1.4 Alles wordt duurder

1.4 Alles wordt duurder
Mavo 3

Daar gaan we weer!
Rekenmachine bij de hand.....


1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

1.4 Alles wordt duurder
Mavo 3

Daar gaan we weer!
Rekenmachine bij de hand.....


Slide 1 - Slide

Leerdoelen voor deze paragraaf
- Je kunt een verandering in procenten berekenen.
- Je kunt uitleggen wat inflatie is.
- Je kunt uitleggen wat de gevolgen van inflatie zijn voor je koopkracht.
- Je kunt met indexcijfers de veranderingen van lonen en prijzen vergelijken.
- Je kunt berekeningen maken met behulp van indexcijfers.

Slide 2 - Slide

Herhalen 1.3
Waaraan geef je je geld uit???
Soorten uitgaven:
  • Huishoudelijke uitgaven
de alledaagse uitgaven voor je huishouden. (dagelijkse uitgaven)
  • vaste lasten
de uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen

  • incidentele uitgaven
meestal grote uitgaven die je niet zo vaak doet en niet met een vaste regelmaat

Slide 3 - Slide

Vraag 33
blz 33

Slide 4 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
Koopkracht?
  • de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen
  • kun je altijd meer kopen als je inkomen stijgt????

Slide 5 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
Inkomensstijging > prijsstijging
Koopkracht neemt toe
Inkomensstijging < prijsstijging
Koopkracht neemt af

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

1.4 alles wordt duurder 
  • Stel, de prijzen stijgen met 2%
  • Wat gebeurt er dan met je koopkracht?
  • Vervolgens stijgt je loon met 4%
  • Wat gebeurt er dan met je koopkracht?

Slide 8 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
  • Om vergelijkingen te kunnen maken, moet je stijgingen en dalingen in percentages kunnen berekenen.

Slide 9 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
  • Om vergelijkingen te kunnen maken, moet je stijgingen en dalingen in percentages kunnen berekenen.
  • Procentuele verandering:
oud(nieuwoud)100

Slide 10 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
  • In 2000 kostte een brood gemiddeld €1,02. In 2022 kostte een brood gemiddeld €1,16.
  • Met hoeveel procent is de prijs van brood toegenomen?
13,7%

Slide 11 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
  • CBS = Centraal Bureau voor de statistiek
  • CBS verzameld allerlei gegevens 
  • Zij berekenen elke maand of prijzen dalen of stijgen

Slide 12 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
  • CBS berekend:
  • Inflatie
  • een algemene stijging van de prijzen
  • Deflatie
  • een algemene daling van de prijzen

Slide 13 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
  • Cijfers kun je vergelijken door te werken met indexcijfers
  • -> laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode (=het basisjaar).
  • Cijfers worden vergeleken t.o.v. een basisjaar. 
  • Het indexcijfer van het basisjaar is ALTIJD 100.

Slide 14 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
Indexcijfer berekenen:

  • Met een formule
  • Met een verhoudingstabel
Indexcijfer=getal.basisjaarnieuw.getal100

Slide 15 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
2015 is het basisjaar.
In 2018 zijn de lonen met 6% gestegen ten opzichte van 2015.
In 2018 is het indexcijfer van de prijzen 104.
Waat weet je nu?
  • In 2018 is het indexcijfer van de lonen 106
  • De koopkracht is gestegen
  • In 2018 is de stijging van de koopkracht 2%

Slide 16 - Slide

  • Wat is het basisjaar? Waarom?
  • Was er in 2016 sprake van inflatie of deflatie?
  • Is in 2017 de koopkracht gestegen of gedaald tov het basisjaar?
1.4 alles wordt duurder 

Slide 17 - Slide

1.4 alles wordt duurder 
  • Samen bereken we het indexcijfer van een doosje aardbeien in 2013
  • Bereken het indexcijfer van een doosje aardbeien in 2015 en 2016
  • Wat kun je met behulp van de indexcijfers vertellen over een bakje aardbeien?

Slide 18 - Slide