Cap 1 - les 7+8

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Wat betekenen deze zinnen?

1. (Yo) Sé mucho sobre la lengua española

2. (Yo) Doy deberes a mis estudiantes

3. Me gusta el español

Dos preguntas cotidianas

¿Cuál es la fecha de hoy?

¿Qué tiempo hace hoy?

Repetitie capítulo 1 

• Vaardigheden: luisteren, lezen, grammatica, woordenschat, schrijven (frases clave)
  
  
• Grammatica:
• presente perfecto (verleden tijd) (invulzinnen + vervoegingen)
• werkwoord 'gustar' (houden van)
• onregelmatige ik-vorm in de presente (tegenwoordige tijd)

¿Qué vamos a hacer hoy?

• Controlar deberes (18, 19, 22b)
• Frases clave fuente E 
  
• Fuente G: Werkwoorden met onregelmatige ik-vorm (bron G)
• Corregir deberes (18, 19, 22b)
• Fuente J: Waar hou je van? => werkwoord GUSTAR (bron J)

Lesdoel: 

1. Ik ken de onregelmatige ik-vormen in de tegen-

woordige tijd

2. Ik kan vertellen waar ik van houd

Vertaal nu de volgende zinnen met behulp van de frases clave (geen google translate):

Para preguntar

1. Ben je deze winter op vakantie geweest?

2. Heb je een grappig meisje leren kennen?

3. Vind je Mexicaans eten lekker?

4. Ben je ooit in Brazilië geweest?

Para contestar

1. Nee, we zijn thuis gebleven

2. Ja, en ook een leuke Engelse jongen

3. Ja, ik vind tortillas erg lekker

4. Nee, wij zijn nog nooit in Brazilië geweest

Fuente G: Werkwoorden met onregelmatige ik-vorm

Op Google Classroom

Maak aantekeningen

¡A trabajar!

Ejercicio 22c y 22d

Dos preguntas cotidianas

¿Cuál es la fecha de hoy?

¿Qué tiempo hace hoy?

¿Qué vamos a hacer hoy?

• Repaso fuente G: werkwoorden met onregelmatige ik-vorm
• Fuente J: Waar houd je van? => werkwoord GUSTAR 

Lesdoel: 

1. Ik ken de onregelmatige ik-vormen in de tegen-

woordige tijd

2. Ik kan vertellen waar ik van houd

Hoe vertaal je 'Ik geef'?

1. do
2. da
3. dar
4. doy

Hoe vertaal je 'Ik weet'?

1. sé
2. sabemos
3. sabamos
4. saben

Wat betekent 'Salgo'?

1. Jij vertrekt
2. Ik vertrek
3. Ik zet
4. Hij zet

Wat betekent 'Pongo'?

1. Ik zet
2. Hij vertrekt
3. Ik geef
4. Jij zet

Kies het juiste werkwoord:

Yo ________ mis deberes siempre

1. pongo
2. salgo
3. hago
4. doy

Fuente J: Werkwoord GUSTAR 

Waar hou je van?

¿Qué te gusta?

=> Dat wat je leuk, lekker of mooi 

vindt, is het onderwerp van de zin

¿Te gusta el h...........?

Me gusta / No me gusta

Antwoord in het Spaans

¿Qué te gusta?

Gesprek starten met de klas over wat ze leuk vinden of niet..

Gustar

Me  gusta

Te   gusta

Le    gusta

Nos gusta

Os   gusta 

Les  gusta 

Gustar 

gusto 

gustas 

gusta

gustamos

gustáis

gustan

Combina y escribe las oraciones con GUSTAR

Me gusta

Me gustan

el 

los 

las

la 

aviones

libro de Español

viajar

animales

comer

pizza

helado

manzanas

Fuente J: el verbo 'gustar'

wie iets leuk vindt      gusta(n)

          me

          te                                  gusta

(no)  le

          nos

          os                                 gustan

          les

- (No) me gustan las pizzas.

- Las pizzas (no) me gustan.

wie of wat iemand leuk vindt

la música (enkelvoud)

la pizza (enkelvoud)

nadar (werkwoord)

las clases (meervoud)

los hoteles (meervoud)

la pizza y la paella (meervoud)

Ahora voy a.... (Ik ga nu...)

huiswerk nakijken

oefenen aan de hand van de websites op classroom

A practicar

1. presente perfecto (verleden tijd)

2. ww met onregelmatige ik-vorm

3. werkwoord gustar - houden van

Zie classroom: 

'websites extra grammatica oefeningen'

Wat gaat goed? Wat vind je nog lastig? Heb je tips voor mij?