syllabus: De periode 1848-1914

De periode 1848-1914
uitwerking syllabus 2019
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

De periode 1848-1914
uitwerking syllabus 2019

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Kenmerkende gebeurtenissen en ontwikkelingen in Nederland, voor tijdens en na 1848 herkennen, beschrijven en in het juiste tijdsgewricht plaatsen
  • Reactie van Willem II op revolutie(dreigingen) elders in Europa -->  opvattingen van liberalen bij grondwetsherziening in 1848
  • Thorbecke maakt de nieuwe liberale (belangrijkste principe is vrijheid) grondwet van 1848

Slide 4 - Slide

Verandering herkennen en beschrijven in de bevoegdheden van Parlement/ volksvertegenwoordiging/ Eerste en Tweede Kamer die in 1848 tot stand kwamen
  • Parlementaire democratie: manier van besturen waarbij burgers het parlement kiezen. In het parlement zitten mensen die het volk vertegenwoordigen. 
  • Constitutionele monarchie: koninkrijk met een grondwet 
  • Parlement: Bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer. Daarin zitten de mensen die in Nederland het volk vertegenwoordigen. 

Slide 5 - Slide

klassieke grondrechten (bescherming tegen de overheid)
  • Naast vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers in 1848 -->  ook recht van vereniging en vergadering / vrijheid van onderwijs.
  • Nieuwe rechten voor Tweede Kamer: recht van amendement / recht van enquête.

Slide 6 - Slide

Liberale grondwet 1848
  • Iedereen dezelfde grondrechten
  • Beperking macht koning
  • Uitbreiding macht parlement 
  • Ministeriële verantwoordelijkheid : Elke minister moet aan het parlement uitleggen hoe ij zijn werk doet en hoe hij het geld van zijn ministerie besteedt. 
  • Onschendbaarheid van de koning: De koning is niet zelf verantwoordelijk voor wat hij zegt of doet, maar de ministers zijn daarvoor verantwoordelijk

Slide 7 - Slide

Elke 4 jaar rechtsstreekse verkiezingen voor Tweede Kamer
De Eerste kamer werd vanaf 1848 indirect verkozen. 
bron 5: Memo

Slide 8 - Slide

  • Rechtstreekse verkiezingen op lokaal (gemeenteraad), provinciaal (Provinciale Staten) en landelijk niveau (Tweede Kamer) 
  • Censuskiesrecht : Alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betalen, mogen stemmen.
  • Indirecte verkiezing Eerste Kamer door de Provinciale Staten --> zie schema hiernaast

Slide 9 - Slide

Conflict tussen Willem III en het parlement als gevolg van de Luxemburgse kwestie (1866-1867).
  • Een ruzie tussen de koning het parlement over Luxemburg. 
  • Na deze kwestie moest de koning accepteren dat het parlement echt de baas was geworden in Nederland. 

Slide 10 - Slide

kenmerkende veranderingen, gebeurtenissen, personen en
ontwikkelingen in Nederland ten tijde van de industrialisatie in de
tweede helft van de negentiende eeuw noemen, herkennen, 
beschrijven en toepassen

Slide 11 - Slide

sociaal-economische veranderingen: beginnende industrialisatie 
  • modernimperialisme (grondstoffen en afzetmarkten)
  • verstedelijking  
  • kinderarbeid
  • sociale kwestie 
van liefdadigheid naar sociale wetgeving (zoals Armenwet, 
  • Armenwet
  • Kinderwetje van Van Houten
  • Ongevallenwet / Woningwet

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Emancipatiebewegingen
  • Arbeiders: zij gaan zich organiseren in vakverenigingen en later politieke partijen
  • Vrouwen: zij gaan zich organiseren in verenigingen die strijden voor kiesrecht voor vrouwen en voor toegang tot onderwijs voor vrouwen
Opkomst feminisme
  • Doel: gelijke rechten voor mannen en vrouwen
Eerste feministische golf: Vrouwen organiseren zich in verenigingen die strijden voor kiesrecht voor vrouwen en voor toegang tot hoger onderwijs
  • Bekendste feministe: Aletta Jacobs:
  • eerste vrouw die toestemming kreeg om te gaan studeren aan de universiteit
  • De eerste vrouwelijke arts
  • Een van de oprichters van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht



Slide 14 - Slide

Uitbreiding kiesrecht
Streven naar uitbreiding van het kiesrecht
  • Wens voor algemeen kiesrecht zowel van arbeiders als van vrouwen
  • Er komt een geleidelijke uitbreiding van het kiesrecht met het caoutchouc-artikel (1887) (Caoutchouc = rubber)
  • - Grondwetsartikel dat kiesrecht gaf aan alle mannen “met kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand” ==> naar censuskiesrecht nu ook kiesrecht aan mensen die bepaald bedrag huur betaalden of bepaald inkomen hadden.
  • - De kieswet van 1896 bepaalde dat meer mannen kiesrecht kregen, maar er was nog geen sprake van algemeen kiesrecht

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 18 - Open question