Hoofdstuk 4 kassabediening les 1

Hoofdstuk 4

Kassabediening 


les 1
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4

Kassabediening 


les 1

Slide 1 - Slide

De kassamedewerker
"De winkelmedewerker is het visitekaartje van de winkel"

Klantvriendelijk én klantgericht!


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Noem 4 taken van een kassamedewerker?
(zie blz. 137)

Slide 4 - Open question

Een bedieningssysteem is de manier waarop klanten in de winkel geholpen worden.
Welke 3 bedieningssystemen ken je?
(Zie blz. 139)

Slide 5 - Open question

Hoe lang duurt het verkoopgesprek? 
Bedieningssystemen:
- Zelfbediening (supermarkt)
- Semi-zelfbediening (kledingwinkel)
-Bediening (bakker)

Slide 6 - Slide

Maak de vragen op blz. 140

Slide 7 - Slide

Kassameubels
- Check-out (Kassa met rolband b.v. in de supermarkt)
- Open toonbank (Speciaalzaak waarop de kassa staat b.v. in de kledingwinkel)
- Gesloten toonbank (Alleen personeel kan achter toonbank komen, b.v. bij de bakker)
- Zelfscankassa (klant kan zelf artikelen scannen, b.v. in de supermarkt)

Slide 8 - Slide

Wat voor verkoopsysteem is:
De zelfscan bij de Albert Heijn
A
Zelfbediening
B
BUZ-systeem
C
Zelfkeuze
D
Bediening

Slide 9 - Quiz

Wat is een toonbank?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Maak de vragen op blz 143-144

Slide 11 - Slide

Soorten kassa's
- Kassa met barcodescanning
- Kassa met handmatige bediening
- Kassa met weegschaal

Slide 12 - Slide

Dit een kassa met barcodescanning van de supermarkt?
A
Onjuist
B
Juist

Slide 13 - Quiz

Maak de vragen op blz. 146

Slide 14 - Slide

Functies van de kassa
- Registreren (hoeveel klanten, hoeveel is er verkocht, welke producten zijn verkocht)
- Rekenen (uitrekenen hoeveel klant moet betalen en hoeveel wisselgeld klant terug krijgt)
- Bewaren (geld wordt bewaard in de kassala)
- Afromen (teveel bankbiljetten worden vanuit de kassala in de kluis bewaard)
- Informeren (overzicht van wat er verkocht is, hoeveel geld er in kassa moet zitten)
- Printen (bon voor klant, informatie voor de winkel over omzet)

Slide 15 - Slide

Maak vragen op blz. 147-151

Slide 16 - Slide

De klant moet betalen: €7,35 en geeft €20.
Wat geef je terug?
A
€12,65
B
€13,00
C
€12,35
D
€20,00

Slide 17 - Quiz

De klant moet betalen: €12,10 en geeft €50.
Wat geef je terug?
A
€39,90
B
€50,00
C
€38,90
D
€37,90

Slide 18 - Quiz

De klant moet betalen: €1,45 en geeft €10.
Wat geef je terug?
A
€9,00
B
€8,55
C
€8,45
D
€9,55

Slide 19 - Quiz

De klant moet betalen: €66,65 en geeft €100.
Wat geef je terug?
A
€66,35
B
€44,45
C
€33,35
D
€44,35

Slide 20 - Quiz

De klant moet betalen: €5,55 en geeft €20.
Wat geef je terug?
A
€14,45
B
€15,55
C
€20,00
D
€15,45

Slide 21 - Quiz