Oefentoets H3 Het Interbellum




Oefentoets
Het interbellum
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson




Oefentoets
Het interbellum

Slide 1 - Slide

Welk woord past NIET in het rijtje?


A
Collectivisatie
B
Kolchozen
C
Fascisme
D
Planeconomie

Slide 2 - Quiz

Wat hebben de begrippen 'Terreur' en 'Totalitaire samenleving' met elkaar te maken? Leg de begrippen erbij uit.

Slide 3 - Open question

Vraag: Stalin organiseerde showprocessen. Welke teksten over de showprocessen zijn juist en welke zijn onjuist?
Juist
(sleep de juiste teksten naar dit vak)
Onjuist
(sleep de onjuiste teksten naar dit vak)
Tekst 1
Zo liet hij zien dat hij beter was dan zijn voorganger, Stalin liet niemand zonder proces veroordeeld worden. 
Tekst 2
Dankzij de showprocessen werd duidelijk dat de planeconomie goed werkte.
Tekst 3
Dankzij de showprocessen kregen mensen een eerlijk proces. 
Tekst 4
De mensen tegen wie de showprocessen werden gevoerd, gaven allerlei misdaden toe. Zij deden dit vaak omdat ze onderdrukt werden en bang waren. 

Slide 4 - Drag question

.
Een volksliedje uit de Sovjet-Unie, populair in de jaren dertig:
‘Vijfjarenplan? Vijfjarenplan?
Wij doen het wel in tien.
Naar de kolchoz zal ik niet gaan,
Want daar is geen brood te zien!’
VRAAG: Wat vonden de mensen die dit liedje zongen van het beleid van Stalin? Geef twee argumenten bij je antwoord.

Slide 5 - Open question

Je ziet drie leiders van Rusland/de Sovjet-Unie. 
Vraag: In welke volgorde regeerden zij? 
1
2
3

Slide 6 - Drag question

.
Klik om in te zoomen
Over de afbeelding: Een vrouw laat haar fornuis branden op papiergeld.
 

Vraag: Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
In de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929.
B
In Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was.
C
In Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
In de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht.

Slide 7 - Quiz

Chronologievraag: Sleep de gebeurtenissen van vroeger naar later.

Vroeger
Later
Verdrag van Versailles
Machtsovername door Adolf Hitler.
Kristallnacht
Beurskrach in de Verenigde Staten.
De Fransen bezetten het Ruhrgebied.

Slide 8 - Drag question

.
Een verklaring van een Duitse generaal over de afloop van de Eerste Wereldoorlog (1919): 'Het Duitse leger heeft geen schuld. De prestatie van het leger is bewonderenswaardig. Waar de schuld van de nederlaag ligt, is dus duidelijk. Het is voldoende bewezen dat anderen schuldig zijn. Zelfs onze vijanden zeggen het. Zo heeft een Engelse generaal tegen mij gezegd dat ons leger is verraden. 
De verklaring die de generaal geeft, staat bekend als de Dolkstootlegende. Volgens de generaal zijn ‘anderen’ schuldig aan de Duitse nederlaag.'
 VRAAG: Wie zijn volgens de generaal de ‘anderen’ die schuldig zijn aan de Duitse nederlaag? 

Slide 9 - Open question

.
Herinneringen van een jongen die in Duitsland woonde (1936): 'We werden nu door Hitler ineens Joden genoemd. Maar mijn ouders en ik hadden niets met het Jodendom of het joodse geloof. Vóórdat de nieuwe wetten werden ingevoerd, waren we Duitsers. Nu zijn we alleen nog maar Joden.'
De nieuwe wetten hadden grote gevolgen voor het dagelijks leven van de jongen.  
Vraag: Welke nieuwe wetten worden bedoeld? Noem ook een gevolg van deze wetten voor de jongen.
 Doe het zo: De nieuwe wetten die bedoeld worden, zijn ....… Een gevolg voor de jongen was …....

