(2M) H2 voedsel en economie in de VS paragraaf 2 deel 2

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H2
  • maken opdracht 4 t/m 6
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • uitleggen waarom de VS voedselproducten importeren.
  • de bijdrage beschrijven van de voedselproductie aan het bnp en aan het totale aantal banen in de VS.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H2
  • maken opdracht 4 t/m 6
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • uitleggen waarom de VS voedselproducten importeren.
  • de bijdrage beschrijven van de voedselproductie aan het bnp en aan het totale aantal banen in de VS.

Slide 1 - Slide

nakijken

Slide 2 - Slide

Benodigde voorkennis 
Je weet wat de 3 verschillende sectoren waarin je kan werken
Je weet wat wat import is
Je weet wat wat export is
Je weet wat BNP is 
landbouw, industrie en diensten
het invoeren van goederen
het uitvoeren van goederen
het geld dat alle inwoners van een land in een jaar verdienen

Slide 3 - Slide

uitleg/aantekeningen

Slide 4 - Slide

1) Kapitaalintensieve landbouw  
= productie waarbij veel kapitaal (€) per hectare/ per dier/  per product nodig is. 
-> machines, installaties en gebouwen. 

Exporteren veel graan naar buitenland. 
Boerderijen zijn groter geworden -> ingewikkeldere machines -> mensen met hoge opleiding nodig.


Intensieve rundveehouderijen:
- grote productie rundvlees 
- in gebieden met graan (mais), aardappelen, groente
 en fruit -> veevoer 


Slide 5 - Slide

2) Arbeidsintensieve landbouw 
= productie waarbij veel arbeid per hectare of product nodig is. 
-> plukken, oogsten, inpakken 


Central Valley
  • Vruchtbare, vlakke vallei met enorme voedselproductie: noten, fruit, groenten
  • Veel export 
  • Veel werkgelegenheid (arbeidsintensief)
  • kenmerken arbeiders:
    - laagopgeleid
    - vaak geboren in Mexico, 60% illegaal 


Slide 6 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 H2 soorten intensieve landbouw
maken opdracht 4 t/m 6
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 26/27
  • werkboek blz. 31/32/33
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 7 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 8 - Slide

Wat is kapitaal intensief ?
A
Productie waarbij veel kapitaal per hectare product nodig is
B
Productie waarbij weinig kapitaal per hectare nodig is
C
Dat zijn dure spullen
D
Dat zijn goedkope spullen

Slide 9 - Quiz

Welk beroep is arbeidsintensief
A
Boer
B
Fruitteler ( appels )
C
Bouwvakker
D
Balie medewerker

Slide 10 - Quiz

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

vandaag heb ik geleerd:
timer
1:00

Slide 12 - Open question

vandaag vind ik nog moeilijk:
timer
1:00

Slide 13 - Open question