ZNW LW les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Planning

Lezen

Lesdoelen 

Uitleg

Samen oefenen

Opdrachten maken

Lesdoelen

1. Je weet wat een lidwoord is
2. Je weet wat een zelfstandig naamwoord is

Lidwoorden en zelfstandig naamwoord

https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/df7149ed-abad-4cf9-82d0-25dfa376fd61/contenthub

Voorkennis??

Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Wat is een lidwoord?

1. Wat iemand kan
2. de, het, een
3. namen en mensen
4. Wie of wat

Nieuw hoofdstuk: lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. een naam
2. zelfde als 'de, het, een'
3. mens, dier, plant of ding
4. Wie of wat

Zelfstandig naamwoord

• Een zelfstandig naamwoord komt altijd ACHTER het lidwoord.

- De computer 

De = lidwoord. Computer = zelfstandig naamwoord

- Het kopje

Het = lidwoord. Kopje = zelfstandig naamwoord.

- Een vogelhuisje

Een = lidwoord. Vogelhuisje = zelfstandig naamwoord.

                                       Lidwoord en zelfstandig naamwoord horen dus bij elkaar!! 

Zelfstandig naamwoord (zn)

Een zelfstandig naamwoord is altijd een mens, dier, plant of ding. 

Voorbeelden: Olifant, laptop, huis, fiets, liedje. 

Namen zijn ook zelfstandig naamwoorden!

Voorbeelden: Ise, Sander, Jaimy, Iris, Kampen, IJsselmuiden,  Ichthuscollege etc. etc. 

Soms staat er een ander woord tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord, zoals: het leuke liedje. Liedje is dan het zn. 

Wat zijn lidwoorden? 

• Er bestaan drie lidwoorden: de, het en een

Een lidwoord komt altijd VOOR een zelfstandig naamwoord

- de computer

- het kopje 

- een vogelhuisje

Let op!

Alle meervouden krijgen
de als lidwoord.
Bijvoorbeeld: de huizen

 Zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud dus altijd de  en nooit het of een.  Ook al staat er in het enkelvoud het  voor het zelfstandig naamwoord.

Bron foto: Jennifer C., Flickr

Let op!

Alle verkleinwoorden krijgen het als lidwoord.

Bijvoorbeeld: het huisje

 Zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud dus altijd de  en nooit het of een.  Ook al staat er in het enkelvoud het  voor het zelfstandig naamwoord.

Bron foto: Jennifer C., Flickr

lidwoord

zelfstandig naamwoord

werkwoord

de

vogels

vliegen

De

verkoper

Glimlacht

Werkwoord

Lidwoord

Zelfstandig naamwoord

LW deel 2

De drie lidwoorden worden verdeeld in

bepaalde lidwoord (blw): de, het (geeft één speciaal ding aan)

onbepaalde lidwoord: een (kan elke willekeurig ding zijn)

De lidwoorden 'de' en 'het' zijn ... lidwoorden.

1. bepaalde
2. onbepaalde

Welk lidwoord is het onbepaald lidwoord?

1. de
2. het
3. een

Een lidwoord is....

1. Het
2. Een
3. De
4. Alledrie (a, b en c)

Een zelfstandig naamwoord is..

1. Een werkwoord
2. De/het/een
3. Een mens, dier, ding of plant
4. Een zelfstandig persoon

Een zelfstandig naamwoord heeft altijd een lidwoord.

1. Waar
2. Niet waar

huis

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. geen zelfstandig naamwoord

verdriet

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. geen zelfstandig naamwoord

rijst

1. zelfstandig naamwoord
2. voorzetsel
3. geen zelfstandig naamwoord

Londen

1. Werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. geen zelfstandig naamwoord

het

1. blw (bepaald lidwoord)
2. olw (onbepaald lidwoord)
3. geen lidwoord

twee

1. blw (bepaald lidwoord)
2. olw (onbepaald lidwoord)
3. geen lidwoord

een

1. blw (bepaald lidwoord)
2. olw (onbepaald lidwoord)
3. geen lidwoord

de

1. blw (bepaald lidwoord)
2. olw (onbepaald lidwoord)
3. geen lidwoord

ene

1. blw (bepaald lidwoord)
2. olw (onbepaald lidwoord)
3. geen lidwoord

Aan de slag 

5.1 werkwoord blz 198

en 5.3 lidwoord en zelfstandignaamwoord blz 202 opdracht 1 t/m 5

Klaar?

Ga naar magister> leermiddelen> nieuw nederlands> boek openen> cursus 5 grammatica> maken: werkwoord en lidwoord/zelfstandignaamwoord