Welke afspraken hebben de EMU landen in het stabiliteitspact gemaakt?
A
Staatsschuld mag maximaal 3% van het BBP zijn en het overheidstekort 60%
B
De staatsschuld mag maximaal 60% van het BBP zijn en het overheidstekort 3%
C
De groei van de overheidsuitgaven moet onder de 3% blijven
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Welke afspraken hebben de EMU landen in het stabiliteitspact gemaakt?
A
Staatsschuld mag maximaal 3% van het BBP zijn en het overheidstekort 60%
B
De staatsschuld mag maximaal 60% van het BBP zijn en het overheidstekort 3%
C
De groei van de overheidsuitgaven moet onder de 3% blijven
Slide 1 - Quiz
Door extra vraag naar producten uit de VS zal ...
A
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro stijgen.
B
Het aanbod van de euro dalen en dus de koers van de euro stijgen.
C
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro dalen.
D
Het aanbod van de euro dalen, dus de koers van de euro dalen.
Slide 2 - Quiz
Wat kan de overheid doen om een hoogconjunctuur af te remmen?
A
Meer overheidsbestedingen
B
Belastingtarieven verlagen
C
Verhogen inkomstenbelasting
Slide 3 - Quiz
Een voorbeeld van een automatische conjunctuurstabilisator is:
A
Een degressief belastingstelsel
B
Een proportioneel belastingstelsel
C
Een progressief belastingstelsel
Slide 4 - Quiz
Als de wisselkoers daalt ...
A
daalt de export van dat land.
B
stijgt de export van dat land.
Slide 5 - Quiz
Als een Amerikaan investeert in Nederland ...
A
stijgt de wisselkoers van de euro
B
daalt de wisselkoers van de euro
C
blijft de wisselkoers gelijk
Slide 6 - Quiz
Het verhogen van de uitgaven in een periode van ... is een voorbeeld van procyclisch conjunctuurbeleid.
A
Laagconjunctuur
B
Hoogconjunctuur
Slide 7 - Quiz
Europese bedrijven die naar de VS exporteren, ondervinden gevolgen van een koersdaling van de euro. Die bedrijven zullen ...(1)... exporteren, doordat Europese producten in de VS ...(2)... worden.
A
(1) = minder, (2) = duurder
B
(1) = meer, (2) = duurder
C
(1) = minder, (2) = goedkoper
D
(1) = meer, (2) = goedkoper
Slide 8 - Quiz
Lopende rekening
Kapitaal-rekening
toerisme
Beleggingen
goederen import
IMF nood-lening
Rente betaling aan IMF
Slide 9 - Drag question
Als een land een overheidstekort heeft, moet het land geld lenen. Dit zorgt ervoor dat de ... (ook wel overheidsschuld genoemd) toeneemt
Slide 10 - Open question
Heeft dit land een tekort of overschot op de Betalingsbalans?
A
Tekort
B
Overschot
Slide 11 - Quiz
Wat zal Irene besluiten als Joyce besluit om wel op te ruimen?
A
Wel opruimen
B
Niet opruimen
Slide 12 - Quiz
Aan de ontvangstenkant van de Nederlandse betalingsbalans worden euro's ...
A
gevraagd
B
aangeboden
C
gebeurt er niets
Slide 13 - Quiz
In een periode van ... is er sprake van een hoog consumenten- en producentenvertrouwen.
A
laagconjunctuur
B
hoogconjunctuur
Slide 14 - Quiz
Lopende rekening
deelrekening goederen/dienstenrekening
Lopende rekening
Deelrekening Primaire inkomens
Lopende rekening
Deelrekening Inkomensoverdracht
Kapitaalrekening
voedselhulp aan Pakistan, bestemd voor de vluchtelingenkampen aan de grens met Afghanistan
rentebetalingen vanuit Argentinië aan Rabobank Nederland
lening aan Afghanistan
Slide 15 - Drag question
De koers van de dollar in euro's: $ 1 = € 0,90
Bereken de koers van de euro's in dollars.
A
€ 0,90
B
€ 1,00
C
€ 1,01
D
€ 1,11
Slide 16 - Quiz
Als de wisselkoers van de euro stijgt ....
A
verbetert onze concurrentiepositie
B
verslechtert onze concurrentiepositie
C
blijft onze concurrentiepositie gelijk
Slide 17 - Quiz
In een gevangenendilemma ontstaat een uitkomst die uiteindelijk ....
A
voor één iemand het gunstigst is
B
voor beide personen het gunstigst is
C
voor beide personen niet het gunstigst is
Slide 18 - Quiz
De koers van de euro in dollars was: in 2015: € 1 = $ 1,05 en in 2018: € 1 = $ 1,20
Er is tussen deze jaren sprake geweest van een ... van de euro.
A
depreciatie
B
appreciatie
C
devaluatie
D
revaluatie
Slide 19 - Quiz
Bij welke transactie op de betalingsbalans is er sprake van aanbod van dollars?
A
Europeanen beleggen in de VS
B
Europese toeristen bezoeken de VS
C
VS importeren goederen uit Europa
D
Mensen uit de VS die loon verdienen in Nederland
Slide 20 - Quiz
In welke cellencombinatie is er sprake van een evenwicht?
A
40 ; 40
B
70 ; 15
C
15 ; 70
D
60 ; 60
Slide 21 - Quiz
De koers van de euro in dollars was: in 2015: € 1 = $ 1,05 en in 2018: € 1 = $ 1,20
Bereken met hoeveel procent de koers van de dollar in euro's is veranderd in 2018 ten opzichte van 2015.
A
met 12,50% gedaald
B
met 12,50% gestegen
C
met 14,29% gedaald
D
met 14,29% gestegen
Slide 22 - Quiz
Stel: de vraag naar euro's is $ 13 miljard, het aanbod $ 10 miljard. Er is dus sprake van een vraagoverschot. Als gevolg van dit overschot ...
A
stijgt de wisselkoers en worden producten goedkoper
B
daalt de wisselkoers en worden producten goedkoper.