This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
VWO 4 - biologie
Biologie voor jou Max
Thema 1 Inleiding in de biologie
B3
Plantaardige en dierlijke cellen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Lesprogramma B3
Kort herhalen en voorkennis B1/B2
Leerdoelen Basisstof 3 Plantaardige en dierlijke cellen (2 minuten)
Uitleg B3 (5 minuten)
Oefening onderdelen microscoop + preparaat maken
Zelfstandig opdracht 43 t/m 53 maken (max. 5 minuten)
Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste
Eerder klaar?
Neem context Leefwereld 'Kleur bekennen' en maak de bijbehorende opdrachten 54 t/m 56
Lesafsluiter B3 (5 minuten)
Slide 3 - Slide
Sleep de organen naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-stelsel
Verteringsstelsel
Bloedvaten-stelsel
Hart
Slagader
Luchtpijp
Lever
Maag
Longen
Dunne darm
Slide 4 - Drag question
Leerdoelen B3
1.3.1 Je kunt een microscoop gebruiken en daarmee (delen van) organismen
bestuderen
1.3.2 Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen
en functies ervan benoemen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Plantaardige en dierlijke cellen
Cellen hebben organellen: een deel van een cel met een eigen functie
Voorbeelden van organellen: celmembraan, celkern, cytoplasma
Slide 7 - Slide
Verschil plantaardige en dierlijke cellen
Plantaardige cellen hebben een celwand en een vacuole
Plantaardige cellen hebben plastiden (korrels)
Chloroplasten (bladgroenkorrels)
Chromoplasten (kleurstofkorrels)
Leukoplasten (opslag vet, zetmeel of eiwit)
Sommige plastiden kunnen overgaan in andere plastide
Slide 8 - Slide
Plastiden
Celorganel dat in cytoplasma van planten voorkomt. Typen:
chloroplast - fotosynthese
chromoplast - kleur
leukoplast - opslag (vet, zetmeel of eiwit)
Slide 9 - Slide
Plastiden
Chloroplasten worden chromoplasten
Rijpen van vruchten
Verkleuren van de bladeren in de herfst
Slide 10 - Slide
Herhaal de onderdelen van de microscoop alvast!
Slide 11 - Slide
Lichtmicroscoop
Slide 12 - Slide
biologiepagina.nl
Slide 13 - Link
biologiepagina.nl
Slide 14 - Link
Transmissie-elektronen-microscoop
2D-beeld
Slide 15 - Slide
scanning elektronenmicroscoop
3D-beeld
Slide 16 - Slide
Hoe maak je zelf een preparaat?
Slide 17 - Slide
https:
Slide 18 - Link
Maak nu opdracht 22 t/m 29
Oefen de Flitskaarten en Test Jezelf van B3
Klaar?
Neem de Context leefwereld 'Kleurrijke dieren' door en
maak de opdrachten 30 t/m 32
Slide 19 - Slide
Lesafsluiter B3
1.3.1 Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen
en functies ervan benoemen
1.3.2 Je kunt een microscoop gebruiken en daarmee (delen van) organismen
bestuderen
Slide 20 - Slide
Zet kruisjes...
Slide 21 - Slide
Antwoord
Slide 22 - Slide
Welk onderdeel komt niet voor bij dierlijke cellen?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Celwand
D
Cytoplasma
Slide 23 - Quiz
Onderdelen in een cel zijn: 1) celmembraan 2) leukoplast 3) celwand 4) grote vacuolen Welke onderdelen komen alleen voor in plantaardige cellen?
A
Alleen 2 en 3
B
1, 2, 3 en 4
C
Alleen 2, 3 en 4
D
Alleen 3
Slide 24 - Quiz
Wat is de functie van de celwand?
A
Stofwisseling met omgeving
B
Stevigheid
C
Eiwitten maken
Slide 25 - Quiz
Wat is de functie van de celkern?
A
Beschermen cel
B
Stofwisseling
C
Eiwitten maken
D
Bevat DNA en stuurt cel aan
Slide 26 - Quiz
Als ik een objectief van 40x gebruik met de microscoop en mijn oculair vergroot 10x, wat is dan mijn totale vergroting?
A
200
B
800
C
350
D
400
Slide 27 - Quiz
Hoe heet deze microscoop?
Slide 28 - Open question
Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
cytoplasma
regelcentrum van de cel
celmembraan
vliesje om kern
vocht in kern
bladgroenkorrels, zetmeelkorrels of kleurstofkorrels
vacuole
buitenste randje cel
kernplasma
vocht en opgeloste stoffen
kernmembraan
celkern
celwand
stevig materiaal om cel heen
plastide
grote blaas gevuld met vocht
Slide 29 - Drag question
Een wortel is oranje. De delen die boven de grond uitkomen zijn groen. Hierbij gaat de ene soort korrel (A) over in een andere soort korrel (B). Welke korrel is A en welke is B?
A
A: Chromoplast
B: Leukoplast
B
A: Leukoplast
B: Chloroplast
C
A: Chloroplast
B: Chromoplast
D
A: Chromoplast
B: Chloroplast
Slide 30 - Quiz
Stel dat bepaalde cellen ongeveer 0,2mm groot zijn. En je bekijkt ze bij een vergroting van 100x. Je tekent één cel ongeveer 10cm groot. Hoe groot is dan de werkelijke vergroting van je tekening?