Cap 2 - les 3 (hybride)

Plan de clase

  • verbo ESTAR - SER - HAY
  • verbos regulares
  • trabajar en los deberes

Lesdoel: aan het einde van de les kan je de regelmatige ww vervoegen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Plan de clase

  • verbo ESTAR - SER - HAY
  • verbos regulares
  • trabajar en los deberes

Lesdoel: aan het einde van de les kan je de regelmatige ww vervoegen

Slide 1 - Slide

Les in twee delen 
Las reglas de la señora van den Boomen

  • Als ik praat, is het stil, als een leerling iets wil zeggen luisteren we
  • Telefoons stil en opgeborgen in je tas/jas
  • Alle spullen voor je hebben liggen mee (schrift en pen, macbook, ingelogd op GC, eventueel op LessonUp)
  • Huiswerk maak je in je schrift
  • Huiswerk belangrijk onderdeel voor leren van taal, registratie wordt bijgehouden
  • Actieve deelname in de les
  • Online=> Microfoons op mute, cameras aan
  • Online =>Vraag? Zet de vraag in de chat
  • Respect voor elkaar

Slide 2 - Slide

This item has no instructions




Estáis guapos
Jullie zijn knap
toestand: mooi kapsel, mooie kleding, make-up etc.
Estoy enojado
Ik ben boos 
toestand: 
op dit moment ben ik boos





Sois guapos
Jullie zijn knap
uiterlijke eigenschap:
knap van nature
Soy enojado
Ik ben boos 
karaktereigenschap:
ik ben boos geboren
Estar
(tijdelijke eigenschap)
Ser
(vaste eigenschap)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

¿Cómo es Barcelona?
Barcelona está en España, es una ciudad muy moderna pero también histórica. En Barcelona hay muchos museos y restaurantes. La ciudad tiene una playa muy turística llamada la Barceloneta. En Barcelona hay muchos coches pero no hay muchas bicicletas. ¡A mí me gusta mucho Barcelona!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Barcelona está en España, es una ciudad muy moderna pero también histórica. En Barcelona hay muchos museos y restaurantes. La ciudad tiene una playa muy turística llamada la Barceloneta. En Barcelona hay muchos coches pero no hay muchas bicicletas. ¡A mí me gusta mucho Barcelona!
Preguntas

¿Dónde está Barcelona?
¿Hay muchos museos en Barcelona?
¿Es Barcelona una ciudad histórica?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Hay un banco por aquí?
Sí, hay muchos bancos aquí.

¿El banco ING también está en el centro?
No, pero sí está el banco Santander. 

Is er een bank hier?
Ja, er zijn veel banken hier.

Zit de ING-bank ook in het centrum?
Nee, maar de Santander-bank zit er wel. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

13. ¿Hay o estar?
Holanda ________ en Europa.
A
está
B
están
C
hay

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

En resumen SER-ESTAR-HAY
Alle 3 betekenen ze "zijn"
  • ser - kenmerken, eigenschappen
  • estar - zich bevinden, tijdelijke toestand
  •  hay - er is, er zijn
    => Hoe gaat de vervoeging van ESTAR?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verbos regulares en presente

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Verbos regulares en presente
1. Bekijk de video (meerdere malen indien nodig) en maak aantekeningen. Je hoeft niet alles te begrijpen! 

2. Bespreek met iemand uit het andere groepje waar de video over gaat, wissel met elkaar uit wat je hebt begrepen en wat je (nog) niet snapt.

3. Probeer in tweetallen antwoord te vinden op de volgende vragen:
- Welke 3 soorten werkwoorden bestaan er in het Spaans? Welke uitgangen zijn er? 
- Hoe gaat de vervoeging van (regelmatige) werkwoorden die op -AR eindigen? En op -ER en -IR?
- Is het altijd nodig om het persoonlijk voornaamwoord te gebruiken? 
- Vervoeg de volgende werkwoorden: hablar, vivir, beber, escribir, estudiar
grupo 1 video
grupo 2 video
Spaans te lastig?
Bekijk dan dit filmpje https://www.youtube.com/watch?v=U2vns7aMdJM&t=140s

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige ww op -ar
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen. 

Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige ww op -er
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen.

Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige ww op -ir
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen.

Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).

Opdracht 3 (ww -er/-ir)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen -AR-ER -IR werkwoorden?

  1. Verbos -ar oefenen: klik hier
  2. Verbos -er oefenen: klik hier
  3. Verbos -ir oefenen: klik hier


timer
8:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Weet jij de betekenis van deze Spaanse regelmatige werkwoorden? 
Zet de juiste bij elkaar.
comer
bailar
hablar
vivir
cantar
ir
vender
escuchar
escribir
compartir
beber
tocar
schrijven
gaan
dansen
drinken
praten
leven, wonen
luisteren
eten
instrument bespelen, aanraken
delen
zingen
verkopen

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
hablo
bebo
habláis
come
vivimos
escriben
vivís
hablan
preguntamos
vives
vende
compran
escuchas
escucháis
vive
bebemos
compro
bailas
bailáis
leemos
habla
leen
escuchas
pregunto

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Esta clase fue.....
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

This item has no instructions