Klokkijken op drie niveaus

Klokkijken op drie niveaus

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen leerlingen klokkijken op drie verschillende niveaus: zwak, gemiddeld en sterk.

De leerlingen moeten weten wat er van hen wordt verwacht na afloop van de lessenreeks.

Wat weet jij al over klokkijken?

Basisniveau

Leerlingen die nog moeite hebben met klokkijken beginnen met het leren van hele uren.

Laat de leerlingen oefenen met het aflezen van hele uren op analoge klokken.

Gemiddeld niveau

Leerlingen die al hele uren kunnen aflezen, leren nu ook de halve uren.

Laat de leerlingen oefenen met het aflezen van hele en halve uren op analoge klokken.

Hoog niveau

Leerlingen die al hele en halve uren kunnen aflezen, leren nu ook de kwartieren.

Laat de leerlingen oefenen met het aflezen van hele en halve uren, en kwartieren op analoge klokken.

Oefenen

Laat de leerlingen oefenen met verschillende klokken op hun niveau.

Geef de leerlingen klokken op hun niveau om te oefenen en loop rond om te helpen waar nodig.

Digitale klokken

Leerlingen leren nu ook digitale klokken aflezen op hun niveau.

Laat de leerlingen oefenen met het aflezen van digitale klokken op hun niveau.

Tijd berekenen

Leerlingen leren hoe ze tijd kunnen berekenen op hun niveau.

Laat de leerlingen oefenen met het berekenen van tijd op hun niveau.

Spelletjes

Laat de leerlingen spelletjes spelen om het klokkijken te oefenen op hun niveau.

Geef de leerlingen spelletjes op hun niveau om het klokkijken te oefenen.

Toets

Laat de leerlingen op hun niveau een toets maken om te kijken of ze de stof goed beheersen.

Geef de leerlingen een toets op hun niveau om te kijken of ze de stof goed beheersen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.