Zelfstandig oefenen met 3.3 Meervoud en 3.4 Tussenletters in NU Nederlands
Brochure afronden
1 / 20
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
15 december: 3.3 en 3.4 taalverzorging
Wat gaan we doen vandaag?
Theorie 3.3 Meervoud en 3.4 Tussenletters
Zelfstandig oefenen met 3.3 Meervoud en 3.4 Tussenletters in NU Nederlands
Brochure afronden
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je gebruikt de juiste tussenletters en je spelt het meervoud van zelfstandige naamwoorden correct
Slide 2 - Slide
3.3 Meervoud
Meervouden maken: de meeste zelfstandige naamwoorden krijgen in het meervoud -en of -s:
kast-kasten, rapport- rapporten
Pas de spelling aan de uitspraak aan als dat nodig is:
boor- boren, jas-jassen, kaas-kazen, dief-dieven.
Gebruik -ën bij de meeste woorden op -ee of -ie, behalve bij woorden waarin de klemtoon niet op de -ie ligt:
idee-ideeën, kopie-kopieën, bacterie-bacteriën.
Slide 3 - Slide
Vervolg 3.3 Meervoud
Schrijf de -s aan het woord vast, ook na e, é, eau en ui:
spray-sprays, café- cafés, bureau- bureaus
Gebruik 's als je het woord anders verkeerd uitspreekt:
alinea- alinea's, tosti-tosti's, buggy-buggy's
Latijnse woorden: voor woorden op -um mag je vaak -a of -ums gebruiken: criterium- criteria/criteriums
Slide 4 - Slide
3.4 Tussenletters
Vaak staan we tussen de woorden tussenletters
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Welke samenstelling is goed?
A
secondelang
B
secondenlang
Slide 10 - Quiz
Welke samenstelling is goed?
A
reuzehandig
B
reuzenhandig
Slide 11 - Quiz
Welke samenstelling is goed?
A
gedachtengang
B
gedachtegang
Slide 12 - Quiz
Welke samenstelling is goed?
A
pannekoek
B
pannenkoek
Slide 13 - Quiz
Welke samenstelling is goed?
A
blindedarm
B
blindendarm
Slide 14 - Quiz
Wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 15 - Quiz
Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 16 - Quiz
Wat is het meervoud van garage?
A
garages
B
garage's
Slide 17 - Quiz
Wat is het meervoud van kroket?
A
kroketten
B
kroketen
Slide 18 - Quiz
Wat is het meervoud van datum?
A
data
B
datums
C
data's
Slide 19 - Quiz
Zelfstandig werken
Maak in NU Nederlands opdracht 1 en 2 (3.3 Meervoud) en opdracht 1 t/m 3 (3.4 Tussenletters)
Klaar hiermee?: Verder werken aan je brochure.
De volgende les gaan we beginnen aan een volgend onderwerp, zorg dat je je brochure in de les afrond of thuis afmaakt. (inleverdatum= zaterdag 23 december)