Les 3 4V Economie par. 5.3

5.15 Zet de kenmerken bij de juiste marktvorm. 
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Weinig aanbieders
Veel aanbieders
Heterogene goederen
Risico op kartels
Vaak ontstaat een marktleider
Meestal vrije toetreding
1 / 24
next
Slide 1: Drag question
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.15 Zet de kenmerken bij de juiste marktvorm. 
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Weinig aanbieders
Veel aanbieders
Heterogene goederen
Risico op kartels
Vaak ontstaat een marktleider
Meestal vrije toetreding

Slide 1 - Drag question

Marktvormen
Monopolistische concurrentie

- groot aantal aanbieders
- heterogene producten
- vrije toetreding

Slide 2 - Slide

Monopolistische concurrentie
Heterogene producten betekent dat er wel veel concurrentie is, maar dat een bedrijf met productdifferentiatie toch binnen zekere grenzen de prijs te beïnvloeden.

De p=GO lijn en de MO lijn vertonen daarom dezelfde eigenschappen als bij een monopolie


Slide 3 - Slide

Welke prijs vraagt het bedrijf als het streeft naar maximale omzet?
A
€ 4
B
€ 5
C
€ 7
D
€ 10

Slide 4 - Quiz

Hoeveel omzet behaalt het bedrijf als het streeft naar maximale winst?
A
€ 120.000
B
€ 200.000
C
€ 210.000
D
€ 250.000

Slide 5 - Quiz

Monopolistische concurrentie
Geen winst op lange termijn
  • Winst lokt nieuwe aanbieders
    (vrije toetreding)
  • Markt moet worden gedeeld
  • GO en MO zullen naar binnen
    gaan schuiven
(Bladzijde 154)































































































































































Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

TK = 2q² + 98
Qv = -25P + 4900
Qa = 62,5 P
MK = 4q.
Bereken de MO functie
A
MO = 25Q
B
MO = 1/50q + 196
C
MO = -1/50q+56
D
MO = -2/25q + 196

Slide 8 - Quiz

MK=2q. MO=80.
TO=80q. TK= q2 + 625.
Bereken de maximale winst
A
q=40 TW=975
B
q=40 TW=3.200
C
q=40 TW=2.225
D
q=75 TW=0

Slide 9 - Quiz

Oligopolie
  • Bij een oligopolie is er sprake van maar een paar aanbieders. Je moet dus als producent altijd rekening houden met je concurrenten. 
  • Om de winst te maximaliseren, zal er nog steeds gekeken worden naar MO = MK. Echter, omdat er meer aanbieders zijn dan bij een monopolie, zal de prijs lager liggen dan bij een monopolie. 

Slide 10 - Slide

Oligopolie
- enkele grote bedrijven domineren de markt
( denk aan 5 bedrijven > 80% van de markt )
- vaak heterogene producten
- vaak een marktleider
- verleiding tot kartelvorming 
( illegaal )

Slide 11 - Slide

Oligopolie
Bijzondere situatie oligopolie:
Aantal spelers is klein, dus kunnen op elkaars acties reageren

- Als oligopolist de prijs verlaagt, zullen de concurrenten volgen. Zij zijn bang anders afzet te verliezen
- Als oligopolist de prijs verhoogt, zullen de concurrenten niet volgen. Zij hopen extra marktaandeel te krijgen

Slide 12 - Slide

Oligopolie
Prijsverhoging en prijsverlaging hebben dus allebei geen heel goed effect

Gevolg prijsstarheid,
tot soms...
Als een van de bedrijven begint de prijs te verlagen, reageren de anderen en kan zomaar een prijzenoorlog ontstaan

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

5.22d
De kruislingse elasticiteit is ...(1), want als Postextra het tarief met 10 cent verhoogd, zal de afzet van Omnipost ...(2)
A
1 positief 2 stijgen
B
1 positief 2 dalen
C
1 negatief 2 stijgen
D
1 negatief 2 stijgen

Slide 15 - Quiz

Het gevolg is een knik. Bij prijsverhoging daalt de afzet sneller dan dat de afzet stijgt bij prijsverlaging 

Slide 16 - Slide

Groen is p=GO lijn, Rood is MO lijn

Slide 17 - Slide

Is het mogelijk de maximaal haalbare winst uit te rekenen? Zo ja, doe dat. Zo nee, welk gegeven ontbreekt?
A
Nee, want de CK ontbreken
B
Nee, want de variabele kosten ontbreken
C
Ja, de maximale winst is €90.000
D
Ja, de maximale winst is €60.000

Slide 18 - Quiz

MO = 16. MK = q + 4.
TK = 0,5q2 + 4q + 40.
Bereken de maximale winst.
A
q = 12 TW = 32
B
q = 16 TW = 24
C
q = 4 TW = 0
D
q = 12 TW = 12

Slide 19 - Quiz

5.22b andere getallen
q = -3p1 + 2,4p2 + 30
Dit is de afzetvergelijking van ...
A
q1
B
q2

Slide 20 - Quiz

Blz. 156
Als de marginale kosten 10% stijgen, zal de oligopolist ( die streeft naar maximale winst ) de prijs ...
A
verlagen
B
gelijk houden
C
verhogen

Slide 21 - Quiz

5.17a
Wanneer mag je niet aflezen uit de grafiek?
... de prijs bij de doelstelling maximale omzet
A
Geef
B
Bereken
C
Bepaal
D
Wat is

Slide 22 - Quiz

5.17b
Welke vergelijking moet je oplossen?
A
-2q + 100 = 0
B
-2q + 100 = 10

Slide 23 - Quiz

5.17d
A
rjkb
B
agec

Slide 24 - Quiz