Les 4: Expliquer (grammaire D)

Bonjour
th-1!
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- Laptops dicht op tafel!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour
th-1!
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- Laptops dicht op tafel!

Slide 1 - Slide

Planning du jour
- Overhoren: voca A & B, phrases clés C!

- Expliquer: grammaire D

- Travailler aux exercices

- Les devoirs

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf:
.
  • weet ik hoe ik het werkwoord être gebruik.
  • kan ik vragen beantwoorden over mezelf.

Slide 3 - Slide

Questions sur les devoirs?
Les devoirs étaient:

Faire
overschrijven phrases clés C

Apprendre
voca A & B
phrases clés C

Slide 4 - Slide

Overhoren: voca A & B, phrases clés C!
Op het bord loopt een timer voor 3 minuten, zolang kunnen jullie het nog overkijken.

Daarna kies ik willekeurig 2 leerlingen uit die overhoord worden.
Iedereen komt per hoofdstuk minstens 1x aan bod :)!
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Expliquer:
grammaire D
Dit hoofdstuk leren we het werkwoord 'être' (zijn).


Net zoals het werkwoord 'avoir' (uit chapitre 1), is 'être' (zijn) een onregelmatig werkwoord.

Het volgende rijtje moet je dus goed kennen!

Slide 6 - Slide

Grammaire D:
het werkwoord 'être'
Het rijtje hieronder moet je kennen, het is een kwestie van stampen!

je suis                  --> ik ben
tu es                    --> jij bent
il/elle/on est          --> hij/zij/men is

nous sommes         --> wij zijn
vous êtes              --> u bent/jullie zijn
ils/elles sont          --> zij zijn (meervoud)

c'est                     --> het is

Slide 7 - Slide

Grammaire D:
een praktische tip
Wanneer je in de zin niet een persoonlijk voornaamwoord ziet staan, is het soms lastig om te weten welke uitgang je moet invullen..

Daarom: een tip!

Bij 1 naam: de il/elle/on-vorm
Bij le/la/l': de il/elle/on-vorm

Bij 2 namen: de ils/elles-vorm
Bij les/des: de ils/elles-vorm

Slide 8 - Slide

Zijn er nog vragen?
Is het iedereen gelukt om de aantekening over te nemen?

Wie heeft er nog een vraag over het werkwoord être?

Nu is het moment om de vragen te stellen, anders gaan we door met het huiswerk :).

Slide 9 - Slide

Travailler aux exercices:
16 t/m 19
De regels

- Je werkt de eerste 10 minuten in stilte!
- Muziek luisteren mag met oordopjes!

- Vragen? Steek je hand op!

We ruimen onze spullen pas op, op het moment dat de docent dit zegt.
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Les devoirs
La prochaine leçon:
- Regarder: bron E

Faire:
- exercice 16 t/m 19

Apprendre:
- voca A & B
- phrases clés C
- grammaire D (het werkwoord être)

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Ik wil graag even checken of de doelen van vandaag zijn behaald, of dat je hulp nodig hebt bij het behalen van de leerdoelen.



Pak je laptop en vul de code in (als je dat nog niet hebt gedaan), om de volgende vragen kort te beantwoorden.

Slide 12 - Slide


Leerdoel 1: ik weet hoe ik het werkwoord être gebruik.
A
Onvoldoende
B
Goed
C
Ik heb hier hulp bij nodig

Slide 13 - Quiz


Leerdoel 2: ik kan vragen over mezelf beantwoorden.
A
Onvoldoende
B
Goed
C
Ik heb hier hulp bij nodig

Slide 14 - Quiz

Tot de volgende les!

Slide 15 - Slide