Slide 10 - Open question

Vraag: Welke zinnen zijn kenmerken van totalitaire samenlevingen? 
Sleep de juiste antwoorden in het vak.
Totalitaire samenleving
Geen kenmerk
De bevolking leeft in angst.
Er is censuur.
De landbouw wordt gemoderniseerd door collectivisatie.
Met showprocessen wordt geregeld dat er geen terreur is.
Er zijn vrije verkiezingen.
De kranten mogen schrijven wat ze willen.
Propaganda wordt zo veel mogelijk voorkomen.
Eén persoon heeft alle macht.

Slide 11 - Drag question

Wat zijn de belangrijkste drie kenmerken van het fascisme?

Slide 12 - Open question

.

Albert Speer was een minister van Hitler. Na de oorlog kreeg hij een lange gevangenisstraf. Hij gebruikte die tijd om een boek over zijn leven te schrijven. Over een fietstocht die hij in 1923 maakte, schreef hij: ‘Ik maakte een fietstocht door het Zwarte Woud. Op een kaartje aan mijn ouders schreef ik: “Erg goedkoop hier! Overnachtingen 400.000 mark en avondeten 1.800.000 mark. Melk per halve liter 250.000 mark!”. Zes weken later kostte een middagmaal in een restaurant tien tot twintig miljard.   
VRAAG: Hoe heet het verschijnsel dat Speer beschrijft, waarbij de prijzen zo razendsnel stijgen?

Slide 13 - Open question

.
Albert Speer was een minister van Hitler. Na de oorlog kreeg hij een lange gevangenisstraf. Hij gebruikte die tijd om een boek over zijn leven te schrijven. Over een fietstocht die hij in 1923 maakte, schreef hij: ‘Ik maakte een fietstocht door het Zwarte Woud. Op een kaartje aan mijn ouders schreef ik: “Erg goedkoop hier! Overnachtingen 400.000 mark en avondeten 1.800.000 mark. Melk per halve liter 250.000 mark!”. Zes weken later kostte een middagmaal in een restaurant tien tot twintig miljard.

VRAAG: Wat was de oorzaak van dit verschijnsel waardoor prijzen zo snel stegen?

Slide 14 - Open question

Leg uit hoe het Dawesplan in 1924 de ingestorte Duitse economie weer op de been moest helpen. Maak in je antwoord duidelijk wat het Dawesplan inhield.

Slide 15 - Open question

'De Amerikanen hadden zelf ook belang bij het Dawesplan'

Leg deze uitspraak uit.

Slide 16 - Open question

Vraag: Welke drie opvattingen horen bij de ideeën van nationaalsocialisten in Duitsland in de jaren dertig? 
Verplaats de juiste letters naar het vak. 
Ideeën van nationaalsocialisten
niet kenmerkend
Het verdrag van Versailles moet worden afgeschaft
De socialistische arbeiders moeten meer inspraak krijgen in de politiek.
Er moeten gelijke rechten komen voor mannen en vrouwen.
Er moet worden samengewerkt met communistische jeugdorganisaties.
Duitsland heeft Lebensraum nodig. Alle Duitsers moeten Heim ins Reich
Het leger moet worden herbewapend.

Slide 17 - Drag question

Door de terreur werden veel mensen opgepakt en kregen een showproces.

Vraag: Waar komt de naam showproces vandaan?
Uit je antwoord blijkt wat een showproces is.

Slide 18 - Open question


Wat is een planeconomie?
A
Economisch systeem waarbij de regering de productie bepaald.
B
Economische plannen die in 5 jaar moesten gebeuren.
C
Een economisch systeem wat door een tsaar werd opgesteld.
D
Een economie met veel goede plannen.

Slide 19 - Quiz

Wat hebben de herstelbetalingen met de hyperinflatie te maken?

Slide 20 - Open question

Leg de zin uit: 'Hitler is democratisch aan de macht gekomen en heeft op een democratische manier Duitsland tot een dictatuur gemaakt.'

Slide 21 - Open question

Op de poster staat: 'Onze laatste hoop: Hitler.'
De poster is gemaakt in de tijd dat er crisis was in Duitsland.

