Hoofdstuk 4 - Begrijpend lezen

Hoofdstuk 4

Opsomming  Tegenstelling   Voorbeeld    Oorzaak - Gevolg
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4

Opsomming  Tegenstelling   Voorbeeld    Oorzaak - Gevolg

Slide 1 - Slide

Instructie
Werk elke slide één voor één door. Lees goed wat er verteld wordt en maak alle opgaven en vragen. Zowel die in Lesson-Up als in je boek. Als je vragen hebt, dan kun je die via Teams of in de klas aan mij stellen.


Slide 2 - Slide

Legenda
  • Theorie 
  • Oefening
  • Extra oefening
  • Extra uitdaging
  • Evaluatie

Slide 3 - Slide

Welke woorden gebruik
jij als jij voorbeelden
van iets gaat geven?

Slide 4 - Mind map

Ga naar bladzijde 120 en lees de start opdracht.
Wat is jouw antwoord op de vraag in deze opdracht?

A
opsommingen
B
tegenstellingen
C
voorbeelden

Slide 5 - Quiz

Lees nog een keer de tekst van de startopdracht.
Welke signaalwoorden in de deze tekst horen bij het tekstverband voorbeeld, denk je? (het zijn er 4).

Slide 6 - Open question

Twee nieuwe tekstverbanden
In het vorige hoofdstuk heb je twee tekstverbanden geleerd.
In dit hoofdstuk komen daar twee bij:

-Voorbeeld
- Oorzaak - Gevolg

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Het Tekstverband voorbeeld kent de volgende signaalwoorden:

- bijvoorbeeld
- zo
- zoals
- denk aan
- neem nou
- onder andere


Slide 8 - Slide

Voorbeeld van Tekstverband voorbeeld:
Veel streaming-diensten, zoals Netflix en Videoland, bieden allerlei internationale series aan. Denk aan bijvoorbeeld series uit Zweden of een drama uit Colombia.

Uitleg:
In deze zin worden er eerst voorbeelden gegeven van streaming-diensten en daarna van internationale series. De signaalwoorden waar je dat aan kan zien zijn:
Zoals
Denk aan

Slide 9 - Slide

Oorzaak - Gevolg
Het Tekstverband Oorzaak-Gevolg kent de volgende signaalwoorden:

- daardoor
- doordat
- de oorzaak hiervan is
- waardoor
- ten gevolge van 

Oorzaak-Gevolg zegt iets over een situatie die gebeurd is en wat daarna plaatsvindt. 
Dit kan ook andersom in een tekst staan. Dus dat het gevolg eerst genoemd wordt en daarna de oorzaak.


Slide 10 - Slide

Voorbeeld Oorzaak-Gevolg
Doordat het heel hard regende, was Jip compleet doorweekt aangekomen op school.

Uitleg:
In deze zin  is de oorzaak:  het regende heel hard. Het gevolg is: Jip kwam doorweekt op school.
Het signaalwoord van dit tekstverband is in deze zin: doordat.

Slide 11 - Slide

Ga naar bladzijde 120 in je boek.
Wat is het antwoord op opdracht 1 vraag 1?
A
oorzaken-gevolgen
B
voorbeelden

Slide 12 - Quiz

Ga naar bladzijde 120 in je boek.
Wat is het antwoord op opdracht 1 vraag2?
A
oorzaken-gevolgen
B
voorbeelden

Slide 13 - Quiz

Werkboek
De volgende vragen gaan over Tekst 4 op bladzijde 122.

Slide 14 - Slide

Ga naar bladzijde 122. Bekijk Tekst 4.
Lees de titel, de inleiding en de tussenkopjes.
Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 15 - Open question

Lees alinea 1.
Welke signaalwoord voor voorbeeld kan je vinden?

Slide 16 - Open question

Lees alinea 1.
Waar zijn de woonboot, omgebouwde kerk en het oude pakhuis voorbeelden van?

Slide 17 - Open question

Lees alinea 3.
Welk signaalwoord van oorzaak-gevolg kan je vinden?

Slide 18 - Open question

Lees alinea 5.
Welk signaalwoord van tegenstelling kan je vinden?

Slide 19 - Open question

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
echter
waardoor
zoals
neem nou
daarentegen
bijvoorbeeld
en
hoewel
ook
doordat

Slide 20 - Drag question

Pauze
timer
5:00
Neem even 5 minuten pauze. Drink even wat, ga even op de zitzak of kijk even op je mobiel

Slide 21 - Slide

Werkboek
Ga naar bladzijde 122 en maak opdracht 3.
De tekst die hierbij hoort staat op bladzijde 123.
Maak de vragen van opdracht 3 en ga daarna door naar de volgende slide

Slide 22 - Slide

Werkboek nakijken
1. een poging van dieven om het koper te stelen
2. urenlange vertraging
3. zij te laat kwamen voor hun examen Nederlands.

