Tijden van het werkwoord

Wat ga je doen?
Je schrijft een verhaal over jouw afgelopen week.
Wat heb je gedaan? Wat vond je ervan? Hoe voel je je nu?
Dit verhaal is ongeveer 100-150 woorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Wat ga je doen?
Je schrijft een verhaal over jouw afgelopen week.
Wat heb je gedaan? Wat vond je ervan? Hoe voel je je nu?
Dit verhaal is ongeveer 100-150 woorden

Slide 1 - Slide

Lesdoel
1. Aan het einde van de les kan je de tijden van het werkwoord herkennen en toepassen in nieuwe situaties.

Slide 2 - Slide

Mijn week
Vorige week ben ik op kamp geweest met leerjaar 2. We zijn naar Heino gegaan. Ik zat in huisje 7. We waren met vier docenten in huisje 7. Het weer is de hele week erg mooi geweest. De eerste dag, maandag, hebben we heel veel spelletjes gedaan. Ik had niet gedacht dat ze dat zo leuk zouden vinden. Op dinsdag zijn we naar de Challenge Run geweest en op woensdag hebben we Arnhem bezocht. De laatste dag hebben we rondgelopen in Ouwehands Dierenpark. Helaas heb ik geen tijgers gezien. Ik ben dol op tijgers. Ik ben blij dat ik weer thuis ben.

Slide 3 - Slide

Welke tijden van het werkwoord ken je al?

Slide 4 - Mind map

Ik blijf
Hij rende
Zij heeft gefloten
Ik had gelopen
o.t.t.
o.v.t.
v.t.t.
v.v.t.

Slide 5 - Drag question

Ik zal blijven
Hij zou rennen
Zij zal gefloten hebben
Ik zou gelopen hebben
o.t.t.t.
o.v.t.t.
v.t.t.t.
v.v.t.t.

Slide 6 - Drag question

Tijden van het werkwoord
o = onvoltooid > geen hebben of zijn
v = voltooid > hebben of zijn
tt= tegenwoordige tijd
vt = verleden tijd
t = toekomende tijd > zullen

Bijvoorbeeld: o.v.t.t. > hij zou zingen

Slide 7 - Slide

Maak een zin met het werkwoord 'maken' in de v.v.t.t.

Slide 8 - Open question

Maak een zin met het werkwoord 'geven' in de o.v.t.

Slide 9 - Open question

Wat ga je doen?
Wat? Uitwisselen weekverhaal
Hoe? Individueel
Hulp? Buurman/buurvrouw of docent
Tijd? 15 minuten
Klaar? Opdrachten maken over de tijden van het werkwoord (zie ItsLearning > bronnen > periode 3 > hoofdstuk 3 > tijden van het werkwoord)

Slide 10 - Slide

Lesdoel
1. Aan het einde van de les kan je de tijden van het werkwoord herkennen en toepassen in nieuwe situaties.

Slide 11 - Slide

Ik kan de tijden van het werkwoord herkennen en toepassen in nieuwe situaties.
Ja!
Nee..
Soms

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Link