Leg uit waarom dit een propaganda poster is?

Klik om in te zoemen

Slide 22 - Open question

Nederland gaf geen kritiek op het antisemitisme in Duitsland.

Vraag: Waarom deed Nederland dit niet?

Slide 23 - Open question


De postzegel is gemaakt om een gebeurtenis uit 1923 te herdenken, die belangrijk was voor de nazi’s.
→Welke gebeurtenis wordt herdacht?
Gebruik de bron

Slide 24 - Open question

            leenden veel geld aan             . Met dit geld konden de herstelbetalingen aan             worden betaald.             zou met dat geld producten kopen 
in             . Op die manier zou het geld vanzelf weer terugkomen naar de             . Bovendien zou het heel goed zijn voor hun economie.
In de jaren '20 van de twintigste eeuw werd het Dawesplan geïntroduceerd. Wat hield dit plan in?
→Sleep de landen op de juiste plek

Slide 25 - Drag question


Gebruik de bron
→Welke toelichting past bij de bron?

A
Hitler gebruikt censuur om alle tegenstanders uit te schakelen.
B
Hitler gebruikt censuur om de parlementaire democratie af te schaffen.
C
Hitler gebruikt propaganda om door verkiezingen aan de macht te komen.
D
Hitler gebruikt propaganda om het volk achter zich te krijgen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 26 - Quiz


Gebruik de bron
→Waarom is deze afbeelding een voorbeeld van propaganda? Kies het juiste antwoord.

A
Je ziet allemaal hakenkruizen op de tekening. Blijkbaar was Hitler aan de macht toen deze afbeelding werd gemaakt. Dat is propaganda: aan de macht zijn.
B
Hitler ziet er stoer uit op deze afbeelding. Hij is niet bang, hij laat zien dat hij zijn volk zal leiden. Het is dus reclame voor Hitler, en dat is wat propaganda is: politieke reclame.
C
Je ziet op de tekening dat de zon schijnt. Dat betekent dat het goed gaat met de mensen. Als het goed gaat met mensen, zijn ze heel erg propaganda.
D
Hij heeft een heel leger bij zich, dat staat achter hem. Waarschijnlijk gaat hij iedereen die het niet met hem eens is, heel hard aanpakken. Dat is propaganda: je tegenstanders uitschakelen.

Slide 27 - Quiz

Op welke politieke stroming baseerde Hitler zijn ideeën?
A
communisme
B
socialisme
C
fascisme
D
liberalisme

Slide 28 - Quiz

Wat was het gevolg van het Dawesplan?
A
massale werkloosheid
B
opkomst van Hitler en NSDAP
C
verbeterde economische situatie
D
hyperinflatie

Slide 29 - Quiz


Gebruik de bron
→Welke oorzaak voor de val van de Weimar Republiek zie je op de afbeelding?
A
Hitler aan de macht
B
Hyperinflatie
C
Beurskrach
D
Vrede van Versailles

Slide 30 - Quiz


Gebruik de bron
→Is het waarschijnlijk dat deze spotprent over de Italiaanse leider Mussolini in 1937 in een Duits tijdschrift is verschenen?
A
Ja, het is waarschijnlijk, omdat Hitler nog geen macht had om een spotprent tegen te houden.
B
Ja, het is waarschijnlijk, omdat Hitler zijn politieke tegenstanders in Europa graag liet bespotten.
C
Nee, het is niet waarschijnlijk, omdat Hitler de publicatie van portretten verbood van politieke tegenstanders in Europa.
D
Nee, het is niet waarschijnlijk, omdat Hitler verbood om kritiek op een bevriend staatshoofd te geven.

Slide 31 - Quiz


Behalve posters die lieten zien hoe goed de partij van Hitler was, waren er ook veel posters die waarschuwden voor een gevaar.
→Welk gevaar was dat volgens Hitler?
A
Het gevaar van buurland Polen
B
Het gevaar van buurland Frankrijk
C
Het gevaar van homoseksuelen
D
Het gevaar van de joden

Slide 32 - Quiz