Slide 23 - Slide

Schrijf een zin waarin je gebruikmaakt van een signaalwoord van het tekstverband Oorzaak-Gevolg.

Slide 24 - Open question

Hoe gaat het tot nu toe?
Wat vind je makkelijk?
Wat vind je nog moeilijk?

Slide 25 - Open question

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 123 en maak heel opdracht 4.
Ga daarna naar de volgende slide.

Slide 26 - Slide

Nakijken
1 watersnoodramp

2 De storm duwde het water met kracht de zeearmen in.
→ Veel dijken braken door.
→ Eilanden liepen vrijwel helemaal onder water.
→ Veel huizen stortten in.
→ Daardoor verdronken mensen of dreven ze in het ijskoude water.
3 De telefoon deed het niet meer en wegen en spoorlijnen waren ondergelopen.
4 Met amfibievoertuigen kun je zowel op het land rijden als in het water varen. Zo konden de helpers makkelijk overal komen.














Slide 27 - Slide

Nakijken

5 De afbeelding maakt de tekst duidelijker, omdat je kunt zien waar de dijken precies doorbraken, welk land onderliep en waar de doden vielen.
6 1 Het gevolg van de storm was dat de meeste huizen verwoest waren en het gevolg daarvan was dat mensen tijdelijk ergens anders moesten wonen.
2 Het gevolg van de storm was dat er zout water over de akkers van de boeren was gestroomd en het gevolg daarvan was dat er lange tijd niets groeide in het rampgebied.
3 Het gevolg van de storm was dat de dijken kapotgeslagen waren en het gevolg daarvan was dat de dijken geen bescherming meer boden.
7 De plaats Schelphoek is een voorbeeld van een plaats waar betonnen of stalen bakken geplaatst werden om grote gaten in de dijken te dichten.
8 De schrijver wil je informeren over een nationale ramp uit het verleden.






Slide 28 - Slide

Leespauze
timer
15:00
Pak een leesboek uit de kast en ga 15 minuten lezen.
Je kan de timer hiervoor gebruiken.

Slide 29 - Slide

Waar gaat je boek over?

Slide 30 - Open question

WERKBOEK
De volgende vragen gaan over Tekst 7 op bladzijde 126.

Slide 31 - Slide

Wat betekent het woord 'daadwerkelijk' (alinea 2)
A
echt
B
gekregen
C
op gevoel
D
drijft rustig

Slide 32 - Quiz

Wat betekent het woord 'op de tast' (alinea 3)
A
echt
B
gekregen
C
op gevoel
D
drijft rustig

Slide 33 - Quiz

Wat betekent het woord 'verworven' (alinea 4)
A
echt
B
gekregen
C
op gevoel
D
drijft rustig

Slide 34 - Quiz

Welk signaalwoord in alinea 1 geeft een voorbeeld aan?

Slide 35 - Open question

Welk signaalwoord in alinea 1 geeft een tegenstelling aan?

Slide 36 - Open question

Welk signaalwoord in alinea 2 geeft een tegenstelling aan?

Slide 37 - Open question

Welk signaalwoord in alinea 2 geeft een voorbeeld aan?

Slide 38 - Open question

Welke 4 tekstverbanden
ken je nu?

Slide 39 - Mind map

Voorbeeld
Tegenstelling
Opsomming
Oorzaak-Gevolg
ten slotte
tegenover
neem nou
verder
om te beginnen
onder andere
daardoor
hoewel
denk aan
waardoor

Slide 40 - Drag question

Hoe gaat het tot nu toe?
Wat vind je makkelijk?
Wat vind je nog moeilijk?

Slide 41 - Open question

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 127 en maak opdracht 6.
Als je deze af hebt, kom je bij me om het na te laten kijken.

Slide 42 - Slide

Opdracht
Maak een schema van de 4 tekstverbanden, die je nu hebt geleerd. Zet per tekstverband de juiste signaalwoorden erbij.
Als je het af hebt, laat je het door mij controleren.

Slide 43 - Slide

Vertel me hoe het ging. Waar moet je nog mee oefenen?
Gebruik minimaal 2 zinnen om antwoord te geven op deze vraag.

Slide 44 - Open question

Einde hoofdstuk 4.

Slide 45 - Slide