cours 1 + herhaling présent

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

BONJOUR ET BIENVENUE

Bonjour

et 

bienvenue!!

la tâche de début

Mettez les verbes dans le présent :

Zet de werkwoorden in de présent.

Par exemple: Je suis une fille.

1. Elle __________(aller) au cinéma.

2. Nous ___________(être) à l'école.

3. Je/j' ______________(avoir) un chien.

4. Tu ________________(faire) tes devoirs?

(Onregelmatige ww in de présent)

Toetsprogramma 

Aujourd'hui

Programme:

• La tâche de début
• Herhaling: werkwoorden in de présent
• Luistervaardigheid (classroom - cours 1)

Prenez votre chromebook

Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.

le présent

Tegenwoordige tijd

Par exemple:

Je donne	ik geef
Je choisis	ik kies
Je prends	Ik neem

danser	dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles

Regelmatige werkwoorden op -er

in de présent.

Donner = geven

donne

donnent

donnons

donne

donnes

donnez

Vertaal =
Ils donnent

1. Zij geeft
2. Wij geven
3. Hij geeft
4. Zij geven

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'remplir' met het onderwerp. Remplir = Invullen

Regelmatige werkwoorden op -ir

in de présent.

remplis

remplis

remplit

remplissons

remplissez

remplissent

Mes parents ________(vieillir)

1. vieillissent
2. vieillissons
3. vieillisent
4. vieillissez

Vertaal :
Ik bloos. (rougir)

répondre
attendre
entendre
vendre
perdre

De werkwoorden op –RE :

verkopen

antwoorden

wachten

horen

verliezen

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'attendre' met het onderwerp. Répondre = (be)antwoorden

Regelmatige werkwoorden op -re

in de présent.

réponds

réponds

répond

répondons

répondez

répondent

Vertaal:
Vous répondez

onregelmatige ww  présent

• regelmatige ww op -ER
• regelmatige ww op -IR
• regelmatige ww op - RE

• Être = zijn
• Avoir = hebben
• Faire = doen/maken
• Aller = gaan

Welk werkwoord?

Ils vont

1. être
2. avoir
3. faire
4. aller

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'faire' met het onderwerp. Faire = maken/doen

Onregelmatig werkwoord - faire

fais

fais

fait

faisons

faites

font

Compréhension orale

Prenez ton chromebook +  écouteurs. ​​

Allez sur classroom et faites 'cours 1' ​

+ répondez aux questions​

Vous faites l'exercice pendant 15 minutes.​​

Fini?  Verder werken in je werkwoordenboekje 

(alle werkwoorden in de présent - volgende les doen we de passé composé)

Antwoorden: Cours 1