This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Items in this lesson
Samenvatting criminaliteit
Slide 1 - Slide
Wat is het verschil tussen asociaal en strafbaar gedrag?
A
Op strafbaar gedrag staat een celstraf
B
Op strafbaar gedrag staat een boete
C
Als je strafbaar bent ga je tegen de wet in
D
Als je strafbaar bent ga je tegen de maatschappij in
Slide 2 - Quiz
In welk voorbeeld is er sprake van strafbaar gedrag?
A
Voordringen bij de kassa
B
Door rood rijden
C
Hardop muziek luisteren in de bus
D
Niet opstaan voor een invalide persoon.
Slide 3 - Quiz
MISDRIJF
OVERTREDING
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Video
Welke risicofactor zie overduidelijk terug in het vorige filmpje?
Slide 6 - Open question
Welke maatschappelijke omstandigheden passen het best bij het filmpje?
A
Minder sociale controle
B
Minder strenge normen
C
Slechte levensomstandigheden
Slide 7 - Quiz
Welk risicofactor past het best bij de zin; 'Ik stond er bij en uit het niets sloeg hij mij op mijn gezicht, keek ik hem verkeerd aan? Wat een agressie!'
A
Groepsdruk
B
Slechte opvoeding
C
Biologische factoren
D
Alcohol & Drugs
Slide 8 - Quiz
Een verdachte
A
heeft altijd iets strafbaars gedaan
B
heeft geen rechten
C
wordt altijd veroordeeld
D
is misschien schuldig
Slide 9 - Quiz
Politie
Officier van justitie
Maakt een proces-verbaal.
Kan kiezen voor vervolging (naar de rechter)
Arresteert de verdachte.
Te weinig bewijs dus, geen straf
Slide 10 - Drag question
Officier
van
justitie
Rechter
Verdachte
Advocaat
Ik word verdacht van mishandeling.
Ik vertel waar de verdachte van wordt beschuldigd.
Ik verdedig de verdachte zo goed mogelijk.
Ik beslis of de verdachte schuldig is.
Slide 11 - Drag question
Zet het verloop van een rechtszaak in de goede volgorde
Uitspraak/ Vonnis
Advocaat houdt toespraak
Verhoor getuigen
Aanklacht
Opening
Verhoor verdachte
Officier van Justitie aan het woord
Laatste woord verdachte
Slide 12 - Drag question
Verdachte
Rechters
Advocaat
OvJ
Slide 13 - Drag question
Waarom straffen we in Nederland?
A
afschrikking
B
wraak
C
veiligheid
D
gedrag verbeteren
Slide 14 - Quiz
Wat is het doel van TBS?
A
Wraak
B
Helpen aan stoornis
C
Nooit meer vrij
Slide 15 - Quiz
Om welk doel van straffen gaat het hier? In de middeleeuwen werden dieven aan de schandpaal midden op het dorsplein gezet. Vervolgens werden dingen gegooid, zoals rot fruit en stenen.
A
veiligheid
B
afschrikking
Slide 16 - Quiz
Wat is hier het doel van de straf?
' Een automobilist drinkt teveel, hierdoor wordt zijn rijbewijs een half jaar afgepakt '
A
Afschrikking van de dader
B
Afschrikking van anderen
C
Beveiliging van de samenleving
D
Wraak of vergelding
Slide 17 - Quiz
Wat betekent preventie?
A
na een gebeurtenis pas ingrijpen
B
handelen volgens de wet
C
criminaliteit proberen te voorkomen
Slide 18 - Quiz
Criminaliteit voorkomen. Wat wordt er bedoeld met repressie?