This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H1 Natuurwetenschappen
1.1 Een nieuw vak
1.2 Onderzoeken
1.3 Practicum
Slide 1 - Slide
1.1 Een nieuw vak
leerdoelen:
Je kunt beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan.
Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe röntgenstraling gebruikt wordt.
Slide 2 - Slide
Wetenschap
Natuurkunde is een wetenschap.
Maar wat is een wetenschap?
Wetenschap is het opdoen van kennis en het toepassen in het dagelijkse leven.
Er zijn heel veel verschillende soorten wetenschap.
Natuurkunde is een natuurwetenschap net als scheikunde en biologie.
Slide 3 - Slide
Wat kan je bestuderen in de natuur?
Slide 4 - Mind map
Natuurwetenschappen
bij biologie bestudeer je de levende natuur, planten en dieren.
Bij natuurkunde en scheikunde bestudeer je de niet levende natuur:
Ontstaan van bliksem
Smelten van kaarsvet
Roesten van een spijker
Slide 5 - Slide
Cheeeeeese!
Wilhelm Conrad Röntgen was best een goeie kerel.
in 1895 ontdekte Wilhelm een geheimzinnig soort stralen die overal dwars doorheen gingen...
Het ging dwars door je lichaam heen, maar niet door botten.
Dat is nog steeds best handig
Slide 6 - Slide
Röntgenfoto
Het is een enorme ontwikkeling geweest voor de ziekenhuizen die nog steeds gebruikt wordt.
Röntgenstraling is wel schadelijk voor je lichaam.
Maar dit wisten ze pas later.
Slide 7 - Slide
Veranderingen
Stoffen in de wetenschap kunnen veranderen.
Als je een staaf metaal verhit dan smelt deze.
Als je water heel koud maakt bevriest het.
Als je hout verbrand dan verandert het in houtskool.
Sommige veranderingen zijn permanent, andere tijdelijk.
Slide 8 - Slide
Wat is het verschil tussen biologie en natuurkunde?
Slide 9 - Open question
Ik snap de leerdoelen: Je kunt beschrijven waar natuurwetenschappen over gaan. Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen. Je kunt uitleggen hoe röntgenstraling gebruikt wordt.