Jaar 2 Open en gesloten vragen

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Open en gesloten vragen

Gesprekken voeren

Leerdoel

Aan het einde van deze LessonUp kan je het verschil tussen open en gesloten vragen benoemen en voorbeelden geven.

Vertel aan het begin van de les wat de leerlingen zullen leren en wat er van ze verwacht wordt.

Wat is het verschil?

Heb je een fijn weekend gehad? 
en
 Wat heb je dit weekend allemaal gedaan?

Als ik een goed gesprek met iemand wil hebben, dan stel ik voornamelijk:

1. open vragen
2. gesloten vragen

Wat zijn open en gesloten vragen?

• Open vragen beginnen met woorden als 'wie', 'wat', 'wanneer', 'waarom' en 'hoe' en nodigen uit om uitgebreid te antwoorden. 
  
  
• Gesloten vragen hebben vaak als antwoord 'ja' of 'nee' of een ander kort antwoord. Soms lijkt een vraag een open vraag, maar is het dat niet. 

Geef de definitie en leg kort uit wat het verschil is tussen open en gesloten vragen.

Voorbeeldvragen

Gesloten vraag

Houd je van de natuur?

Open vraag

Waarom houd je van de natuur?

Geef voorbeeldvragen van open en gesloten vragen.

Wanneer een open of een gesloten vraag?

Open vragen: 

Gesloten vragen: 

Leg uit wanneer het handig is om open vragen te stellen.

Wanneer een open of een gesloten vraag?

Open vragen: 

Gebruik je als je meer informatie wilt krijgen. Het laat ruimte vrij voor eigen invulling.

Gesloten vragen: 

Leg uit wanneer het handig is om open vragen te stellen.

Wanneer een open of een gesloten vraag?

Open vragen: 

Gebruik je als je meer informatie wilt krijgen. Het laat ruimte vrij voor eigen invulling.

Gesloten vragen: 

Gebruik je als je snel bepaalde informatie wilt krijgen of om het gesprek te sturen.

Leg uit wanneer het handig is om open vragen te stellen.

Oefenen

Verzin zelf een open vraag en een gesloten vraag bij het thema hobby's'.

Laat de leerlingen zelf oefenen met het bedenken van open en gesloten vragen.

Quiz

Ken jij het verschil tussen open en gesloten vragen?

Sluit de les af met een korte quiz om te kijken of de leerlingen de stof begrepen hebben.

Welke vraag is een open vraag?

1. Is deze uitspraak waar of niet?
2. Hoe zou jij dit probleem oplossen?
3. Ben je het eens met deze stelling?
4. Wat is de hoofdstad van Nederland?

Welke vraag is een gesloten vraag?

1. Hoe vond je de film?
2. Waarom vind je fruit zo lekker?
3. Is het vandaag maandag?
4. Hoe voel je je vandaag?

Welke vraag is een open vraag?

1. Welke route neem jij naar huis?
2. Hoeveel keer ben jij geweest?
3. Zou jij dit doen?
4. Welke kleur kies jij?

Welke vraag is een gesloten vraag?

1. Wat vind je van deze schoenen?
2. Waarom was jij je haar elke dag?
3. Wat neem je mee? Slippers of sneakers?
4. Voel jij je wel goed? Je ziet er zo bleek uit.

Wat is het verschil tussen een open en gesloten vraag?

1. Een open vraag heeft altijd een kort antwoord.
2. Een open vraag laat ruimte voor eigen invulling, een gesloten vraag heeft een vast, kort antwoord.
3. Een open vraag kun je alleen met ja of nee beantwoorden.
4. Een gesloten vraag laat ruimte voor eigen invulling.