3.2

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.2 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.2 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 110.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je de hoofdpersoon en bijfiguren in een verhaal aanwijzen.
- kun je de hoofdpersoon en bijfiguren beschrijven door het noemen van enkele karaktereigenschappen.
- kun je de relatie tussen personen in een verhaal beschrijven.
- kun je uitleggen waarom een persoon jou wel/niet aanspreekt. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 2 t/m 4 op blz. 110 t/m 112.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Wat is een hoofdpersoon?
A
De minst belangrijke persoon.
B
De persoon die het meest aan het woord is.
C
Het belangrijkste personage.

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil tussen een hoofdpersoon en bijfiguur?

Slide 7 - Open question

Welke uitspraak over hoofdpersonen klopt? Je weet over de hoofdpersoon...
A
Alles, behalve de gedachten
B
Niets
C
Veel, informatie maar ook gevoelens en gedachten

Slide 8 - Quiz

Op welke 3 dingen let je als je een persoon uit een verhaal beschrijft?

Slide 9 - Open question

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 2 t/m 4 op blz. 110 t/m 112.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Slide

4. Instructie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 2 t/m 4 op 
blz. 110 t/m 112. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 2.

Slide 15 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 3.2, blz. 110 t/m 112, opdr. 2 t/m 4 --> Niemand
B: les 3.2, blz. 110 t/m 112, opdr. 2 t/m 4 --> namen lln
I: les 3.2, blz. 110 t/m 112, opdr. 2 t/m 4 --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 16 - Slide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 17 - Slide

Ik kan het verschil benoemen tussen hoofdpersonen en bijfiguren
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik kan uitleggen waarom een persoon mij wel/niet aanspreekt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik kan een persoon beschrijven middels uiterlijk, karaktereigenschappen en kenmerken.
0100

Slide 20 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
3.2 opdracht 2 t/m 4

Toetsen: 
...
geen

Slide 21 - Slide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 22 - Slide