3.02 Over lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 3
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands met je schrift, laat het boek nog even dicht. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Ihabe, Alex

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Lynn, Niels, Ties, Jermaine, Shaqell, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Dennis, Noah, Jara

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les; 

- kun je het verschil tussen hoofdpersonen en bijfiguren in een verhaal benoemen; 

- kun je personen uit een verhaal beschrijven;

Verdiept arrangement:

Ihabe, Alex

Huiswerk noteren + maken:

Les: 2.2

blz.: 73 t/m 75

opdr.: 3 t/m 4

Mini-check

Quiz mee

Welke uitspraak over hoofdpersonen klopt? Je weet over de hoofdpersoon...

1. Alles, behalve de gedachten
2. Niets
3. Veel, informatie maar ook gevoelens en gedachten

Wie is de hoofdpersoon in de Leeuwenkoning?

1. Nala
2. Mufasa
3. Simba
4. Scar

Welke rol kan een bijfiguur in een verhaal hebben?

1. Helper
2. Tegenstander
3. Vriend
4. Alle drie

Wie maakt wat:

Alles goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 3.2, opdr. 3 t/m 4, blz. 134 t/m 135

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Kijk en mee naar de volgende dia's. 

Hoofdpersoon

• Over de hoofdpersoon weet je het meest.
  
• Je weet wat de hoofdpersoon voelt en denkt.
  
• Je beleeft het verhaal vanuit de hoofdpersoon.
  
• De hoofdpersoon heeft een opdracht/probleem.

Bijfiguren

•  minder belangrijk
• Karakter wordt minder uitgebreid beschreven
• helper/ tegenstander/ vriend
  

Beschrijven van persoon

Karaktereigenschap         gedrag van een persoon

 

Zichtbaar uiterlijk               feiten over hoe iemand eruit ziet

Onzichtbaar kenmerk       achtergrond - milieu waar je in leeft

Karaktereigenschappen die je kunt gebruiken om de hoofdpersoon te beschrijven.

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 3.2, blz. 133 t/m 135, opdr. 3 t/m 4

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Dennis, Noah, Jara; Lees de uitleg op blz. 133 t/m 135. Stel vragen als je iets niet begrijpt voordat je de opdrachten gaat maken. 

Niels; laptop pakken om het verhaal voorgelezen te krijgen. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

V: les les 3.2, blz. 133 t/m 135, opdr.3 t/m 4 --> Ihabe, Alex

B: les les 3.2, blz. 133 t/m 135, opdr.3 t/m 4 --> Lynn, Niels, Ties, Jermaine, Shaqell, Bas

I: les les 3.2, blz. 133 t/m 135, opdr.3 t/m 4 --> Dennis, Noah, Jara

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets / lezen. 

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Wie is de hoofdpersoon in dit verhaal?

1. Julia
2. Renato
3. beiden
4. geen van beiden

Hoeveel hoofdpersonen heeft het verhaal?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat omschrijf je als je het karakter van de hoofdpersoon omschrijft?

1. Hoe de hoofdpersoon eruit ziet.
2. Hoe oud de hoofdpersoon is.
3. Hoe de hoofdpersoon zich gedraagt.

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................