Op weg naar Rotterdam

Op weg naar Rotterdam



Code deel 1, hfdst 5.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Op weg naar Rotterdam



Code deel 1, hfdst 5.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Sleep de goede woorden in de zinnen.

Het regent. Zullen we naar     

Ik ga niet met de auto. Ik                       liever. 
  
Dit is station Nijmegen. Ik moet hier
 
Wat zeg je? Ik                         het niet.
 
Waar is het station? In welke                          moet ik lopen?
 
De Spuistraat? Dat weet ik niet. Je moet op                        kijken.





binnen gaan
begrijp
uitstappen
de kaart
loop
richting

Slide 3 - Drag question

Wat hoort bij elkaar?
de lift
ver
de zebra
plattegrond

de weg kwijt
de trap
verdwaald
de kaart
dichtbij
oversteken

Slide 4 - Drag question

Welk woord?
                          onderweg, naar, meegaan, druk, uitstappen

Je neemt de bus ___________Scheveningen.
Het is half tien. Ik ben al twee uur__________ , vanaf half acht.
’s Morgens is de tram _____________.
Veel mensen gaan naar het werk.
Wacht! Ik wil met je _______________!
Je neemt bus 18. Bij de supermarkt moet je_________________ .





Slide 5 - Slide

Welk woord?
                          de lift, ver, het einde, plein, lopen

De boeken staan op de vierde verdieping. Je kunt _______________ nemen.
Het Vrijthof? Dat is vlakbij. Je kunt het _____________________.
De HEMA is aan _____________________ van de straat rechts.
De Dam is een _______________ in Amsterdam.
Peter woont________________van zijn werk. Hij gaat met de auto.




Slide 6 - Slide

Welk woord?
Weet u   wie / waar  het station is?
Ik ga met  lopen / de fiets naar school.
Hans met de auto / fietst naar zijn werk.
De tram is veel / vol .
Voor station Zuidplein moet je de bus plaats / richting Rotterdam nemen.








Slide 7 - Slide

Luisteren 
de weg vragen

Slide 8 - Slide

De weg vragen
Meneer, mag ik u iets vragen?
Weet u waar Het Vrijthof is?
Weet jij waar een wc is?
Ik moet naar het station. Weet u waar dat is?
Mag ik wat vragen? Ik zoek een bakker.
Mevrouw, ik zoek een restaurant?





Slide 9 - Slide

ANWB routeplanner
Ga naar: ANWB routeplanner
Kies jouw woonplaats.
Je gaat vandaag met OV om 14 uur naar het Rijksmuseum in Amsterdam.

Hoe laat kom je aan?
Hoe vaak moet je overstappen?
Hoe lang is je reis met de auto?

Slide 10 - Slide

ANWB routeplanner
Ga naar: ANWB routeplanner
Kies jouw woonplaats.
Je wilt vandaag met OV om 14:00 uur aankomen bij het Rijksmuseum in Amsterdam.

Hoe laat moet je vertrekken?
Hoe laat moet je weg als je met de auto gaat?

Slide 11 - Slide