Herhalen Hoofdstuk 5
1 / 15
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
De particuliere sector wordt ook de marktsector genoemd
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 2 - Quiz
Bij grote werkloosheid dalen de lonen: er is veel vraag naar arbeid en weinig aanbod van arbeid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
In een vrijemarkteconomie bemoeit de overheid zich veel minder met de economie dan in een planeconomie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
De overheid kan eigenaar zijn van een bedrijf in de particuliere sector.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Een ander begrip voor de collectieve sector is
A
Particuliere sector
B
Publieke sector
C
Marktsector
Slide 6 - Quiz
Voor consumenten is privatiseren nadelig want,
A
De prijs gaat vaak omhoog
B
De belastingen gaan omhoog
C
De uitgaven van de overheid dalen
Slide 7 - Quiz
Deze instantie adviseert de regering over sociaal-economische onderwerpen.
A
CBS
B
CPB
C
SER
Slide 8 - Quiz
Rijksbegroting is
A
Een overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven.
B
Een overzicht van werkelijke inkomsten en uitgaven.
Slide 9 - Quiz
De miljoenennota is een toelichting van de rijksbegroting
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Directe belastingen betaal je direct aan de overheid, bijvoorbeeld aan de belastingdienst of gemeente.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Wat is GEEN voorbeeld van directe een belasting.
A
Loonbelasting/ inkomstenbelasting
B
Vennootschapsbelasting
C
BTW
D
Dividendbelasting
Slide 12 - Quiz
Een ander woord voor indirecte belastingen is kostprijsverhogende belastingen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
De uitgaven aan de sociale zekerheid zijn:
A
Onderwijs, cultuur en wetenschap
B
Zorg en Sociale zekerheid
C
Zorg
D
Sociale zekerheid
Slide 14 - Quiz
De gemeente mag zelf belasting heffen en krijgt ook geld van de rijksoverheid.
A
Waar
B
Niet waar
