Week 21 Zakelijke e-mail met ChatGPT + Taalverzorging 3.4 Tussenletters

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling: Taalverzorging 3.1 Hoofdletters, 3.2 Leestekens en 3.3 Meervoud


Taalverzorging: 3.4 Tussenletters: Nieuwe theorie + even samen oefenen + opdrachten in Nu Nl.
Schrijven 2.5 Zakelijke brieven en e-mails: een zakelijke e-mail met ChatGPT(1)


Slide 2 - Slide

Wat staat op de planning?
Veel en weinig tijd. Uitloop in week 25

Slide 3 - Slide

Herhalen - de beste manier van leren
HOOG TEMPO!
timer
0:05

Slide 4 - Slide

Hoofdletters
Wat is goed?
A
Geachte Heer Van Dam,
B
Geachte heer Van Dam,
C
Geachte heer van Dam,
D
Geachte heer van dam,

Slide 5 - Quiz

Hoofdletters
Wat is goed?
A
7 x Twee is veertien.
B
7 x twee is veertien.

Slide 6 - Quiz

Hoofdletters
Wat is goed?
A
Voor veel mensen is God belangrijk.
B
Voor veel mensen is god belangrijk.

Slide 7 - Quiz

Hoofdletter?
A
mbo
B
MBO

Slide 8 - Quiz

In welke zin kloppen de leestekens niet?
A
Ik haal morgen wel boodschappen en bloemen.
B
In mijn auto heb ik nog wel wat brood, drinken en fruit.
C
Hoe komt het dat je de toets zo slecht gemaakt hebt?
D
Hij gaat niet dus, moet zijn zusje het maar doen.

Slide 9 - Quiz

In welke zin zijn de leestekens goed gespeld?
A
We gaan het vandaag niet: halen alles te bemesten de tractor is kapot.
B
We gaan het vandaag niet halen; alles te bemesten de tractor is kapot.
C
We gaan het vandaag niet halen alles te bemesten; de tractor is kapot.
D
We gaan het vandaag niet halen alles te bemesten: de tractor is kapot.

Slide 10 - Quiz

Wat is het meervoud van
KOLONIE?
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 11 - Quiz

Wat is het meervoud van
IDEE?
A
ideën
B
ideeën

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervoud van
ZIEKTE?
A
ziektes
B
ziekte's

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van
MENU?
A
menus
B
menu's

Slide 14 - Quiz

Wat is het meervoud van
COLLEGA?
A
collegas
B
collega's

Slide 15 - Quiz

Nieuwe theorie
Het gebruik van een tussenletter

Slide 16 - Slide

Theorie over het gebruik van een tussenletter.
Een samenstelling is een combinatie van twee of meer woorden. Om die woorden aan elkaar te plakken worden er vaak tussenletters gebruikt. Je kiest de tussenletter -en of -s door naar de meervoudsvorm van het eerste deel te kijken.
Bijvoorbeeld:
tomaat + soep= tomatensoep
station + plein = stationsplein

Slide 17 - Slide

-e of -en als tussenletter?
Sommige woorden hebben dubbele meervoudsvorm:
  • ziektes/ziekten = ziektebeeld
  • hoogtes/hoogten = hoogtevrees
  • groentes/groenten = groentesoep
  •  boekes/ boeken = boekenkast
  • stoels/ stoelen =  stoelendans


Slide 18 - Slide

Uitzondering (1)
Wanneer er leesproblemen ontstaan, plaats je een koppelteken: 
  • mee-eter, 
  • radio-omroep, 
  • achttiende-eeuwse
  • contra-aanval

Slide 19 - Slide

Uitzondering (2)
Een samenstelling krijgt geen tussenletter als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat al -en als uitgang heeft.

Bijvoorbeeld:
  • Keukenraam (ook al heeft keuken als meervoud -s)
  • Havenmeester  (ook al heeft haven als meervoud -s)

Slide 20 - Slide

Uitzondering (3)
Wanneer het eerste deel van de samenstelling de stam van het werkwoord betreft, gebruik je een -e als tussenletter.

Bijvoorbeeld:
  • Wiegelied (wieg is de stam van het werkwoord wiegen)
  • Spinnewiel (spin is de stam van het werkwoord spinnen)

Slide 21 - Slide

Uitzondering (4)
Wanneer van het eerste deel van de samenstelling er maar één van bestaat.

Bijvoorbeeld:
  • Maneschijn (wij hebben maar één maan)
  • Zonnebank (wij hebben maar  één zon)
  • Koninginnedag (we hadden maar  één koningin)

Slide 22 - Slide

Uitzondering (5)
Wanneer van het eerste deel van de samenstelling het deel dat erna komt versterkt.

Bijvoorbeeld:
  • Beresterk
  • Apetrots
  • Stekeblind

Slide 23 - Slide

Uitzondering (6)
Wanneer van het eerste deel van de samenstelling een ouderwetse samenstelling is. 
Bijvoorbeeld:
  • bakkebaard
  • bruidegom
  • ledematen
  • zinnebeeld

Slide 24 - Slide

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
groentepakket
B
groentenpakket
C
groentespakket

Slide 25 - Quiz

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
pannenkoek
B
pannekoek

Slide 26 - Quiz

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
zakenreis
B
zakereis

Slide 27 - Quiz

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
stekenblind
B
stekeblind

Slide 28 - Quiz

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
geboortecijfer
B
geboortencijfer

Slide 29 - Quiz

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
nachtegaal
B
nachtengaal

Slide 30 - Quiz

Bij twijfel ....
.... gebruik een woordenboek!

Slide 31 - Slide

Lesdoel 
Je kunt een zakelijke e-mail schrijven.
Je kunt een offerte opstellen.
Je kunt een offerte toevoegen.

Slide 32 - Slide

Zakelijke e-mails
Jullie gaan leren een formele e-mail 
moeten opstellen met 
een offerteaanvraag.

  1.  Wat is het belang van effectieve zakelijke
communicatie?
   2. Wat weet je over een offerte?


Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Noem de drie onderdelen die jij hebt onthouden die ALTIJD in een offerte moeten staan..

Slide 36 - Open question

Onderdelen van een offerte
  • de eigen bedrijfsgegevens (naam, adres, KvK-nummer)
  • de naam + adres van de klant
  • datum
  • het nummer van de offerte
  • beschrijving van je dienst
  • de prijs (inl. btw/excl. btw)
  • geldigheid van de offerte
  • leverings- en betalingsvoorwaarden

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Bedrijfsgegevens
Aanhef
Inleiding
waarom deze offerte?
Prijsvoorstel en bijkomende kosten (incl. / excl. btw)
Verzoek tot ondertekening
Ondertekening
Sommige onderdelen komen in elke offerte terug = standaard/template

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Taalverzorging 3.4 Tussenletters, opdracht 3
Zakelijke e-mail 1 Een template 
met gebruik van CHATGPT
Aan de slag!
Na de vakantie heb je hiervoor nog 1 lesuur de tijd.

Slide 41 - Slide