2H NASK P1 2425 les 1

Les1
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode 1
  • Thema: ONDERZOEKEN
  • Benodigde lesmaterialen: BOEK A NOVA NASK, SCHRIFT, 
  • 2 PENNEN, GUM, REKENMACHINE, GEODRIEHOEK
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
HS 1.1
HS 1.2
Maa
ndag 16 sept. 
geen les! 
HS 1.3
HS 2.1
HS 2.2
HS 2.3
HS 2.4 
PRO
JECT
RESE
RVE
HERHA
LING

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 5 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
INSTRUCTIE

  • BOEK A 
  • HS 1 en 2
  • VAARDIGHEDEN 

Slide 6 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
De les verdeling
  • Startklaar 3 min
  • HW, voorkennis, instructie, planning, vragen
 15 min
  • Lezen
  • Bespreken van de lesstof
  • Practicum
  • Leren, oefenen, HW maken, projecten

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

hs 1 

1.1 Een nieuw vak
1.2 Onderzoeken (Meten) 
1.3 Practicum

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1.1 Een nieuw vak
leerdoelen:
Je kunt beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan.
Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe röntgenstraling gebruikt wordt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wetenschap
Natuurkunde is een wetenschap.
Maar wat is een wetenschap?
Wetenschap is het opdoen van kennis en het toepassen in het dagelijkse leven.
Er zijn heel veel verschillende soorten wetenschap.
Natuurkunde is een natuurwetenschap net als scheikunde en biologie.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat kan je bestuderen in de natuur?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Nu lekker aan de slag!
Lezen HS 1 par 1 blz 8.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Natuurwetenschappen
bij biologie bestudeer je de levende natuur, planten en dieren.
Bij natuurkunde en scheikunde bestudeer je de niet levende natuur:
Ontstaan van bliksem
Smelten van kaarsvet
Roesten van een spijker

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Cheeeeeese!
Wilhelm Conrad Röntgen was best een goeie kerel.
in 1895 ontdekte Wilhelm een geheimzinnig soort stralen die overal dwars doorheen gingen...
Het ging dwars door je lichaam heen, maar niet door botten.
Dat is nog steeds best handig

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Röntgenfoto
Het is een enorme ontwikkeling geweest voor de ziekenhuizen die nog steeds gebruikt wordt.


Röntgenstraling is wel schadelijk voor je lichaam.
Maar dit wisten ze pas later.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Veranderingen
Stoffen in de wetenschap kunnen veranderen. 
Als je een staaf metaal verhit dan smelt deze.
Als je water heel koud maakt bevriest het.
Als je hout verbrand dan verandert het in houtskool.

Sommige veranderingen zijn permanent, andere tijdelijk.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Als je een kaars aansteekt, verandert kaarsvet van vaste stof in een vloeistof.
Hoort dit bij biologie, natuurkunde of scheikunde thuis.
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
NASK

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Sommige vogels overwinteren in Nederland, terwijl andere vogels in de herfst naar warmere landen vliegen.
Hoort dit bij biologie, natuurkunde of scheikunde thuis.
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
NASK

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een stof verandert in andere stoffen.
Hoort dit bij biologie, natuurkunde of scheikunde thuis.
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
NASK

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het ontstaan van geluid hoort bij het vak:
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
NASK

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een bloeiende bloem hoort bij het vak:
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
NASK

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Het hard worden van een ei in kokend water hoort bij het vak
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
NASK

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Dat een houten blokje drijft in water en dat een ijzeren blokje zinkt in water hoort bij het vak
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
NASK

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke veranderingen treden op als een ijzeren spijker met een brander verhit wordt?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat houdt de meeste röntgenstraling tegen:
A
de spieren
B
de botten

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Bij scheikunde en natuurkunde bestudeer je veranderingen in de niet-levende natuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

1. Natuurkundige veranderingen zijn tijdelijk
2. scheikundige veranderingen zijn blijvend.
A
1. is juist
B
2. is juist
C
1. en 2. zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De Eiffeltoren is op een hete zomerdag door uitzetting maar
liefst 30 cm langer dan in de winter. Maar als het koud wordt, krimpt de Eiffeltoren weer.
A
deze verandering hort bij NATUURKUNDE
B
deze verandering hort bij SCHEIKUNDE

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Het 1e Onderzoekje 
  1. Onderzoeksvraag: Hoe lang en breed is je NOVA BOEK?

  2. Werkwijze: :
  3. Benodigdheden: geodriehoek
  4. Meetresultaten: gemiddelde meting
  5. Conclusie: antwoord 
       op de onderzoeksvraag
l=...cm
b=...cm
l(meten)b(meten)
meting
l(cm)
b(cm)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen biologie en natuurkunde?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan.
Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe röntgenstraling gebruikt wordt.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Nu lekker aan de slag!
Lezen HS 1 par 1 blz 8 en 9.
Maak opdracht 1 t/m 6 blz 10 en 11 , 8 mag je overslaan.
Klaar?  Opdrachten t/m 11 blz 12.
Lees paragraf 1.2

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 33 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
      Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


Checklist:
  • Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.
  • Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.
  • Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).
  • Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).
  • De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).
  • Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm).

Slide 34 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Instructie
Checklist:
  • Interactieve uitleg (responsief): wisbordjes, LessonUp check-vragen, Cornell-methode.
  • Een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren.
  • Meertaligheid functioneel inzetten.
  • Iedereen bij de les betrekken.

Slide 35 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Voorbeelden
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Concrete voorbeelden
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 36 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Aan de slag
Checklist:
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
  • Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.

Slide 37 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 38 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Afsluiting
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 39 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  •  ...

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket

Slide 41 - Open question

This item has no instructions