3. dinsdag

Ik wil dat je ...
1. Luistert als ik praat;
2. Naar elkaar luistert;
3. Je spullen meeneemt;
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof optimaal meekrijgt;
5. Je je respectvol gedraagt naar je klasgenoten en mij.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ik wil dat je ...
1. Luistert als ik praat;
2. Naar elkaar luistert;
3. Je spullen meeneemt;
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof optimaal meekrijgt;
5. Je je respectvol gedraagt naar je klasgenoten en mij.

Slide 1 - Slide

Van mij mag je verwachten ...
1. Als je naar mij luistert, luister ik naar jou;
2. Ik zal zorgen dat je hier aan leren toekomt;
3. Ik zal zorgen dat je je hier veilig voelt.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vandaag
- check in;
- lezen (10 min);
- nakijken: opdracht 12;
- uitleg: theorie blz. 60;
- huiswerk.
- eventueel schema 'Hoe leer jij voor de toets?'

Slide 4 - Slide

Wat is een hyperbool?
A
overdrijving
B
verwisseling
C
verkleining
D
nieuwwoordvorming

Slide 5 - Quiz

Hyperbool - overdrijving
Iets wordt veel groter en overdreven gemaakt dan het daadwerkelijk is.

Slide 6 - Slide

Wat is een understatement?
A
versterking
B
verzwakking
C
verkleining
D
verwisseling

Slide 7 - Quiz

Understatement - verzwakking
Het tegenovergestelde van een hyperbool. Iets kleiner, minder belangrijk maken dan het daadwerkelijk is.

Slide 8 - Slide

Litotes is dan ...
A
schijnbaar
B
klanknabootsing
C
verkleining
D
verwisseling

Slide 9 - Quiz

Litotes - verkleining
Ook hier wordt iets kleiner gemaakt dan het in werkelijkheid is, maar dan mét het ontkennen van het tegenovergestelde.
"Hij is niet dom!", bedoeld wordt: hij is slim.
"Dat is geen slecht idee!", bedoeld wordt: dat is een prima idee.

Slide 10 - Slide

Eufemisme?
A
versterkte uitdrukking
B
domme uitdrukking
C
minder erge uitdrukking

Slide 11 - Quiz

Eufemisme - verzachtende uitdrukking


"Ze is heengegaan...", betekent: ze is hartstikke dood.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Opdracht 1 en 2 (blz. 60 en 61)

Slide 13 - Slide