This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 7 Ecologie en milieu
7.4 Veranderende ecosystemen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt enkele ecosystemen beschrijven aan de hand van kenmerkende soorten
Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven
Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren
Slide 2 - Slide
Pioniersoorten = De eerste planten en dieren die zich vestigen op kale grond noem je pioniersoorten
Slide 3 - Slide
Successie
Successie = verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap, waardoor deze geleidelijk overgaat in een andere.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Pionier-ecosysteem
Nadat pioniersoorten zich ergens gevestigd hebben, veranderen de omstandigheden. Er wordt meer grond vastgehouden en er ontstaat humus.
Deze planten trekken dieren aan, het eerste pionierecosysteem is ontstaan.
Slide 6 - Slide
Humus
Dode planten en dierenresten worden door micro-organismen (reducenten) omgezet = humus.
Slide 7 - Slide
Climaxstadium
Laatste stadium van een ecosysteem: climaxstadium: grote biodiversiteit, weinig schommeling in omstandigheden, veel soorten, kleine aantallen per soort.
Slide 8 - Slide
eerste pioniersplanten
grotere pioniersplanten volgen
Slide 9 - Slide
grotere planten, dieren
climaxstadium
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Successie
Levensgemeenschappen volgen elkaar op. Tot een stabiel ecosysteem ontstaat: climaxecosysteem.
Pioniersecosysteem: eerste organismen die zich vestigen.
Subclimax: ecosysteem in een successiereeks instantgehouden door mensen.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
veel lichte zaden
Pionierecosysteem
weinig, maar grote zaden
Climaxstadium
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Tijdens de successie neemt de biodiversiteit in een ecosysteem...
A
Toe
B
Af
Slide 16 - Quiz
Kleine biodiversiteit
Humusrijke bodem
Open kringlopen
Verschillende lagen in vegetatie
Pionierecosysteem
Pionierecosysteem
Climaxecosysteem
Climaxecosysteem
Slide 17 - Drag question
Bij wat voor ecosysteem horen de volgende kenmerken: eenvoudig voedselweb, kleine biodiversiteit, open kringlopen en productie is groter dan afbraak?
A
Pionierecosysteem
B
Climaxecosysteem
Slide 18 - Quiz
In welk ecosysteem blijft de biomassa gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem
Slide 19 - Quiz
humusarme bodem (organische stoffen e.d.)
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem
Slide 20 - Quiz
Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem
Slide 21 - Quiz
Waar verwacht je meer biodiversiteit?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem
Slide 22 - Quiz
Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 23 - Quiz
Welke type zaden past het best bij een pionierplant?
A
veel en licht
B
veel en zwaar
C
weinig en licht
D
weinig en zwaar
Slide 24 - Quiz
Aan de slag
- Lees zelf nog het stukje modelleren en twee evenwichtssituaties