Basisstof 3.3 Genenparen

Basisstof 3.3 Genenparen 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Basisstof 3.3 Genenparen 

Slide 1 - Slide

Planning 
- Herhaling kahoot basisstof 1 en 2 
- Leerdoelen 
- Uitleg basisstof 3.3 
- Zelfstandig maken basisstof 3.3
- Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Herhaling kahoot 
1 Ga naar  https://kahoot.it/
2 Voer de game pin in. 
3 Vul je eigen voornaam in. 

Slide 3 - Slide

Herhaling kahoot 
1 Ga naar  https://kahoot.it/
2 Voer de game pin in. 
3 Vul je eigen voornaam in. 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 
1. Aan het eind van de les kan je omschrijven wat homozygoot betekend.
2. Aan het eind van de les kan je omschrijven wat heterozygoot dominant  betekend. 
3. Aan het eind van de les kan je omschrijven wat recessief en intermediair fenotype betekend.

Slide 5 - Slide

p.109 Homozygoot en heterozygoot

Slide 6 - Slide

homozygoot en heterozygoot 
Homo= gelijk -> AA
Hetero= ongelijk ->Aa
- Meerdere eigenschappen dus bijvoorbeeld:
Steil haar : aa 
Krullend haar : AA 

Slide 7 - Slide

Dominante en recessieve genen 
Dominant gen = komt altijd tot uiting in het fenotype (krullend haar)
Recessief gen = komt alleen voor in fenotype als het dominante gen niet aanwezig is. (steil haar)

Slide 8 - Slide

Dominant en recessief gen

Slide 9 - Slide

Symbolen voor genen
Voor elke erfelijke eigenschap gebruik je een letter
- Bij het dominante gen gebruik je een 'Hoofdletter' (A)
- bij het recessieve gen gebruik je een 'kleine letter' (a)

Genotypen: AA / Aa / aa
Je kan hierbij andere letters gebruiken, maar het is belangrijk dat de hoofdletter en kleine letter goed van elkaar te onderscheiden zijn. Dus niet P en p of C en c. 

Slide 10 - Slide

Intermediair fenotype

Slide 11 - Slide

Intermediair fenotype
- Beide genen zijn even sterk 
Let op de schrijfwijze! 
Ar = rood 
Aw = wit  
Heterozygoot Ar + Aw = roze fenotype

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide