wk.48 Formuleren

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, laptop,
schrift en etui

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 31 min

Items in this lesson

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, laptop,
schrift en etui

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Periode 2
  • Week 48:                     Kies een nieuw leesboek/reserveer bij de bibliotheek
  •                                          Formuleren
  • Week 49:                      Lezen
  • Week 50:                      Lezen
  • Week 51:                       ......

Slide 4 - Slide

Lesplanning
  • Instructie Cursus 6 Formuleren:  Variatie in woordgebruik
  • Inloggen www.bibliotheektwente.nl 
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten

Slide 5 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze les

  • kun je op de juiste manier synoniemen en verwijswoorden gebruiken in je teksten

Slide 6 - Slide

Cursus 6  Formuleren:
TH  Cursus 6   par.2, blz. 222
Ha  Cursus 6  par.2, blz. 236
A  Cursus 6  par.2, blz. 236

Slide 7 - Slide

Variatie in woordgebruik
Een tekst wordt snel saai als je steeds dezelfde woorden gebruikt. Het is beter om wat variatie aan te brengen.

  • Gebruik synoniemen
  • Gebruik verwijswoorden


Slide 8 - Slide

Wat is een synoniem?

Slide 9 - Open question

Wat zijn verwijswoorden? Noem een voorbeeldzin waarin je een verwijswoord gebruikt.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Verwijswoorden
het-woorden
onzijdig
het, zijn
dat, dit
de-woorden
mannelijk
hij, hem, zijn
die, deze
vrouwelijk
zij, ze, haar
die, deze
meervoud
zij, ze, hun
die, deze

Slide 12 - Slide

Woordenboek 
Synoniemen

Verwijswoorden

Slide 13 - Slide

Variatie in zinsopbouw
  • Samengestelde zinnen?

  • Bas is te laat op school. Bas heeft een lekke band.
  • Bas is te laat op school, omdat hij een lekke band heeft.

Slide 14 - Slide

Variatie in zinsopbouw
  • Simon  loopt altijd op Nikes, omdat hij deze lekker vindt zitten.
  • Persoonsvorm?
  • Onderwerp?
  • Ander zinsdeel.
  • Varieer ook in zinsopbouw!


Slide 15 - Slide

Het juiste verwijswoord
onzijdig:  het-woorden: dat, dit, het

mannelijk:  de-woorden: deze, die, hij, hem

vrouwelijk:  de-woorden: deze, die, zij, haar

Zoek het op in het woordenboek: www.vandale.nl 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Huiswerk
  • Cursus 6 Formuleren
  • TH:     par. 4 opdracht 1,2 en 4 blz. 223
  •          par. 5 opdracht 1 t/m 4
  • HA: par. 2 opdracht 1,2 en 3, blz. 237
  •          par. 3 opdracht 1,2 en 3
  • A:    par.2 opdracht 1,2 en 3, blz. 237 
  •         par.3 opdracht 3,4 en 5 

Slide 18 - Slide

Huiswerk
  • TH: Opdracht 4, blz. 223
  • HA: Opdracht 3, blz. 237
  • A: Opdracht 3, blz. 237 

Slide 19 - Slide

Bedenk drie synoniemen voor 'vrienden'.
timer
2:00

Slide 20 - Open question

Noem twee synoniemen voor auto
timer
2:00

Slide 21 - Open question

account bibliotheek
www.bibliotheektwente.nl 

inloggen met nummer onder streepjescode!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Huiswerk
  • TH: Opdracht 4, blz. 223
  • HA: Opdracht 3, blz. 237
  • A: Opdracht 3, blz. 237 

Slide 24 - Slide