What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
les 10 H3.4 Atoommassa, molecuulmassa en de mol
§3.4- Atoommassa en molecuulmassa (2)
les 10 Atoommassa, molecuulmassa en de mol
Leg klaar: Scheikundeschrift en rekenmachine
H3.4
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§3.4- Atoommassa en molecuulmassa (2)
les 10 Atoommassa, molecuulmassa en de mol
Leg klaar: Scheikundeschrift en rekenmachine
H3.4
Slide 1 - Slide
Deze les:
wat is atomaire massa-eenheid
molecuulmassa berekenen met behulp van de relatieve atoommassa
WAT is de mol?
Slide 2 - Slide
inleiding
In deze les gaan we rekenen aan de massa van atomen en moleculen.
Atomen zijn ontzettend klein.....hoe klein eigenlijk?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
hoe zwaar zou 1 H-atoom zijn?
geef een getal + eenheid
Slide 5 - Mind map
atomaire massa-eenheid
De massa van een waterstofatoom is 1,66*10
-27
kg
Niet zo handig...
Daarom is de
atomaire massa-eenheid
bedacht, dat is de
u.
1 u
= 1,66*10
27
kg (dit getal mag je weer vergeten)
Slide 6 - Slide
atomaire massa-eenheid
Noteer
De massa van een waterstofatoom is
1,66*10
-27
kg
De massa van een waterstofatoom is
1 u
Slide 7 - Slide
relatieve atoommassa
= gemiddelde massa van alle isotopen van 1 atoomsoort
Slide 8 - Slide
Relatieve atoommassa
De relatieve atoommassa van ieder atoom kun je aflezen in
het Periodiek systeem.
Zo is de massa van
element P = 30,974 u.
Slide 9 - Slide
leerdoelcheck
Wat is de relatieve atoommassa van de volgende atomen:
waterstof
zuurstof
koolstof
zwavel
aluminium
timer
2:30
Slide 10 - Slide
leerdoelcheck
Wat is de relatieve atoommassa van de volgende atomen:
waterstof H 1,008 u
zuurstof O 16,00 u
koolstof C 12,01 u
zwavel S 32,06 u
aluminium Al 26,98 u
Slide 11 - Slide
Molecuulmassa
NOTEER
= massa van alle atomen in het molecuul bij elkaar opgeteld
Slide 12 - Slide
Molecuulmassa's
Voorbeelden:
De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,990 + 1 x 35,45 =
58,44 u
De molecuulmassa van Al
2
O
3
= 26,98
x 2
+
3 x
16,00 =
101,96 u
Slide 13 - Slide
leerdoelcheck
Wat is de molecuulmassa van:
waterstofperoxide (H
2
O
2
)
zwaveltrioxide
ammoniak
timer
3:00
Slide 14 - Slide
leerdoelcheck
Wat is de molecuulmassa van:
waterstofperoxide (H
2
O
2
) 2 x 1,008 + 2 x 16,00 = 34,016 u
zwaveltrioxide SO
3
1 x 32,06 + 3 x 16,00 = 80,06 u
ammoniak NH
3
1 x 14,01 + 3 x 1,008 = 17,034 u
Slide 15 - Slide
Begrippen van hoeveelheid
Dozijn
Gros
Duo
Een dozijn eieren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een
vaste hoeveelheid
.
Slide 16 - Slide
wat zou volgens jou een handige hoeveelheid zijn om een aantal moleculen weer te geven?
Slide 17 - Mind map
Begrippen van hoeveelheid
atomen en moleculen zijn heel erg klein
en wegen heel weinig
Er zitten dus heeeel veel atomen in 1 gram stof
1 waterstofatoom = 1,66*10
-24
gram
Hoeveel waterstofatomen zitten er in 1 gram?
Slide 18 - Slide
1 waterstofatoom = 1,66*10
-
24
gram
Hoeveel waterstofatomen zitten er in 1 gram?
1 : 1,66*10
-24
= 6,02 * 10
23
atomen
Slide 19 - Slide
WAT is de mol?
De mol is ook zo'n
vaste hoeveelheid,
een "pakketje" moleculen
1 mol = 6,02*10
23
(moleculen)
= Constante van Avogadro (N
A
)
Dus 1 mol water bestaat uit evenveel moleculen als 1 mol goud!
Leer en noteer
Slide 20 - Slide
leerdoelcheck
Gegeven:
1 mol = 6,02*10
23
(moleculen)
Hoeveel moleculen zitten er in
1 mol water
1 mol ammoniak
2 mol methaan
0,5 mol koolstofdioxide
timer
2:00
Slide 21 - Slide
leerdoelcheck
Gegeven:
1 mol = 6,02*10
23
(moleculen)
Hoeveel moleculen zitten er in
1 mol water 6,02 * 10
23
water moleculen
1 mol ammoniak 6,02 * 10
23
ammoniak moleculen
2 mol methaan 2 x 6,02 * 10
23
= 12,04 * 10
23
methaan moleculen
0,5 mol koolstofdioxide 0,5 x 6,02*10
23
= 3, 01 * 10
23
Slide 22 - Slide
WAT is de mol?
1 mol =
6,02*10
23
deeltjes
Kun je je wel voorstellen hoeveel dat is??
Stel dat je zoveel geld had, of papier, of marshmallows....
Slide 23 - Slide
3
Slide 24 - Video
Eigen werk
Leer: molecuulmassa berekenen, de hoeveelheid "mol"
Maak op NOVA online: opgave 4 en 6
let op: vervang in opgave 4 het woord "molaire massa" door "molecuulmassa" en je hoeft GEEN rekening te houden met de juiste significantie
Slide 25 - Slide
00:54
als je 1 mol centen verdeelt over 6 miljard mensen, hoeveel geld krijgt elke persoon dan?
A
1 ton
B
1 miljoen
C
1 miljard
D
1 triljard
Slide 26 - Quiz
01:11
Als je een stapel maakt van 1 mol A4 papier, hoe vaak kun je dan op en neer naar de maan?
A
8000 x
B
8 miljoen x
C
8 miljard x
D
8 triljard keer
Slide 27 - Quiz
02:01
hoe lang duurt het om met 6 miljard mensen 1 mol marshmallows op te eten?
A
400 jaar lang 1 marshmallow per persoon per seconde
B
4000 jaar lang 1 marsmallow per persoon per seconde
C
40 miljoen jaar lang 1 marshmallow per persoon per seconde
D
4 miljard jaar lang 1 marshmallow per persoon per seconde
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
les 1 van H3.4 Atoommassa, molecuulmassa en de mol
February 2023
- Lesson with
30 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3.4 Atoommassa, molecuulmassa en de mol (les 10 + 11)
March 2024
- Lesson with
30 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
les 10 H3.4 Atoommassa, molecuulmassa en de mol
May 2022
- Lesson with
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
les 9 H3.4 Atoommassa, molecuulmassa en mol_3HAVO
October 2024
- Lesson with
27 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 9 H3.4 Atoommassa, molecuulmassa en mol
April 2023
- Lesson with
28 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3.4 deel 1: Atoommassa en de Mol
February 2024
- Lesson with
29 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V3: §3.4 d1 Atoommassa en molecuulmassa
April 2024
- Lesson with
46 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
les 9 H3.4 Atoommassa, molecuulmassa en mol_H3Y_2324
March 2024
- Lesson with
32 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3