Dichtheid

je schrift of ander kladpapier
Bij begin van de les leg je op tafel:
rekenmachine
pen en/of potlood
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

je schrift of ander kladpapier
Bij begin van de les leg je op tafel:
rekenmachine
pen en/of potlood

Slide 1 - Slide

• ga naar www.lessonup.com
Pak een laptop
• Vul rechts bovenin de studenten pin code in
 • Pincode is: 228 029

Slide 2 - Slide

Massa en Volume

Slide 3 - Slide

h = 2 cm
b = 1 cm
l = 5 cm
Volume = ?
A
8cm3
B
100cm3
C
20cm3
D
10cm3

Slide 4 - Quiz

Massa en volume
Massa:
Hoeveelheid stof in gram of kilogram.

Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of van een hoeveelheid stof bepalen. 

Volume:
Hoeveel ruimte een vloeistof of een voorwerp inneemt.

Slide 5 - Slide

Voor volume worden verschillende eenheden gebruikt. 1 mL is gelijk aan:
A
1 mm³
B
1 cm³
C
1 dm³
D
1 m³

Slide 6 - Quiz

Eenheid van massa is?

1) kilogram
2) liters
3) gram
4) milliliters
A
1 en 4 zijn goed
B
1 en 3 zijn goed
C
2 en 4 zijn goed
D
2 en 3 zijn goed

Slide 7 - Quiz

Wat is massa?
A
De hoeveelheid stof
B
Gewicht
C
Wat de weegschaal aangeeft
D
Volume

Slide 8 - Quiz

Massa 
De massa is een maat voor de hoeveelheid van een stof. We kunnen de massa meten met een weegschaal. 

De eenheid voor massa is kilogram (kg) of gram (g).... 
De grootheid is dan de massa.
Het symbool van massa is  ' m '. 

Slide 9 - Slide

De massa meet je met een weegschaal
Digitale weegschaal                                          Analoge weegschaal

Slide 10 - Slide

Massa
Massa = Een maat voor de hoeveelheid stof
massa kan je meten met een weegschaal




! let op: massa is niet hetzelfde als gewicht !
Grootheid
Grootheid
(symbool)
Eenheid
Eenheid
(symbool)
massa
m
gram
g

Slide 11 - Slide

Volume berekenen van een rechthoekig voorwerp

Slide 12 - Slide



Welke formule staat goed geschreven (op gebruik van hoofdletters na)?
A
l = v · b · h
B
b = v · l · h
C
v = l · b · h
D
h = v · b · l

Slide 13 - Quiz


Welke letter(s) van de formule schrijf je met (een) hoofdletter(s)?
l=bhv
A
V
B
L
C
B
D
H

Slide 14 - Quiz

Onregelmatige vaste vorm

Slide 15 - Slide

h = 1 dm
b = 15 cm
l = 1 m
Volume = ?
A
15cm3
B
150cm3
C
1500cm3
D
15000cm3

Slide 16 - Quiz

1000 mL = ...
A
0,001m3
B
1 L
C
1000cm3
D
1dm3

Slide 17 - Quiz

ONDERDOMPELEN:
beginstand = 15 mL
eindstand = 24 mL
Volume = ?
A
24cm3
B
15cm3
C
9cm3
D
39cm3

Slide 18 - Quiz

Dichtheid

Slide 19 - Slide


Wat is een stofeigenschap?
A
naam van een stof
B
massa van een stof
C
volume van een stof
D
kenmerken van een stof

Slide 20 - Quiz

Is temperatuur een stofeigenschap?
Is massa een stofeigenschap?
A
Temperatuur: Ja Massa: Ja
B
Temperatuur: Ja Massa: Nee
C
Temperatuur: Nee Massa: Ja
D
Temperatuur: nee Massa: Nee

Slide 21 - Quiz

eenheden die horen bij massa

Slide 22 - Mind map


Leg aan de hand van de stofeigenschappen uit waarom een liniaal niet van glas is gemaakt.

Slide 23 - Open question

Oplossing
Oplossing
Suspensie
Suspensie
Suspensie
Oplossing

Slide 24 - Drag question

?
?
?
suspensie
residu
filtraat

Slide 25 - Drag question

Massa omrekenen
Kies de goede volgorde van de eenheden van massa.
A
g - kg - mg - t
B
mg - g - kg - t
C
kg - t - mg - g
D
t - kg - mg - g

Slide 26 - Quiz

Een zwembad is 20 m lang, 8 m breed en 3 m diep. Het water staat 80 cm onder de rand. Hoeveel liter water zit er in het zwembad?
Een zwembad is 20 m lang, 8 m breed en 3 m diep. Het water staat 80 cm onder de rand. Hoeveel liter water zit er in het zwembad?
timer
2:00

Slide 27 - Open question

Dichtheid is massa in gram van 1 cm3
Grootheid is dichtheid
Eenheid is g/cm3

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Fomule Dichtheid
    


ρ (rho, spreek uit: ‘roo’) -> De dichtheid in g/cm3.

    m de massa in gram (g)
    V het volume in kubieke centimeter (cm3)

Slide 30 - Slide

Driehoek-Truc

Slide 31 - Slide

Rekenen met Dichtheid
dichtheid = massa / volume
 

massa = dichtheid x volume

volume = massa / dichtheid


Slide 32 - Slide

Eenheden dichtheid
Als massa in g
Volume in cm³ 
Dan dichtheid in g/cm³


ρ=Vm

Slide 33 - Slide

Bereken stappen
1. Gegevens: Wat heb ik al?
2. Gevraagd: Wat ga ik uitrekenen?
3. Formule: Welke formule ga ik gebruiken om dit uit te rekenen?
                         Moet ik hem ook nog ombouwen?
4. Uitrekenen: Pak je rekenmachine en reken het uit. 
5. Antwoord + eenheid: Schrijf het antwoord met goede eenheid erbij. 

Slide 34 - Slide

Bereken de dichtheid in g/cm³ van een blokje van 10 cm³ met een massa van 5 gram
timer
3:00

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Schrijf de formule van de dichtheid om naar:
m =...... 
V = ......

Reken om:   1g/cm3 = .....kg/m3

Slide 37 - Slide



Een maatcilinder is met 10mL water gevuld.
Er wordt voorzichtig een ring in het water gedaan.
De maatcilinder is dan tot 10,3 ml gevuld.

a) Wat is het volume van de ring?

b) De massa van de ring is 5,8g, wat is de dichtheid van de ring?

c) Gebruik het Binas. Is de ring wel of niet van goud? Waarom? 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Bereken het volume van 2 kg zilver.

Slide 40 - Slide

Geg:
m = 2000 g
ρ = 10,5 g/cm3

Gevr: V

V = m/ ρ
V = 2000/10,5
V = 190,5 cm3

Slide 41 - Slide

Bereken de massa van een stuk koper met een volume van 25cm3. 

Slide 42 - Slide

Geg:
V = 25 cm3
ρ = 8,96 g/cm3

Gevr: m
 
m = V x ρ
m = 25 x 8,96
m = 224 g

Slide 43 - Slide

Drijven/zinken/zweven
Dichtheid van water is 1 g/cm3

Dichtheid van blokje > 1 g/cm3 --> Zinken
Dichtheid van blokje < 1 g/cm3 --> Drijven
Dichtheid van blokje = 1 g/cm3 --> Zweven

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Afsluiting
Dichtheid is een stofeigenschap
Hoe zwaar 1 kubieke centimeter (cm3) van een bepaalde stof is.
 


Drijven, zinken, zweven

Slide 46 - Slide

Aan de slag
Maken van 7.1 
8 t/m 12

Slide 47 - Slide