Hoofdstuk 3 - Begrijpend Lezen

Begrijpend Lezen Hoofdstuk 3.
Verbanden en signaalwoorden.
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Begrijpend Lezen Hoofdstuk 3.
Verbanden en signaalwoorden.

Slide 1 - Slide

Instructie
Werk elke slide één voor één door. Lees goed wat er verteld wordt en maak alle opgaven en vragen. Zowel die in Lesson-Up als in je boek. Als je vragen hebt, dan kun je die via Teams of in de klas aan mij stellen.


Slide 2 - Slide

Legenda
  • Theorie 
  • Oefening
  • Extra oefening
  • Extra uitdaging
  • Evaluatie

Slide 3 - Slide

Tekstverbanden
  • Een tekst bestaat uit zinnen en alinea's.
  • Verschillende zinnen en alinea's kunnen met elkaar te maken hebben of hebben een 'relatie' met elkaar. Dit noem je een tekstverband.
  • Door een signaalwoord kan je bepalen met welk soort tekstverband je te maken hebt.

Slide 4 - Slide

Tekstverbanden
  • Er zijn heel veel soorten tekstverbanden.
  • Elk soort tekstverband heeft zijn eigen signaalwoorden.


Dit hoofdstuk beginnen met de tekstverbanden:
Opsomming  en  Tegenstelling

Slide 5 - Slide

Maak de zin af:

Sommige alinea's hebben met elkaar te maken. Dat noem je een.....

Slide 6 - Open question

Maak de zin af:

Het soort tekstverband kan je bepalen door te letten op de ........

Slide 7 - Open question

Opsomming
Het Tekstverband opsomming kent de volgende signaalwoorden:

-Ten eerste (ten tweede, ten derde etc.)
- Om te beginnen
- Ook nog
- Verder
- Ten slotte
- en
- Of je ziet opsommingstekens, zoals punten of streepjes.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld Opsomming:
Als ik op vakantie ga dan neem ik altijd veel spullen mee. Mijn koffer puilt bijna uit van alle kleren, schoenen, boeken en toiletartikelen.

Uitleg:
In deze zin worden de spullen opgesomd die in de koffer zitten. Het signaalwoord en geeft een opsomming aan. Het tekstverband in deze zin is dus: opsomming.

Slide 9 - Slide

Schrijf een stukje tekst van minimaal 3 zinnen, waar het tekstverband Opsomming in voorkomt.
Gebruik hiervoor 1 van de signaalwoorden die bij dit tekstverband hoort.

Slide 10 - Open question

Tegenstelling
Het Tekstverband tegenstelling kent de volgende signaalwoorden:

- tegenover
- maar
- echter
- hoewel
- toch
- aan de ene kant /  aan de andere kant
- daarentegen
.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld Tegenstelling
Veel leerlingen leren door een samenvatting te maken op de pc. Echter is bewezen dat het maken van een samenvatting met pen en papier veel beter werkt. 

Uitleg:
In deze zinnen wordt de eerste zin tegengesproken door de tweede zin. Het signaalwoord echter geeft een tegenstelling aan. Het tekstverband in deze zin is dus: tegenstelling.

Slide 12 - Slide

Sleep de signaalwoorden naar de juiste vakken van het bijbehorende tekstverband.
Opsomming
Tegenstelling
Echter
Ten derde
en
hoewel
daarentegen
ook nog
tegenover
verder

Slide 13 - Drag question

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 85 en bekijk opdracht 1.
Geef op de volgende slide antwoord op de vragen.

Slide 14 - Slide

Het antwoord op opdracht 1 - vraag 1 is:
A
opsommingen
B
tegenstellingen

Slide 15 - Quiz

Het antwoord op opdracht 1 - vraag 2 is:
A
opsommingen
B
tegenstellingen

Slide 16 - Quiz

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 87 en bekijk opdracht 3.
Maak de volgende vragen in je werkboek:
Vraag 3, 4, 5, 6, en 7.

Als je het af hebt ga je naar de volgende slide.

Slide 17 - Slide

Nakijken
3. Een recept
4. Instrueren
5. lekker, zien er kleurrijk uit, zitten vol vitamines en mineralen.
6. Volgorde is niet belangrijk. Signaalwoord is: ten slotte
7. Een opsomming van vitamines die frambozen bevatten

Slide 18 - Slide

Hoe is het gegaan?
Vul in hoeveel je van de vragen goed had.

Slide 19 - Open question

Leespauze
timer
10:00
Pak een leesboek uit de kast en ga 10 minuten lezen.
Je kan de timer hiervoor gebruiken.

Slide 20 - Slide

Sleep de signaalwoorden naar de juiste vakken van het bijbehorende tekstverband.
Opsomming
Tegenstelling
Echter
Ten derde
en
hoewel
daarentegen
ook nog
tegenover
verder

Slide 21 - Drag question

Hoe is het gegaan?
De vorige vraag was een herhaling. Had je nu meer of minder goed dan de vorige keer?

Slide 22 - Open question

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 88 en bekijk opdracht 4.
Maak hiervan alle vragen in je werkboek.

Als je het af hebt, kom je bij me om het na te laten kijken.

Slide 23 - Slide

Noteer de
signaalwoorden van tegenstelling

Slide 24 - Mind map

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 89 en bekijk opdracht 5.
Maak hiervan alle vragen in je werkboek.

Als je het af hebt, kom je bij me om het na te laten kijken.

Slide 25 - Slide

Noteer de
signaalwoorden van opsomming

Slide 26 - Mind map

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 91 en bekijk opdracht 6.
Maak hiervan alle vragen in je werkboek.

Als je het af hebt, ga je naar de volgende slide.

Slide 27 - Slide

Nakijken
1. Antwoord a (eerste antwoord)
2.  Positief: blij, vrolijk en enthousiast
      Negatief: pure walging
3. Ouderen waren positief over gemberkoek en chocolade met mint, maar jongeren walgen ervan.
4. Zo lijkt het handig om vitaminepilletjes voor jongeren een pepermuntsmaak te geven.

Slide 28 - Slide

Hoe is het gegaan?
Vul in hoeveel je van de vragen goed had.

Slide 29 - Open question

Ga op internet op zoek naar een stuk tekst waarin een opsomming staat. Maak een screenshot en uploadt deze hier.

Slide 30 - Open question

Schrijf twee alinea's over een zelfbedacht onderwerp. Zorg ervoor dat alinea 2 een tegenstelling wordt van wat je in alinea 1 hebt geschreven. Gebruik hiervoor een signaalwoord. Sla een regel over tussen de twee alinea's.

Slide 31 - Open question

Je hebt geleerd over de tekstverbanden Tegenstelling en Opsomming. Vertel me wat je nog moeilijk vindt en waar je meer uitleg voor nodig hebt. Vertel me ook wat er goed gaat en hoe je deze les hebt ervaren.

Slide 32 - Open question

Einde onderdeel 1

Slide 33 - Slide