2.1 Handel en nijverheid in de Republiek

Paragraaf 2.1: Handel en nijverheid in de Republiek 
De Republiek, een bijzonder land
par. 5.1 handel en nijverheid in de Republiek
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.1: Handel en nijverheid in de Republiek 
De Republiek, een bijzonder land
par. 5.1 handel en nijverheid in de Republiek

Slide 1 - Slide

Deze les 
  • Terugblik 4.4 (video)
  • Introductie H5
  • Leerdoelen 5.1
  • Uitleg 5.1
  • Aan de slag met opdrachten   

Slide 2 - Slide

Wat ging er vooraf?
  • De Nederlandse Opstand (Tachtigjarige Oorlog) tegen Spanje
    1568-1648

  • verder zonder koning Filips II

  • Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588)



Slide 3 - Slide

Nederlandse economie in 15e eeuw
  • Na 1450: Hollandse steden nemen Oostzeevaart over
  • 1540: Amsterdam uitgegroeid tot grote markt voor graan en hout
  • Maar Antwerpen nog de belangrijkste handelsstad tot 1585
  • Val Antwerpen in 1585 --> vluchtelingen naar Republiek en  namen kennis, macht en geld mee

Slide 4 - Slide

Blokkade van de Schelde

Slide 5 - Slide

 Oostzeevaart
  • Handel met gebieden rond de Oostzee, in Scandinavië
  • hout, graan, zout en haring

Slide 6 - Slide

De economie van de Republiek
  • Rond 1600 snelle ontwikkeling Hollandse handel en nijverheid
    --> veel geld verdiend met handel: handelskapitalisme 
  • Ingekochte goederen tijdje opslaan, doorverkopen als je veel winst kan halen. 
  • Plaats waar goederen werden opgeslagen: stapelmarkt
  • Belangrijkste van de wereld: Amsterdam

Slide 7 - Slide

Beurs
Stapelmarkt

Slide 8 - Slide

16e eeuw
  • Spanjaarden + Portugezen ontdekken nieuwe handelsroutes en werelddelen
  • Handelen in:
    - Rietsuiker, cacao, koffie en tabak uit Amerika
     - Specerijen uit Azië
  • Wereldeconomie: een economie die zich over alle werelddelen uitstrekte. 

Slide 9 - Slide

VOC
  • De Republiek wilde dit ook
  • Eerst: verschillende kleine compagnieën naar Azië. 
  • Later gaat dit op in één groot Hollands staatsbedrijf:
    VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602)

Slide 10 - Slide

Waarom?

  • Samen tegen andere landen die voerde in de Aziatische zeeën.

  • Concurrentie tussen Nederlanders onderling vermijden

Slide 11 - Slide

VOC
• Handelswaar: specerijen

Handelsmonopolie in Indië

• Forten + handelsposten bouwen
• Oorlogen voeren tegen inheemse volkeren


Slide 12 - Slide

Oprichting WIC

  • WIC = West-Indische Compagnie in 1621
  • Doel: Handelsmonopolie West Afrika en de Nieuwe Wereld.
  • Kaapvaart op Spaanse en Portugese schepen
  • Stichting: New Amsterdam, Porto Rico, Antillen, Suriname en Oost Brazilië
  • Niet zo succesvol als VOC...

Slide 13 - Slide

WIC
  • Slavenhandel: Afrikanen werden naar Amerika gebracht om te werken op de plantages
  • Producten van de plantages naar Europa gebracht + verkocht
  • Met geld wapens/buskruit/textiel kopen en weer verkopen in Afrika in ruil voor slaven.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slavernij tijdens de koloniale tijd

Slide 17 - Slide


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageproducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig en gratis arbeid zorgde voor meer winst
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied (indianen) stierven massaal door ziektes en uitputting.



Slide 18 - Slide


Transatlantische slavenhandel


  • Afrikaanse stammen gaven slaven aan Europeanen: dit waren meestal gevangen genomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze slaven werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 19 - Slide


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen was vreselijk
  • Slaven werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode slaven werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.







Slide 20 - Slide


Slavenmarkten

  • De slaven die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de slaven 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Slaven waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 21 - Slide

Maken deze les
2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
opdracht 3 t/m 17 + leerdoelen beantwoorden
blz. 70-78

2.5 De Sontregisters
opdracht 1 t/m 5
blz. 100-102

Slide 22 - Slide