spijsvertering 1

Geef de medische term voor de slokdarm
A
Epiglottis
B
Diafragma
C
Pylorus
D
Oesofagus
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
VerpleegkundeHoger onderwijs

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Geef de medische term voor de slokdarm
A
Epiglottis
B
Diafragma
C
Pylorus
D
Oesofagus

Slide 1 - Quiz

Wat hoort hier niet thuis?
A
Colon ascendens
B
Jejenum
C
Colon sigmoïdeum
D
Colon descendens

Slide 2 - Quiz

Uit welke voedingsstoffen bestaat voedsel?

Slide 3 - Mind map

Hoe noem je de spiercontracties nodig om het voedsel het traject van de mond tot de anus te laten afleggen?
A
Peristaltiek
B
Mechanische vertering
C
Supinatie
D
Gastro- enterologie

Slide 4 - Quiz

Welk woord behoort niet bij exocriene klieren
A
Hormonen
B
Voor hun werking afhankelijk van T en zuurtegraad
C
Verteringsenzymen
D
Chemische vertering

Slide 5 - Quiz

Waar worden er GEEN enzymen toegevoegd aan het voedsel om koolhydraten af te breken?
A
Speeksel
B
Dunne darmsap
C
Pancreassap
D
Maag

Slide 6 - Quiz

Welke anatomische onderdelen van de maag ken je?

Slide 7 - Mind map

In het maagsap bevindt zich intrinsieke factor. Waarvoor is deze belangrijk?
A
Voor het voedsel in de maag zuur te houden
B
Om zich te binden met vitamine B12 voor opname
C
Voor het stimuleren van de aanmaak van enzymen
D
Voor transport van het voedsel

Slide 8 - Quiz

Waar vindt zich de grootste opname van de bouwstenen van ons voedsel plaats?
A
De lever
B
De dikke darm
C
De dunne darm
D
De Maag

Slide 9 - Quiz

Wat hoort hier niet thuis?
A
Eilandjes van Langerhans
B
exocriene klieren
C
Hormonen
D
glucagon en insuline

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de functies van de lever?

Slide 11 - Mind map

Hoeveel op 10 geef je je momenteel voor het kennen van de leerstof?

Slide 12 - Mind map

Welke onderdelen vind je op dit moment nog moeilijk?

Slide 13 - Mind map