelingen opnemen.
* We moeten veel meer vluchtelingen opnemen in ons land.

Slide 35 - Slide

Theorie: schrijfplan
  • De informatie voor het betoog wordt uit artikelen (=bronnen) gehaald;
  • Je geeft minimaal 3 argumenten voor en minimaal  2 argumenten tegen die ook beide ontkracht worden;
  • Vervolgens wordt er een schrijfplan ingevuld;
  • In het schrijfplan 'bouw' je de basis van de tekst;
  • De informatie per alinea wordt beknopt opgeschreven;
  • Jullie krijgen van de docent een blanco schrijfplan op papier.

Slide 36 - Slide

Theorie: schrijfplan (vervolg)
NOTEER EERST:

  • ... het onderwerp van de tekst;
  • ... het schrijfdoel: overtuigen;
  • ... het publiek: voor wie is de tekst bedoeld
  • ... de hoofdgedachte
  • ... de tekststructuur (argumentatiestructuur)

  • Daarna ga je het schrijfplan per alinea invullen. De docent legt het uit aan de hand van de volgende voorbeelden:

Slide 37 - Slide

Onderwerp:
Schrijfdoel:
Publiek: Hoofdgedachte:
Tekststructuur:

   
Onderwerp:                Publiek:                Tekststructuur:      Schrijfdoel:          Hoofdgedachte:
                
   Tekstdeel             AL.                                   Deelonderwerp                                    Uitwerking in steekwoorden
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    INLEIDING             1of2     *Anekdote                                                                       Bla bla bla...
                                                 Stelling                                                          
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
                                   3           *Argument 1  (voor):                                                     Bla, bla, bla
                                                Ten eerste blijkt dat het een goed plan is
                                                 want bla, bla, bla       
                                    4         *Argument 2 (voor):
                                                 Vervolgens blijkt uit onderzoek dat...                             Bla bla bla
   MIDDENSTUK         5          *Argument 3 (voor)

                                    6          *Argument 1 (tegen met ontkrachting)
                                                 Mevouw Van Dieren (Voorzitter van de vereniging van)                                    
                                                 vindt het niet goed, want bla, bla, bla, maar,                 Bla, bla, bla
                                     7         *Argument 2 (tegen met ontkrachting)                        Bla, bla, bla
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
          SLOT                6           *cirkel rond/samenvatting/conclusie/ludieke afsluiter      Bla,bla,bla


Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

OPBOUW BETOOG

Slide 40 - Slide

Theorie: inleiding [36]
INLEIDING: (bestaat uit 1, 2 of 3 alinea's)

A: aandacht van de lezer trekken; 
  • voorbeeld / anekdote;
  • geschiedenis;
  • actualiteit;

B: onderwerp introduceren;
  • het standpunt/ de stelling noteren.


Slide 41 - Slide

Theorie: voorbeeld inleiding
Afscheid nemen van Zwarte Piet, ja of nee?

Anniek is zes jaar en zit in groep drie van de basisschool. Elk jaar in december wordt het Sinterklaasfeest gevierd op school en thuis. Anniek vindt het een geweldig feest. Ze zingt sinterklaasliedjes, mag haar schoen zetten en maakt mooie tekeningen voor Sinterklaas. Haar moeder geeft haar chocolademelk met speculaas en Anniek geniet ervan.
Sinterklaas komt al eeuwen met zijn Zwarte Pieten naar Nederland en vele kinderen vinden dat leuk. Toch zijn er elk jaar weer felle discussies of de traditie van Zwarte Piet, als knecht van de blanke Sinterklaas, zou moeten worden afgeschaft. Het is inmiddels niet alleen meer een nationale, maar zelfs een internationale discussie geworden. Nederland moet de traditie van Zwarte Piet behouden.

Slide 42 - Slide

Theorie: middenstuk [37]
  • In het middenstuk ga je de deelonderwerpen bespreken;
  • Het middenstuk bestaat uit minimaal 5 alinea's: minimaal 3 argumenten voor en minimaal 2 argumenten tegen + ontkrachting;
  • Let op: je gaat de lezer overtuigen van het standpunt;

ALINEA'S:
  • Per alinea bespreek je één deelonderwerp: het argument waarmee je het standpunt krachtiger maakt;
  • Een alinea heeft een kernzin (het argument);
  • Geef uitleg/toelichting bij deze kernzin.
  • Denk aan de signaalwoorden [32 t/m 34]

Slide 43 - Slide

Theorie: middenstuk
ARGUMENTEN

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Theorie: voorbeeld middenstuk
  • HOOFDGEDACHTE: De snelwegverlichting moet 's nachts uit.
  • ARGUMENTEN MIDDENSTUK:
  • Argument 1 voor Mevrouw Vlug (Staatsbosbeheer) -> Dit is een goed idee want, het gaat hier om het verlies van duisternis in natuurgebieden .....,
  • Dit argument gaan jullie in de alinea vervolgens verder uitwerken;

  • Argument 3 tegen + ontkrachting Dhr. Lichtjes (voorzitter van de VVN) -> Uit onderzoek is gebleken dat weggebruikers zich veiliger voelen als de wegen verlicht zijn........maar,......
  • Ook dit argument verder uitwerken.

Slide 46 - Slide

Theorie: een sterk argument
Het is heel belangrijk dat je je argumenten goed kunt uitleggen. Als je je argument goed uitlegt, dan heb je een sterk argument. Een argument goed
uitleggen doe je door het nemen van drie stappen:

1. Eerst zeg je wat het argument (A) is.
2. Dan leg je het argument uit (U).
3. Tot slot geef je een voorbeeld: ‘Bijvoorbeeld, (B) ...’

Slide 47 - Slide

LET OP! In een alinea schrijf je de zinnen achter elkaar door!

:-(

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur.

IJskappen smelten en woestijnen rukken op.

Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.

In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.

_________________________________________________________________________

:-)

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur. IJskappen smelten en woestijnen rukken op. Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.  In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.


Slide 48 - Slide

Alinea's verbinden [32 t/m 34]
  • Zorg ervoor dat je de alinea's met signaalwoorden/verwijswoorden aan elkaar verbindt. Dit is erg belangrijk, want op die manier wordt de tekst een logisch geheel.

Middenstuk: 
  • Alinea 3: Allereerst blijkt uit onderzoek dat ...
  • Alinea 4: Ten tweede is aangetoond door....dat...
  • Alinea 3: Jos Bos van de Plastic Soup Foundation is het hier helemaal niet mee eens...

     maar hij...

Slide 49 - Slide

Theorie: slot [38]
  • Het slot bestaat uit 1 alinea
  • De hoofdgedachte/ stelling komt natuurlijk terug in het slot, dit mag ook in andere woorden;
  • Geef een conclusie;

TIPS :-)
  • Maak de cirkel 'rond'. Dat wil zeggen dat je in het slot terugkomt op wat je in de inleiding hebt verteld;
  • Houd het slot kort (ongeveer 5 à 10 zinnen);
  • Probeer de tekst af te sluiten met een krachtige zin;

NIET DOEN :-(
  • Een nieuw deelonderwerp introduceren;
  • Zet geen EINDE onder je tekst.

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Video

Slide 52 - Video