What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VVV spelling herhaling
Spelling in stapjes
oefenen met de verschillende vormen
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling in stapjes
oefenen met de verschillende vormen
Slide 1 - Slide
tegenwoordige tijd
ik-vorm opschrijven
1
een vorm van lopen invullen
2
3
hoor je bij
lopen
een t, dan schrijf je een t achter de ik-vorm
Slide 2 - Slide
voorbeeld
gebeur
1
het
loopt
zelden dat hij te
laat komt
2
3
het
loop
t
> t!
Het
gebeurt
maar zelden dat hij te laat komt.
Het ... zelden dat hij te laat komt. (gebeuren)
Slide 3 - Slide
Het is leuk zoals dat hondje na die puppycursus gehoorzaam... (gehoorzamen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 4 - Quiz
Mijn broer is gevraagd als penningmeester, maar hij aanvaar... deze functie niet. (aanvaarden)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 5 - Quiz
Het bedroef... me zeer dat anderen goede sier willen maken met mijn verdiensten. (bedroeven)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 6 - Quiz
Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, waardoor hij zijn studie verwaarloos... (verwaarlozen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 7 - Quiz
Ik geloof niets van wat je me daar vertel... (vertellen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 8 - Quiz
Het is voor de veiligheid noodzakelijk dat je die contactdoos in de badkamer aar... (aarden).
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 9 - Quiz
Voor de feestdagen braa... mijn moeder een kallkoen. (braden)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 10 - Quiz
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 11 - Quiz
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 12 - Quiz
De kreeft wor... opgegeten door de haai.
A
wordt
B
word
Slide 13 - Quiz
Zij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantword
C
beantwoord
D
beantwoordt
Slide 14 - Quiz
Hij (binden) het touw stevig vast
A
bindt
B
bind
C
bint
D
bin
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Is de zin: Geld voor de gehele straat correct?
A
Ja, dit is de juiste vorm van de persoonsvorm
B
Ja. Je moet de x kfschp-regel gebruiken.
C
Nee, het is een pv tegenwoordige tijd: dus ik-vorm+t (geldt)
D
Ja, de hele straat krijgt geld.
Slide 17 - Quiz
verleden tijd
ik-vorm opschrijven
1
en
van hele werkwoord afhalen &
laatste letter bekijken.
2
3
staat die in:
t x kfschp?
ja: te(n)
nee: de(n)
Slide 18 - Slide
voorbeeld
verwacht
1
verwachten-en =
verwach
t
2
3
verwach
t
+ te
+ n (want we!)
Wij
verwachtten
gisteren jouw bezoek niet.
Wij ... gisteren jouw bezoek niet. (verwachten)
Slide 19 - Slide
Ik ... de vraag goed. (beantwoorden)
A
ik beantwoorde
B
ik beantwoordde
Slide 20 - Quiz
Ik ....(verbreden) de weg. (vt)
A
verbrede
B
verbreedde
C
verbreede
D
verbredde
Slide 21 - Quiz
Mijn moeder (kaften) vorig jaar al mijn boeken voor mij.
A
kaftte
B
kaftten
C
kafte
D
kaften
Slide 22 - Quiz
1. Hij zat op haar schoot en rustte uit.
2. Hij zat op haar, schoot en rustte uit.
A
Alleen zin 1 is goed
B
Alleen zin 2 is goed, helaas voor 'haar'
C
Beide zinnen zijn fout
D
beide zinnen zijn goed, maar helaas is er nu wel iemand dood.
Slide 23 - Quiz
voltooide tijd
schrijf het vd alvast op, zonder t of d
1
en
van hele werkwoord afhalen &
laatste letter bekijken.
2
3
staat die in:
t x kfschp?
ja: t
nee: d
Slide 24 - Slide
voorbeeld
verwacht
1
verwachten-en =
verwach
t
2
3
verwach
t
+ te
+ n (want we!)
Wij
verwachtten
gisteren jouw bezoek niet.
Wij ... gisteren jouw bezoek niet. (verwachten)
Slide 25 - Slide
De overvaller heeft zijn daad...
A
bekent
B
bekend
C
bekendt
Slide 26 - Quiz
Zij hebben ... (betalen).
A
betaalt
B
betaald
C
betaaldt
Slide 27 - Quiz
Welke zin is helemaal goed?
A
Ik heb heel hard geniesd. (niezen)
B
Ik ben gisteren verhuist. (verhuizen)
C
Ik heb een verhaal vertelt. (vertellen)
D
Ik heb de vloer geschrobt. (schrobben)
Slide 28 - Quiz
Kijk naar je resultaten.
Schrijf de zinnen die je fout had, in je schrift.
Schrijf erbij wat het goede antwoord is.
Schrijf er ook bij welke regel je had moeten toepassen.
Slide 29 - Slide
Voorbeeld
Fout
: Zij hebben
betaalt
.
Goed
: Zij hebben
betaald
.
Regel:
voltooid deelwoord, want
hebben
is PV:
hele ww-n, laatste letter in t x kfschp? ja = t, nee = d
betalen-en = betal > laatste letter =
l
> niet > d.
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling - 1h(v) - p1 - les 2 vt
October 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling - 1h(v) - p1 - les 3 vd
October 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
lastige ww 4M
February 2020
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Werkwoordspelling
January 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
June 2020
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Werkwoorden spelling 3
November 2023
- Lesson with
24 slides
Spelling
Primary Education
Age 10,11
Werkwoordspelling
April 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2